Frans Timmermans wil het politieke landschap in Nederland fundamenteel veranderen. De fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA pleit voor de oprichting van een brede, progressieve volkspartij die het politieke midden naar links moet trekken. In een toespraak in Utrecht ontvouwde hij zijn plannen om via samenwerking met gelijkgestemde partijen een krachtig alternatief te bieden voor wat hij noemt de “schadelijke bezuinigingspolitiek” van de afgelopen jaren.
De toespraak markeerde volgens Timmermans een “volgende stap” in de integratie van GroenLinks en de PvdA. De partijen, die bij de verkiezingen in november al gezamenlijk meededen, zouden volgens hem niet moeten blijven hangen in een formele fusie, maar moeten uitgroeien tot een nieuwe partij met een duidelijke volkspartij-identiteit. “We moeten bouwen aan een brede beweging waarin sociaaldemocratische en groene idealen samengaan en elkaar versterken,” aldus Timmermans.
De oud-Eurocommissaris wil af van het beeld dat links alleen maar bestaat uit kleine, ideologische zuilen. Hij ziet ruimte voor een grotere, inclusieve partij die de kiezers in het midden van het politieke spectrum weer weet te binden. Daarmee doelt hij op mensen die zich volgens hem in de steek gelaten voelen door het liberalisme en het opkomende radicaal-rechts. “Daar is te weinig ruimte voor solidariteit, voor de overheid als schild tegen onzekerheid. Mensen worden teruggeworpen op zichzelf, alsof ieder probleem een individueel falen is,” zei hij tijdens zijn toespraak.
Timmermans benadrukte dat hij zich zorgen maakt over de koers van Nederland. Volgens hem hebben decennia van marktwerking en bezuinigingen geleid tot een samenleving waarin veel mensen afhaken. “We zijn op een punt gekomen waarop we opnieuw moeten bepalen wat de overheid voor mensen betekent. De overheid moet weer groot durven zijn in het oplossen van grote problemen,” aldus de GroenLinks-PvdA-leider.
Als het aan Timmermans ligt, wordt de nieuwe partij een platform voor het hervormen van de publieke sector. In zijn visie komt er een toekomstfonds van 25 miljard euro waarmee de zorg, het onderwijs en de infrastructuur van Nederland ingrijpend moeten worden vernieuwd. Winstmaximalisatie en marktwerking in de publieke sector moeten plaatsmaken voor mensgericht beleid. “Zorg en onderwijs zijn geen verdienmodellen. Ze zijn fundamenten van een fatsoenlijke samenleving.”
Een belangrijk project binnen dit plan is de aanleg van de Lelylijn, de veelbesproken spoorlijn tussen Lelystad en Groningen. Timmermans wil dat deze lijn niet alleen wordt doorgetrokken naar het Noorden van Nederland, maar zelfs tot aan Hamburg. “We moeten durven denken in Europese verbindingen. Nederland is geen eiland,” stelde hij.
De financiering van het toekomstfonds moet gedeeltelijk komen uit hogere belastingen voor de rijkste Nederlanders. Hoeveel dit precies moet opleveren, liet Timmermans nog in het midden. Wel gaf hij aan dat hij een eerlijkere verdeling van de lasten noodzakelijk acht. “Het is tijd dat mensen met brede schouders een groter deel van de last dragen,” zei hij. “Dat is niet alleen eerlijk, het is ook noodzakelijk om opnieuw te investeren in wat ons bindt.”
Hoewel Timmermans zich dus voornamelijk richt op de sociaaleconomische thema’s, was er ook kritiek op de tegenstanders in het huidige politieke spectrum. Hij zette zich nadrukkelijk af tegen rechtse partijen en ideologieën, waarbij hij verwees naar het huidige gebrek aan solidariteit en verantwoordelijkheidszin. “De samenleving wordt uitgehold als we alles aan de markt overlaten. We hebben juist nu een overheid nodig die er wél is als mensen het moeilijk hebben.”
Binnen zijn eigen partij is de steun voor de plannen van Timmermans groot, maar de oproep tot een nieuwe volkspartij komt ook op een gevoelig moment. Hoewel GroenLinks en de PvdA inmiddels op veel fronten samenwerken, bestaan er binnen beide achterbannen nog zorgen over de eigen identiteit. Timmermans erkent dat, maar wijst op het grotere belang. “We moeten voorbij onze verschillen kijken. Alleen dan kunnen we op links weer echt het verschil maken.”
Of andere progressieve partijen als D66, Volt of SP zich willen verbinden aan deze “nieuwe volkspartij” is nog niet duidelijk. In zijn toespraak noemde Timmermans geen namen, maar hij hintte wel op samenwerking met “alle partijen die sociale rechtvaardigheid, klimaatverantwoordelijkheid en gelijke kansen voor iedereen centraal stellen.”
Het plan van Timmermans komt op een moment waarop de politieke kaarten opnieuw worden geschud. De vorming van een rechts kabinet onder leiding van de PVV is in volle gang, en veel linkse kiezers zoeken naar een tegenwicht. Timmermans hoopt dat zijn brede volkspartij dat tegenwicht kan bieden. “Niet alleen in de Kamer, maar ook op straat, op schoolpleinen, in buurthuizen. We moeten een beweging bouwen waarin iedereen zich weer vertegenwoordigd voelt.”
Zijn oproep heeft al de nodige reacties losgemaakt. Politiek commentator Xander van der Wulp sprak van “een gedurfde maar logische stap”, terwijl anderen zich afvragen of het politieke midden nog wel wil opschuiven naar links. De komende maanden zullen moeten uitwijzen of Timmermans zijn woorden kan omzetten in een daadwerkelijke herstructurering van de linkse politiek in Nederland.
