Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting komt met maatregelen die het voor verhuurders aantrekkelijker moeten maken om huurwoningen aan te blijven bieden. In een brief aan de Tweede Kamer kondigt de minister aan dat zij de huurregels wil versoepelen, zodat hogere huren mogelijk worden gemaakt. De maatregel is bedoeld om het groeiende probleem van de verkoop van huurwoningen – ook wel ‘uitponden’ genoemd – tegen te gaan.
Volgens Keijzer verkopen vooral particuliere verhuurders hun woningen steeds vaker. Uit recente analyses van woningmarktcijfers blijkt dat dit fenomeen al sinds 2021 aan het toenemen is. De minister schrijft dat de combinatie van strengere regelgeving en economische omstandigheden ertoe leidt dat veel particuliere eigenaren het verhuren niet meer rendabel vinden. Dit zou onder meer het gevolg zijn van de invoering van de Wet betaalbare huur, die sinds juli 2024 van kracht is en een maximum stelt aan de huurprijzen in het middensegment.
Keijzer maakt zich zorgen over de effecten van deze ontwikkeling. “We zien een verschraling van het huuraanbod, vooral in het middensegment, dat juist zo hard nodig is om doorstroming op de woningmarkt mogelijk te maken,” stelt de minister in haar Kamerbrief. “Het is van groot belang dat deze woningen niet massaal uit de markt verdwijnen en worden omgezet in koopwoningen.”
Om dit te voorkomen, stelt Keijzer onder meer voor om het aandeel van de WOZ-waarde in het woningwaarderingsstelsel – het puntensysteem dat de maximale huurprijs bepaalt – opnieuw tegen het licht te houden. Op dit moment mag de WOZ-waarde maximaal voor een derde meetellen bij het berekenen van de huurprijs. Dat is bedoeld om te voorkomen dat hoge WOZ-waardes automatisch leiden tot hoge huren, maar volgens Keijzer kan het ook een averechts effect hebben. “Verhuurders vinden het dan simpelweg niet meer aantrekkelijk om deze woningen nog te verhuren,” stelt ze.
Daarom wil de minister een zogenoemde ‘prijsopslag’ invoeren voor woningen die onder deze beperking vallen. Die opslag moet het mogelijk maken om de maximale huurprijs alsnog met tientallen euro’s per maand te verhogen. Op die manier hoopt Keijzer de balans te herstellen tussen betaalbaarheid voor huurders en voldoende rendement voor verhuurders.
De voorstellen van Keijzer passen binnen het bredere beleid van het huidige kabinet, waarin de focus ligt op het stimuleren van woningbouw en het behoud van betaalbare huurwoningen. Tegelijkertijd onderstreept de minister dat de maatregelen niet betekenen dat de bescherming van huurders wordt losgelaten. “Het blijft van belang dat huren betaalbaar blijven, maar dat betekent niet dat we verhuurders moeten wegjagen met regels die verhuren onaantrekkelijk maken,” aldus Keijzer.
De plannen stuiten inmiddels op kritiek vanuit de oppositie. Met name partijen als GroenLinks-PvdA en de SP reageren bezorgd op het voornemen om huren opnieuw te laten stijgen. SP-Kamerlid Sandra Beckerman noemt de plannen “een gevaarlijk signaal naar huurders”, en waarschuwt dat dit opnieuw leidt tot een huurstijging in een markt die al jaren kampt met onbetaalbaarheid. “In plaats van de huurder te beschermen, kiest de minister nu weer voor het rendement van de verhuurder,” aldus Beckerman.
Ook vanuit huurdersorganisaties klinken bezorgde geluiden. De Woonbond stelt dat het verhogen van de maximale huurprijs in een gespannen woningmarkt de positie van huurders verder verzwakt. “De wachtlijsten zijn lang, de huren hoog en het aanbod klein. Als de minister nu besluit de huurprijzen verder op te rekken, dan verergert dat de problemen alleen maar,” aldus directeur Zeno Winkels.
Aan de andere kant is de vastgoedsector juist positief over het voornemen van Keijzer. Brancheverenigingen als Vastgoed Belang en IVBN (Institutionele beleggers in Vastgoed Nederland) hebben al langer aangedrongen op meer ruimte binnen het huurbeleid. “Het huidige beleid knelt en leidt tot terugtrekking uit de markt,” stelt een woordvoerder van Vastgoed Belang. “Met deze stap wordt eindelijk erkend dat verhuurders ook ondernemers zijn die een reëel rendement nodig hebben.”
Vooralsnog bevinden de plannen van de minister zich in de verkennende fase. De exacte invulling van de prijsopslag en de gevolgen daarvan voor het woningwaarderingsstelsel moeten nog worden uitgewerkt. Keijzer heeft aangekondigd hierover in de komende weken in overleg te gaan met de betrokken partijen, waaronder gemeenten, verhuurders en huurdersorganisaties.
De verwachting is dat de nieuwe maatregel op korte termijn wordt besproken in de Tweede Kamer. De kans is groot dat het voorstel zal leiden tot een stevig politiek debat, waarin de balans tussen betaalbaarheid en beschikbaarheid van huurwoningen opnieuw centraal zal staan.
Met deze koerswijziging lijkt Keijzer een duidelijke keuze te maken: het behoud van het bestaande huuraanbod moet op dit moment prioriteit krijgen boven strikte prijsregulering. De komende maanden zal moeten blijken of deze aanpak daadwerkelijk leidt tot minder verkoop van huurwoningen – en of het politieke draagvlak ervoor groot genoeg is.
