Jack van Gelder vindt het opvallend dat Forum voor Democratie (FVD) nauwelijks spreektijd krijgt in de grote praatprogramma’s, terwijl partijleider Lidewij de Vos volgens hem wél de moeite waard is om te horen. In De Oranjezondag liet de sportverslaggever merken dat hij geen aanhanger van FVD is, maar wel gecharmeerd is van De Vos. Hij vraagt zich af waarom zij nergens aanschuift en waarom talkshows niet vaker een afwijkend geluid laten horen.
Sportverslaggever met mediakritiek
Van Gelder gebruikte het podium van De Oranjezondag om zijn frustratie te uiten over de afwezigheid van De Vos in het talkshowcircuit. Zijn punt is tweeledig: enerzijds het gebrek aan pluriformiteit op televisie, anderzijds het specifieke geval van De Vos, die in zijn ogen helder, to-the-point en dossierkundig communiceert. Dat Van Gelder zichzelf nadrukkelijk geen FVD-stemmer noemt, geeft zijn kritiek extra lading: het gaat hem, zegt hij, niet om de partij, maar om het recht van een relevante politieke speler op een gelijkwaardige plek aan tafel.
Die redenering raakt aan een terugkerend debat in Hilversum: wanneer is een partijleider ‘groot genoeg’ of ‘relevant genoeg’ om talkshowtijd te verdienen? Wie de redenering van Van Gelder volgt, wijst op peilingen en nieuwswaarde. FVD staat volgens recente peilingen zevende en heeft in de Tweede Kamer zes zetels. Dat maakt De Vos in elk geval formeel een speler van betekenis in het politieke veld.
Media-analyse: stilte rond De Vos
Mediaduider Victor Vlam vindt de situatie eveneens opmerkelijk. Hij telde dat De Vos in geen enkele grote talkshow te zien is geweest, op twee bezoeken aan het programma van Thomas van Groningen na. Dat steekt, zegt hij, omdat kopstukken van vergelijkbare of zelfs kleinere partijen wel regelmatig aanschuiven. Als een partij zevende staat in de peilingen en een fractie in de Kamer heeft, mag je volgens Vlam verwachten dat de partijleider met enige regelmaat aan tafel verschijnt voor debat, duiding en verantwoording.
Het brengt een bredere vraag naar boven: op basis waarvan selecteren redacties hun gasten? Zijn dat journalistieke criteria als actualiteit, nieuwswaarde en tegenspraak? Of wegen reputatie en het risico op controverse zwaarder? De casus-De Vos legt die spanning bloot, vinden critici. De redactionele drempel lijkt hoger te liggen dan haar actuele positie in de politieke rangorde zou doen vermoeden.
Waarom De Vos volgens voorstanders meer zendtijd verdient
Presentator Hélène Hendriks wilde in De Oranjezondag eerst weten waarom Van Gelder De Vos vaker wil zien. Volgens hem spreekt zij, ondanks haar jonge leeftijd van 28 jaar, volwassen en inhoudelijk over thema’s die de campagne domineren. Hendriks somde het rijtje op: asiel, klimaat, woningmarkt. Ondersteuners van die visie stellen dat De Vos juist daarom aan tafel moet: om bij te dragen aan het inhoudelijke debat, niet om ophef te maken.
Voorstanders benadrukken dat kijkers vooral gebaat zijn bij zichtbare verschillen tussen partijen. Laat zien waar partijen voor staan, is de gedachte, en laat de beste argumenten spreken. In dat licht is afwezigheid van een partijleider die in de peilingen stevig meedraait, volgens hen moeilijk uitlegbaar.
Campagne zichtbaar, talkshowtafels gesloten
Politiek verslaggever Thomas van Groningen wijst erop dat FVD ondertussen via andere kanalen wél nadrukkelijk in beeld is. De campagne van De Vos is langs snelwegen en op grote borden aanwezig. De zichtbaarheid is zo groot dat het bijna een persoonlijk cultuurtje suggereert, aldus zijn knipoog: bij wijze van spreken zou een buitenstaander denken dat De Vos de onbetwiste leider is louter op basis van de hoeveelheid borden. Tegelijkertijd komt daar weinig tv-exposure bij: uitnodigingen voor de grote tafels blijven uit. De Vos zelf zegt dat er überhaupt geen verzoeken binnenkomen.
De discrepantie tussen zichtbaarheid in het straatbeeld en onzichtbaarheid in de talkshows is prikkelend. Enerzijds bevestigt het dat campagnes niet meer uitsluitend leunen op televisie; partijen benutten buitenreclame en online platforms om direct invloed te hebben. Anderzijds onderstreept het hoe bepalend het tv-podium in Nederland nog steeds is om het brede publiek te bereiken en een stem te positioneren in het centrum van het debat.
De erfenis van Baudet weegt door
Hendriks begrijpt waarom redacties huiverig zijn. De controverse rond voormalig FVD-leider Thierry Baudet werkt door in hoe omroepen de partij inschatten. Zijn optredens en uitspraken zorgden in het verleden geregeld voor commotie, en redactionele teams willen dreigende ruis of escalatie voorkomen. Dat De Vos juist als nieuw gezicht naar voren is geschoven, was mede bedoeld om een andere toon te zetten.
Van Groningen wijst op de frictie: Baudet nam afstand van het boegbeeldschap en droeg het stokje over aan De Vos met de hoop dat zij wel weer welkom zou zijn in talkshows. Tot dusver lijkt die reset niet het beoogde effect te hebben. De verwachting dat het imago van de partij onder nieuw leiderschap automatisch de redactiedrempel verlaagt, blijkt niet uit te komen.
Pluriformiteit versus redactionele afweging
De kwestie schuurt langs een principe dat in het mediadebat zwaar weegt: pluriformiteit. Publieke en commerciële omroepen zeggen verschillende geluiden te willen laten horen. Tegelijk kiezen redacties gasten op basis van een mix van nieuwswaarde, deskundigheid, debatvaardigheid en risico-inschatting. Als een partij eerder voor controverse zorgde, kan de balans doorslaan naar voorzichtigheid, zelfs wanneer een nieuwe leider met een andere toon in beeld komt.
Voor politieke partijen is dat dubbel. Enerzijds is er geen vanzelfsprekend recht op zendtijd. Anderzijds wordt de keuze om iemand niet uit te nodigen al snel uitgelegd als partijdigheid. In dit spanningsveld wordt elke afweging uitvergroot. Voorstanders van uitnodigen benadrukken het journalistieke nut van scherpe, maar feitelijke tegenspraak. Tegenstanders waarschuwen voor normalisering van omstreden standpunten. Bij De Vos komt daar nog bij dat voor- en tegenstanders twisten over de vraag in welke mate zij los te zien is van de erfenis van Baudet.
Gevolgen voor campagne en publiek debat
Voor FVD betekent de beperkte talkshowtoegang dat het campagnegewicht verschuift naar buitenreclame, sociale media en eigen kanalen. Dat kan effectief zijn in het mobiliseren van bestaande achterban, maar maakt het moeilijker om zwevende kiezers te bereiken die juist via de grote praatprogramma’s hun beeld vormen. Tegelijk lopen talkshows het risico een deel van het politieke spectrum minder te belichten, wat de indruk van bias kan voeden en het gevoel van uitsluiting bij kiezers kan versterken.
Voor De Vos persoonlijk is de spagaat duidelijk. Zij profileert zich als een jonge partijleider met brede dossierkennis, maar krijgt weinig gelegenheden om die claim live te toetsen in debat met andere kopstukken. Dat gemis aan confrontatie kan haar groei remmen, maar kan haar ook de ruimte geven om via eigen kanalen consistente, ononderbroken boodschappen te brengen. Het is in die zin een strategische keuze met voor- en nadelen aan beide kanten.
Vooruitblik: blijft de deur dicht?
De vraag is of de redactionele lijn kantelt naarmate de campagne vordert. Wanneer het nieuws zich opstapelt en de race om aandacht intensiveert, kijken redacties soms opnieuw naar wie aan tafel moet zitten om het debat compleet te maken. Een reeks sterke optredens buiten het talkshowcircuit, of een concreet nieuwsfeit dat De Vos direct raakt, kan de redactionele calculus veranderen. Tot die tijd blijft de paradox bestaan: een zichtbaar campagnebeeld in het land, tegenover een vrijwel onzichtbare aanwezigheid aan de tafels die traditioneel het politieke gesprek domineren.
Kortom: de discussie rond De Vos draait niet alleen om één partijleider, maar om de bredere vraag hoe talkshows de balans vinden tussen journalistieke behoedzaamheid en de plicht om het politieke speelveld eerlijk en volledig te representeren. Zolang die balans zoek is, zal het wringen – in de studio’s, in de campagnebureaus en bij de kijker thuis.








