De formatie is begonnen en de eerste lijnen worden zichtbaar. Meerdere partijen richten zich op een rechtser kabinet, terwijl D66-leider Rob Jetten blijft aandringen op een brede samenwerking in het midden. Die zogenoemde middenvariant zou bestaan uit VVD, CDA, D66 en GroenLinks-PvdA. In de praktijk blijkt de animo daarvoor echter beperkt. Zelfs binnen GroenLinks-PvdA klinkt voorzichtigheid, en ook VVD en CDA leggen de nadruk op mogelijkheden aan de rechterkant. Het speelveld is daarmee snel duidelijk: de vraag is niet alleen welke partijen kunnen, maar vooral welke partijen willen samenwerken.
Context Van De Formatie
In Nederland vergen kabinetsformaties tijd, compromis en draagvlak. Geen enkele grote partij heeft alleen een meerderheid, waardoor samenwerking onvermijdelijk is. In de afgelopen jaren zagen we coalities met VVD, D66 en CDA, soms aangevuld met andere partners. Na de verkiezingen is de verwachting veelal dat de winnaar of een combinatie van grote spelers het initiatief neemt, gevolgd door gesprekken met potentiële partners om inhoudelijke overeenkomsten te verkennen.
Dit keer lijkt de richting van het electoraat rechter te liggen dan in eerdere rondes. Dat zie je terug in de voorkeuren die verschillende partijen uitspreken. Tegelijkertijd wordt er gekeken naar stabiliteit: welke combinatie kan de komende jaren leveren op thema’s als migratie, klimaat, stikstof, woningbouw en koopkracht?
De Positie Van D66 En Rob Jetten
Rob Jetten presenteert zich als voorstander van een brede middencoalitie. Volgens D66 is dat het beste recept voor een stabiel bestuur dat oog heeft voor klimaat, economie en internationale samenwerking. Het idee: kiezers hebben behoefte aan voorspelbaarheid en aan beleid dat niet te sterk naar één kant overhelt.
De werkelijkheid aan de onderhandelingstafel is weerbarstiger. Andere partijen reageren terughoudend op het plan. Intern bij D66 geldt dat sterke groene ambities en een pro-Europese koers stevig verankerd zijn. De vraag is of daar aan de formatietafel veel ruimte voor is in combinatie met partijen die juist op migratie, stikstof en belastingen een andere richting willen kiezen.
Groenlinks-PvdA Houdt De Deur Op Een Kier
Opvallend is dat ook GroenLinks-PvdA, onder leiding van partijvoorzitter Jesse Klaver, voorlopig geen haast maakt met een coalitie zoals D66 die voorstaat. De partij is beducht voor herhaling van eerdere dynamieken, waarin deelname of intensieve samenwerking met regeringspartijen tot electorische slijtage kan leiden. Daarnaast wil GroenLinks-PvdA dat sociale zekerheid, klimaatdoelen en gelijke kansen stevig in een regeerakkoord verankerd worden, voordat instappen überhaupt bespreekbaar is.
Voor de achterban van GroenLinks-PvdA speelt nog iets mee: samenwerking met de VVD ligt gevoelig, zeker als dat betekent dat er compromissen moeten worden gesloten op klimaat, arbeidsmarkt of herverdeling. Daarom blijft de toon behoedzaam en worden opties opengehouden, maar zonder concrete stappen richting de middenvariant van D66.
Rechts Zoekt Naar Een Werkbare Meerderheid
VVD en CDA laten intussen weten dat de kansen vooral aan de rechterkant liggen. Die lijn wordt in het publieke debat gezien als een reactie op de verkiezingsuitslag en op de wens van kiezers om scherper beleid te voeren op veiligheids- en migratiedossiers, en om meer tempo te maken met woningbouw en lastenverlichting. Ook partijen als JA21 spreken zich uit voor een rechtser bestuur, al is het nog onduidelijk of en hoe zulke partijen aan tafel komen in een stabiele combinatie.
Bij de VVD is de boodschap helder: koers houden, beloftes uit de campagne waarmaken en zoeken naar partners die die richting delen. Het CDA benadrukt op zijn beurt dat er inhoudelijk meer overlap is met centrumrechtse partijen op onderwerpen zoals regie op migratie, versterking van de rechtsstaat en een voorspelbare economie. Dat maakt de kans op afspraken groter dan in een brede middenvariant, waar spanningen juist kunnen oplopen.
Inhoudelijke Breekpunten
De contouren van de breekpunten zijn bekend. Op klimaat en stikstof willen partijen die een middenvariant steunen doorgaans sneller en verdergaande stappen zetten, inclusief stevige investeringen en strikte normen. Aan de rechterkant ligt de nadruk eerder op uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en het temporiseren van doelen als dat nodig is. Op migratie willen centrumrechtse partijen meer beperking en controle, terwijl linkse partijen juist hechten aan humane opvang en Europese afstemming met duidelijke afspraken.
Daarnaast spelen de overheidsfinanciën, de kosten voor huishoudens en de aanpak van de woningnood een grote rol. De vraag is welke combinatie bereid is om duidelijke keuzes te maken: versnellen van bouwprocedures, het terugdringen van regeldruk voor bedrijven, en tegelijk de koopkracht van kwetsbare groepen beschermen. Een brede coalitie kan hier breed draagvlak bieden, maar de inhoudelijke afstand kan de besluitvorming bemoeilijken. Een rechter kabinet kan sneller knopen doorhakken op veiligheid en migratie, maar zal op draagvlak van de linkse oppositie moeten rekenen bij gevoelige sociaal-economische maatregelen.
Wat Betekent Dit Voor De Onderhandelingen
De eerste fase van verkennen draait om posities en bereidheid. Dat D66 een middenvariant bepleit, zet druk op VVD en CDA om te laten zien hoe een alternatief eruitziet. Omgekeerd dwingt de voorkeur voor rechts D66 en GroenLinks-PvdA om te bepalen waar hun grenzen liggen en of zij vanuit de oppositie meer invloed denken te hebben dan aan de onderhandelingstafel.
De onderliggende vraag is politiek strategisch: willen partijen helder verschil maken met hun profiel, of kiezen ze voor bestuurlijke samenwerking en compromissen? De recente electorale dynamiek wijst erop dat kiezers duidelijkheid waarderen. Dat kan pleiten voor een meer eenduidige coalitie, die zich concentreert op een paar grote doelen, met afspraken over uitvoering en meetbare resultaten.
Scenario’s Vooruit
Er zijn grofweg drie richtingen. Eén: een centrumrechts kabinet, waarbij VVD en CDA steun zoeken bij partijen die op migratie, economie en veiligheid dichterbij staan. Twee: een brede middenvariant, met D66 en GroenLinks-PvdA aan boord, mits de inhoudelijke kloof te dichten valt. Drie: een minderheidsvariant, waarbij een kleinere kern regeert en per onderwerp steun zoekt in de Kamer. Elk scenario kent zijn eigen risico’s: stabiliteit, tempo van besluitvorming en de vraag of er voldoende draagvlak is bij kiezers en maatschappelijke organisaties.
Welke route het ook wordt, de sleutel ligt bij vertrouwen en uitvoerbaarheid. Na jaren van discussies over uitvoeringsproblemen, lange procedures en incidentele reparaties, groeit de verwachting dat een nieuw kabinet helder plant, realistisch budgetteert en beleid simpel en begrijpelijk houdt.
Conclusie En Vooruitblik
De formatie begint in een landschap waarin de roep om een rechtsere koers hoorbaar is, terwijl D66 wil vasthouden aan een brede samenwerking in het midden. GroenLinks-PvdA houdt de deur op een kier, maar zonder haast of blanco cheque. VVD en CDA zoeken juist naar een centrumrechtse meerderheid. Tussen die posities liggen inhoudelijke breekpunten op klimaat, migratie, stikstof, koopkracht en woningbouw.
De komende weken draait het om twee vragen: wie durft duidelijke keuzes te maken, en welke combinatie kan die keuzes betrouwbaar uitvoeren? Als die puzzel valt, is de kans op een stabiel kabinet het grootst. Tot die tijd blijft het aftasten, rekenen en testen waar de echte overeenkomsten liggen. Kiezers verwachten in elk geval helderheid en resultaat. Daar zal elke formatie, van welke kleur ook, uiteindelijk op worden afgerekend.








