Geert Wilders heeft fel uitgehaald naar D66 nadat duidelijk werd dat de veelbesproken belofte om tien nieuwe steden te bouwen door de partij als een metafoor is bedoeld. In een bericht op X noemde de PVV-leider D66 “politieke maffia” en sprak hij van schaamteloos gedrag. De discussie komt op een gevoelig moment: de vorming van een nieuwe regering staat nog in de startblokken en de woningnood drukt zwaar op de samenleving.
De aanleiding: Van belofte naar metafoor
Tijdens de verkiezingscampagne van 2025 presenteerde D66 het idee van tien nieuwe steden als een opvallend toekomstplan. De boodschap was helder: Nederland moet veel groter en slimmer bouwen om de woningcrisis het hoofd te bieden en tegelijk duurzame, moderne stedelijke gebieden ontwikkelen. Het plan kreeg breed aandacht in debatten, interviews en toespraken van partijleider Rob Jetten.
Nu, kort na de stembusgang, klinkt een andere uitleg. Volgens D66 ging het bij die “tien nieuwe steden” niet om een concreet bouwprogramma met locaties en tijdpad, maar om een manier om de noodzaak van groots denken over woningbouw en duurzaamheid te onderstrepen. De partij wil, zo luidt de toelichting, vooral de ambitie uitspreken om op schaal te bouwen en tegelijk kwaliteit en leefbaarheid te bewaken. Voor tegenstanders en twijfelende kiezers wekt dat de indruk dat een stevige belofte is afgezwakt tot een beeldspraak.
Reactie van Wilders
Wilders reageerde fel en verwijt D66 kiezersbedrog nog voordat de coalitiegesprekken goed en wel begonnen zijn. In zijn bericht op X schreef hij: “Tien nieuwe steden bouwen was vóór de verkiezingen een belofte van @D66 en daarna ineens een ‘metafoor’. Ongelooflijk. Schaamteloos. Politieke maffia.” De PVV-voorman grijpt daarmee terug op een terugkerend thema in zijn kritiek: partijen die voor de verkiezingen grootse plannen presenteren, maar achteraf de belofte nuanceren of intrekken.
De toon van Wilders is scherp, maar zijn aanklacht raakt aan een bredere gevoeligheid. Het vertrouwen in de politiek is bij veel mensen broos. Wanneer woorden achteraf anders blijken te betekenen dan kiezers dachten, laait de irritatie snel op. In het huidige klimaat, waarin wonen, zorg en koopkracht de agenda domineren, wordt elk woord op een goudschaaltje gewogen.
Wat bedoelt D66 precies?
D66 benadrukt dat het niet om een uitgewerkt bouwplan ging. Met “tien nieuwe steden” wilde de partij duidelijk maken dat de schaal van de woningbouw fors omhoog moet, en dat daarbij duurzaamheid en slimme verstedelijking leidend zijn. Denk aan het combineren van wonen, openbaar vervoer, werk en groen; het verdichten rondom knooppunten; en het bouwen van complete, leefbare wijken in plaats van losse projecten.
Die uitleg laat tegelijk vragen open. Kiezers en partijen willen weten wat dit in de praktijk betekent: hoeveel woningen, waar, wanneer, en met welk budget? Hoe verhouden nieuwe gebieden zich tot binnenstedelijke verdichting? Welke rol is er voor provincies en gemeenten? D66 zal in de komende weken en maanden meer helderheid moeten geven, zeker als de partij wil meedoen aan het vormen van beleid voor de komende jaren.
De kloof tussen Haagse taal en het dagelijks leven
Het woordgebruik rond “metafoor” raakt een gevoelige snaar. Veel mensen zoeken al jaren naar een betaalbaar huis en hebben weinig aan abstracte beloftes. Als een campagneplan achteraf wordt gepresenteerd als beeldspraak, wordt dat snel uitgelegd als draaien of misleiding. Politieke taal die bedoeld is om visie te tonen, kan voor woningzoekenden klinken als uitstel of relativering.
In die spanning liggen kansen en risico’s voor alle partijen. Helder spreken en vervolgens leveren is cruciaal. Zonder concreet tijdpad en harde afspraken verdampt het vertrouwen. De les is dus even simpel als lastig: kiezers willen realistische plannen die tastbaar worden in vergunningen, bouwkranen en sleuteloverdrachten.
Communicatiestijlen die botsen
De tegenstelling tussen D66 en de PVV is ook een kwestie van stijl. D66 kiest graag voor visie en concepten om richting te geven aan beleid. Wilders spreekt in directe, scherpe bewoordingen die onmiddellijk duidelijk maken waar hij staat. In het mediadebat komt het daardoor snel tot botsingen: de een wil ruimte om ambities te kaderen, de ander vraagt harde beloften die meteen te controleren zijn.
Die dynamiek speelt Wilders in de kaart op thema’s waar ongeduld groot is, zoals wonen. Tegelijk dwingt het D66 om preciezer te zijn: als “tien nieuwe steden” symbooltaal is, wat is dan het concrete alternatief? Hoeveel extra woningen per jaar wil de partij realiseren, hoe worden procedures versneld, en welke locaties komen als eerste in beeld? Het politieke gesprek verschuift zo van slogans naar uitvoerbaarheid.
Gevolgen voor de formatie
Voor de aanstaande formatiegesprekken is dit een test op betrouwbaarheid en helderheid. Partijen die straks moeten samenwerken, willen weten waarop ze elkaar kunnen afrekenen. Als campagnebeloftes rekbaar blijken, wordt het lastiger om vertrouwen te bouwen aan de onderhandelingstafel. De PVV zal dit onderwerp blijven gebruiken om druk te zetten en D66 tot nauwkeurigheid te dwingen.
Anderzijds heeft D66 een belang om snel met concrete woonvoorstellen te komen, bijvoorbeeld via een combinatie van grote gebiedsontwikkelingen, versnelde binnenstedelijke bouw en betere ov-verbindingen. Een pakket met duidelijke mijlpalen, financiering en wetgeving kan de discussie kantelen van woorden naar daden.
De kern: bouwen, versnellen, leveren
Uiteindelijk draait het om uitvoering. Nederland kampt met een groot tekort aan betaalbare woningen, oplopende wachttijden en stijgende huur- en koopprijzen. Wie straks regeert, zal keuzes moeten maken over grond, infrastructuur, stikstofruimte, procedures en arbeidskrachten. Dat vergt samenwerking tussen rijk, provincies, gemeenten en marktpartijen, en een overheid die doorpakt waar het vastloopt.
Of “tien nieuwe steden” nu een metafoor was of niet: het werkelijke toetsmoment komt op het moment dat vergunningen worden verleend en projecten starten. Kiezers zullen kijken naar aantallen, tempo en betaalbaarheid. Alles wat dat dichterbij brengt, helpt het vertrouwen in de politiek te herstellen. Alles wat dat vertraagt, voedt de scepsis.
Vooruitblik
De felle woordenwisseling tussen Wilders en D66 zal niet de laatste zijn in een formatie waarin wonen centraal staat. De komende tijd is het aan D66 om de intentie achter de “tien steden” te vertalen naar concreet beleid. En het is aan alle partijen om te laten zien dat ze het verschil begrijpen tussen visie en uitvoering, en dat ze bereid zijn om knopen door te hakken.
De inzet is helder: zonder duidelijk, haalbaar en meetbaar woonbeleid blijft de discussie over woorden hangen. Met een scherp plan, harde afspraken en zichtbare resultaten kan het debat verschuiven naar waar het kiezers om te doen is: meer betaalbare huizen, sneller gebouwd en goed bereikbaar. Daarop zullen politici uiteindelijk worden beoordeeld.








