De titel waarnaar werd verwezen is niet beschikbaar, maar de vraag is wel actueel: loopt Feyenoord risico door stijgende salarissen? Het sportieve succes van de afgelopen jaren heeft de club op een hoger niveau gebracht, met meer inkomsten én hogere verwachtingen. Dat werkt door in contracten, bonussen en marktwaarde. Tegelijk wil Feyenoord gezond en duurzaam blijven. Hoe ligt de balans?
Achtergrond: Groei na sportief succes
Na de landstitel en meerdere sterke Europese campagnes is Feyenoord financieel gegroeid. Europees prijzengeld, hogere televisiegelden, meer recettes en commerciële deals hebben de omzet opgestuwd. Met een bredere selectie, internationals en spelers die in trek zijn bij buitenlandse clubs, stijgt logisch ook de loonpost. Dat is niet uniek: elke club die structureel hoger presteert, maakt deze beweging.
Belangrijk is hoe je die groei in goede banen leidt. Clubs die te snel vaste kosten verhogen, kunnen in problemen komen als sportieve resultaten terugvallen. Denk aan mislopen van Europees voetbal of vroegtijdige uitschakeling. De kernvraag is dus niet of salarissen stijgen, maar of ze stijgen binnen een verantwoord plan.
Hoe werken salarissen in de Eredivisie?
In Nederland zijn clubbudgetten bescheidener dan in de topcompetities. Om aantrekkelijk te blijven, werken clubs met een mix van basissalaris, prestatiebonussen en doorverkoopbonussen voor spelers en hun vorige clubs. Vooral bonussen bij plaatsing voor Europees voetbal of het behalen van prijzen zijn een manier om beloning te koppelen aan inkomsten. Zo houd je vaste lasten lager in mindere jaren.
Een veelgebruikte graadmeter is de verhouding tussen loonkosten en omzet. Europees wordt vaak 60 tot 70 procent genoemd als gezonde bandbreedte. Zit je daar ver boven, dan ben je afhankelijk van transfers of incidentele inkomsten. Feyenoord probeert binnen deze marges te opereren, met variabele beloningscomponenten die meebewegen met sportief succes.
Wat verandert er bij Feyenoord?
Succes heeft een prijs. Spelers die kampioen worden, internationals worden of uitblinken in Europa, vragen logischerwijs betere voorwaarden. Bovendien wil je kernspelers langer binden, wat leidt tot contractverlengingen met verbeterde salarissen. Tegelijkertijd wil Feyenoord concurreren om titels en Europees overwinteren, wat een bredere en kwalitatief sterke selectie vereist. Dat alles duwt de salarisstructuur omhoog.
De club stuurt daarom op een helder salarisgebouw met duidelijke treden. Jong talent begint lager, groeit door prestaties, en absolute topverdieners blijven vergeleken met buitenlandse topclubs nog altijd bescheiden. Premies koppelen aan Europese deelname is daarbij cruciaal. Valt dat weg, dan dalen bonussen automatisch mee.
De risico’s bij stijgende lonen
Het grootste risico is dat vaste kosten te hard stijgen ten opzichte van voorspelbare inkomsten. Een jaar zonder groepsfase in Europa, of een vroege uitschakeling, kan dan gaten slaan. Ook speelt inflatie een rol: hogere kosten voor organisatie en stadionfaciliteiten drukken op het totaal. Daarnaast kan het mislopen van een geplande grote transfer zorgen voor spanning in het model.
Nog een aandachtspunt is de kleedkamerbalans. Als enkele spelers flinke verbeteringen krijgen, volgen vaak meer verzoeken. Een strak en transparant beleid voorkomt onrust. Ten slotte is er sportief risico: bij blessures of vormdippen blijft een hoog salaris lopen, terwijl de output tijdelijk lager is. Daar staat tegenover dat je zonder dat risico geen vaste waarde in huis houdt.
Vergelijking met Ajax en PSV
In Nederland zijn Ajax en PSV traditioneel de clubs met de grootste budgetten. Feyenoord heeft in de afgelopen seizoenen een inhaalslag gemaakt, maar opereert doorgaans nog iets onder de salaristop van die concurrenten. Belangrijk verschil is de stadion- en commerciële omvang: Feyenoords matchday-inkomsten zijn stabiel, maar de rek is beperkt zonder grootschalige stadionvernieuwing. Dat vraagt om extra scherpte op kostenbeheersing.
Sportief is de kloof kleiner geworden door slimme scouting, doorontwikkeling van talent en een duidelijke speelstijl. De financiële strategie moet die sportieve aanpak ondersteunen: gericht investeren, waarde creëren en op het juiste moment verkopen.
UEFA-regels en licentie-eisen
Europa werkt toe naar strengere normen waarbij de totale selectie-uitgaven (salarissen spelers en staf, plus transfersommen afgeschreven over contractduur) rond 70 procent van de omzet moeten blijven. Nederlandse licentie-eisen vragen daarnaast om tijdige betaling en een gezond eigen vermogen. Voor Feyenoord betekent dit: weging van elke contractverlenging, controle op de salarishuis-groei en realistische begrotingen die niet leunen op onzekere inkomsten.
Wat hoor je uit de club en van analisten?
De clubleiding benadrukt al langer dat Feyenoord duurzaam wil opereren: sportieve ambitie binnen een financieel verantwoord kader. Analisten wijzen erop dat het niet de absolute hoogte van een salaris is die risico’s veroorzaakt, maar het aandeel van vaste loonkosten in de totale begroting. Variabele beloning, tijdige transfers en langlopende contracten voor kernspelers helpen om de balans te bewaren.
Onder supporters leeft begrip voor het vasthouden van sterkhouders, maar ook de zorg dat het salarisniveau niet sluipend uit de pas gaat lopen. Transparantie over beleid en keuzes helpt om die spanning te verminderen.
Scenario’s voor de komende transferzomer
Om het loongebouw gezond te houden, zijn een paar scenario’s waarschijnlijk:
- Gerichte verkoop: jaarlijks één of twee uitgaande transfers tegen goede prijzen om ruimte te creëren voor nieuwe investeringen en het loongebouw.
- Contractmanagement: vroegtijdig verlengen met talenten om waarde te borgen, en tijdig afscheid nemen als vraag en aanbod te ver uit elkaar liggen.
- Variabele deals: bonussen en doorverkooppercentages gebruiken om vaste salarissen niet te ver op te schroeven.
- Doorstroom uit de jeugd: eigen talenten bieden kwaliteit tegen beheersbare kosten en creëren transferwaarde.
- Selectieve aankopen: liever minder spelers van hogere kwaliteit die echt passen, dan volume dat de loonlijst opjaagt.
Is Feyenoord in problemen?
Op dit moment is er geen harde aanwijzing dat Feyenoord financieel in de knel komt door salarissen alleen. De club profiteert van sportieve groei en lijkt de loonontwikkeling te koppelen aan prestaties en inkomsten. Dat is prudent. De kwetsbaarheid zit, zoals bij elke club in een kleinere markt, in de afhankelijkheid van Europees voetbal en transfers. Worden die twee pijlers een seizoen gemist, dan vraagt dat om bijsturen.
De kunst is om geen korte-termijnbeslissingen te nemen die de flexibiliteit van morgen wegnemen. Zolang Feyenoord vasthoudt aan een duidelijk salarisgebouw, variabele beloning en strategische transfers, blijft het risico beheersbaar.
Conclusie en vooruitblik
Stijgende salarissen zijn een logisch gevolg van sportief succes. Voor Feyenoord ligt de sleutel in de verhouding tussen vaste lasten en voorspelbare inkomsten. Met een mix van prestatiebonussen, gericht transferbeleid en contractmanagement kan de club zijn selectie sterk houden zonder de financiële remmen los te gooien. De komende transferzomer wordt daarin opnieuw een meetmoment: lukt het om waarde te verzilveren, de kern te behouden en het loongebouw strak te houden?
Als die balans bewaakt blijft, is er geen reden om nu te spreken van acute problemen. Maar waakzaamheid blijft nodig. In een markt waar geld snel stroomt en wegvloeit, wint de club die het beste vooruit plant. Voor Feyenoord betekent dat: blijven presteren, slim handelen op de transfermarkt en het salarisbeleid koppelen aan wat er op het veld en in de boekhouding binnenkomt.








