Een meerderheid in de Tweede Kamer wil dat het landelijke vuurwerkverbod, dat deze week definitief werd aangenomen, pas ná de komende jaarwisseling van kracht wordt. De partijen JA21 en BoerBurgerBeweging (BBB) dienden daarvoor een motie in, die op brede steun kon rekenen. De reden: ondernemers die al grote voorraden vuurwerk hebben ingekocht, zouden anders met aanzienlijke verliezen worden geconfronteerd.
Hoewel de wet die het verbod regelt met de verwachte meerderheid werd aangenomen, is er binnen de Kamer nog verdeeldheid over de invoeringsdatum. Officieel zou het verbod direct ingaan, wat zou betekenen dat er bij de komende jaarwisseling al geen consumentenvuurwerk meer afgestoken mag worden. Volgens JA21 en BBB is dat onredelijk en ondoordacht.
“Het is niet fair om op zo’n korte termijn een verbod in te stellen,” stelt JA21-Kamerlid Annabel Nanninga. “Ondernemers zijn maanden, zo niet jaren, bezig met de inkoop van vuurwerk. Die zitten nu met volle magazijnen en geen enkel perspectief op compensatie.” Ook Caroline van der Plas van de BBB noemt het “een klap in het gezicht van een hele branche die jarenlang gewoon legaal en onder strikte regels heeft gewerkt.”
De motie, die oproept om het vuurwerkverbod pas na de jaarwisseling 2025-2026 in te laten gaan, kreeg steun van onder meer de VVD, PVV, SGP, NSC en enkele onafhankelijke fracties. Alleen partijen als GroenLinks-PvdA, D66, Partij voor de Dieren en Volt waren fel tegen het uitstel. Zij vinden dat het uitstellen van het verbod onnodig leed veroorzaakt bij hulpdiensten en inwoners die jaarlijks overlast ervaren van het vuurwerkgeweld.
Voorstanders van het verbod wijzen al jaren op de maatschappelijke en medische schade die gepaard gaat met het afsteken van vuurwerk door particulieren. Ziekenhuizen worden traditioneel overspoeld met slachtoffers met brandwonden en oogletsel, terwijl politie en brandweer vaak te maken krijgen met agressie en gevaarlijke situaties. Daarnaast speelt de milieu-impact een groeiende rol in het debat.
Dat de wet er nu eindelijk komt, is het resultaat van jarenlange discussies, lobby’s en pilots. Verschillende gemeenten voerden al op lokaal niveau een vuurwerkverbod in. De positieve effecten daarvan – minder letsel, minder overlast – gaven voorstanders een duwtje in de rug om het landelijk te regelen. Minister Dilan Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) gaf eerder al aan dat zij openstond voor een landelijke regeling, mits er draagvlak zou zijn.
Nu die wet er is, is de vraag vooral wanneer de invoering realistisch is. Volgens vuurwerkverkopers in Nederland is de timing ronduit desastreus. De brancheorganisatie voor vuurwerkondernemers, BPN (Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland), stelt dat veel ondernemers in het voorjaar van 2024 al bestellingen hebben gedaan bij producenten in China en elders in Azië. De producten worden vaak maanden van tevoren verscheept en liggen in sommige gevallen al opgeslagen in Nederlandse depots.
“Als dit verbod per direct zou ingaan, betekent dat voor veel winkels een economische ramp,” aldus BPN-woordvoerder Richard Mulder. “We praten over miljoenen euro’s aan onverkoopbare voorraad, zonder enige vorm van compensatie. Daar moet je als overheid niet lichtzinnig over doen.” Volgens BPN zijn er al bedrijven die overwegen hun deuren definitief te sluiten als het verbod niet wordt uitgesteld.
Tegenstanders van het uitstel wijzen echter op de urgentie van de maatregel. “Iedere jaarwisseling dat we wachten, leidt tot onnodige slachtoffers,” aldus GroenLinks-Kamerlid Laura Bromet. “We hebben nu eindelijk de kans om een einde te maken aan de chaos, het geweld en het letsel. Waarom zouden we daar nog een jaar mee wachten?” Ook D66 en de Partij voor de Dieren dringen aan op een onmiddellijke uitvoering van het verbod.
Minister Yeşilgöz moet nu beoordelen hoe zij de aangenomen motie gaat verwerken. Hoewel moties juridisch niet bindend zijn, volgt een kabinet ze in de praktijk meestal wel als er een meerderheid voor is. De verwachting is dan ook dat de invoering van het verbod wordt doorgeschoven naar na de jaarwisseling van 2025-2026. Dat geeft zowel ondernemers als gemeenten tijd om zich voor te bereiden op het nieuwe beleid.
De komende maanden zal duidelijk worden wat de exacte regels en gevolgen van het verbod zijn. In grote lijnen komt het erop neer dat consumenten geen knalvuurwerk en siervuurwerk meer mogen afsteken. Vuurwerkshows door professionals blijven toegestaan, mits goedgekeurd en beveiligd. Ook zal er extra worden ingezet op handhaving en publieksvoorlichting.
De vuurwerkbranche zelf beraadt zich intussen op verdere stappen. Er wordt gekeken naar juridische mogelijkheden voor compensatie, nu de overheid via wetgeving de verkoop ernstig inperkt. Daarnaast willen veel ondernemers verduidelijkt hebben wat er met de reeds ingekochte voorraden moet gebeuren: opslaan, vernietigen of terugzenden is lang niet altijd een realistische optie.
Wat wél vaststaat: Nederland gaat, na jaren van discussie, richting een vuurwerkvrij tijdperk voor consumenten. Hoe snel dat gaat en hoe pijnlijk die overgang zal zijn voor de betrokken ondernemers, wordt de komende tijd zichtbaar.
