In Den Haag is discussie ontstaan over de rol van D66 en CDA in de formatie. Voormalig informateur en huidig SER-voorzitter Kim Putters steunt het idee dat Rob Jetten (D66) en Henri Bontenbal (CDA) samen de inhoudelijke lijnen uitzetten. Volgens Putters is dat een ‘verstandig begin’ en een manier om ‘breed draagvlak’ te creëren. Die benadering stuit echter op kritiek, omdat beide partijen samen 44 zetels hebben en dus geen meerderheid vertegenwoordigen.
Achtergrond en context
Na de verkiezingen is de zoektocht naar een werkbare coalitie volop gaande. In die context schuiven D66 en CDA aan tafel om eerst over de inhoud te spreken: de grote dossiers, de prioriteiten en de toon voor de komende jaren. Het gaat om gesprekken tussen een van de grootste partijen en de vijfde partij van het land. Daarmee willen betrokkenen de formatie versnellen en het debat minder laten draaien om poppetjes en meer om beleid.
Die aanpak past in een bredere trend waarin onderhandelaars proberen vast te leggen wat er op migratie, wonen, economie, energie en klimaat moet gebeuren, nog voordat er definitief over meerderheden en portefeuilles wordt gesproken. Voorstanders noemen dat pragmatisch. Tegenstanders vinden het juist ondoorzichtig, zeker als die richtinggevende gesprekken niet gedragen worden door een duidelijke meerderheid in de Tweede Kamer.
Wat zegt Putters precies?
Putters benadrukt dat het volgens hem niet helpt om uitsluitend naar zetelaantallen te kijken. Hij pleit voor snelheid op de inhoud, verbinding tussen partijen en het zoeken naar oplossingen die verschillende kiezersgroepen raken. In zijn visie komt stabiliteit voort uit inhoudelijke afspraken waar meerdere partijen zich in kunnen vinden, ook als de eerste schetsen niet door een formele coalitie met een meerderheid worden gemaakt.
Die woorden sluiten aan bij zijn rol als SER-voorzitter, waar sociale partners en overheid regelmatig zoeken naar compromis en continuïteit. Volgens Putters is dit een fase waarin contouren worden verkend en vastgelegd, waarna andere partijen kunnen aanhaken of bijsturen.
Kritiek op het idee van ‘breed draagvlak’
Kritische stemmen vragen zich af hoe ‘breed’ een draagvlak kan zijn als het vertrekpunt bij 44 van de 150 zetels ligt. Zij wijzen op de verkiezingsuitslag, die door veel waarnemers wordt gelezen als een duidelijke ruk naar rechts. Vanuit dat perspectief voelt het voor critici wrang dat twee middenpartijen nu het raamwerk schetsen voor beleid op thema’s die de verkiezingsstrijd hebben bepaald, zoals migratie en woningbouw.
Daarnaast richt een deel van de kritiek zich op de principiële kant: zetels zijn de stem van de kiezer. Wie de betekenis van zetelaantallen relativeert, zo luidt de redenering, schuift representatie terzijde en vervangt die door technocratisch denken. Dat voedt het gevoel dat verkiezingen ertoe doen tot aan de dag na de stembusgang, waarna bekende bestuurders en onderhandelaars de koers weer overnemen.
Politieke verhoudingen en zetels
Volgens critici wegen D66 en CDA nu zwaarder mee dan hun electorale positie rechtvaardigt. Zij stellen dat de twee partijen samen geen mandaat hebben om de hoofdlijnen te bepalen en dat het streven naar ‘breed draagvlak’ pas geloofwaardig is als meer fracties vanaf de start meeschrijven. Daarbij wordt ook gewezen op het beeld dat D66 mede groot werd door tijdens de campagne een strakkere lijn te presenteren op migratie. Tegenstanders vinden het dan wrang dat de partij nu, samen met het CDA, de eerste pennenstreken zet onder het nieuwe beleid.
Of dat beeld terecht is, zal de komende weken moeten blijken uit de inhoud van de conceptafspraken en de bereidheid van andere partijen om zich achter die lijnen te scharen. Feit blijft dat 44 zetels geen meerderheid vormen en dus per definitie partners nodig zijn om plannen door het parlement te krijgen.
Rol van SER en invloed aan de formatietafel
Omdat Putters naast oud-informateur ook SER-voorzitter is, wordt zijn steun door critici gezien als signaal dat de gevestigde bestuursnetwerken dicht bij de formatie staan. De SER is een plek waar werkgevers, werknemers en overheid al jaren proberen tot consensus te komen. Voor sommigen is dat een kracht: beleid dat vooraf is getoetst en breder wordt gedragen. Voor anderen roept het de vraag op of macht niet te veel bij vaste tafels en bekende gezichten blijft liggen, los van de electorale verhoudingen.
Die spanning speelt vaker in formaties: hoe vind je balans tussen snelheid en openheid, tussen bestuurlijke continuïteit en de wens tot verandering zoals die uit de stembus spreekt? Het antwoord is zelden zwart-wit en hangt af van de ruimte die onderhandelende partijen later laten voor aanpassingen en inbreng van anderen.
Dossiers op tafel: migratie, wonen, economie en klimaat
De thema’s waar D66 en CDA volgens betrokkenen over spreken, zijn de kern van het toekomstige regeringsprogramma. Het gaat om migratie en asiel, de woningmarkt, economische groei en koopkracht, en energie en klimaat. Wie in deze fase de contouren bepaalt, zet de lat voor de rest van de gesprekken. Voor- en tegenstanders zijn het erover eens dat juist op deze dossiers de kiezer scherp meekijkt, mede omdat hier de grootste verschuivingen werden verwacht na de verkiezingen.
Critici waarschuwen dat het vastleggen van ‘contouren’ onbedoeld de ruimte voor latere compromissen verkleint, zeker als die contouren door twee partijen zonder meerderheid zijn uitgetekend. Voorstanders benadrukken dat er altijd uitonderhandeld moet worden met andere fracties, waardoor de uiteindelijke afspraken alsnog langs een bredere Kamermeerderheid moeten.
Reacties en bredere implicaties
De felheid in het debat komt niet alleen voort uit deze formatie, maar ook uit een dieper gevoel bij delen van het electoraat dat hun stem onvoldoende doorklinkt in beleid. Sommigen zien hierin een hergroepering van het politieke midden, dat via ‘inhoud eerst’ zijn invloed probeert te behouden. Anderen hopen juist dat de focus op inhoud leidt tot een stabieler regeerakkoord met minder incidentenpolitiek.
In de publieke discussie duiken ook scherpe morele stellingen op, die illustreren hoe gepolariseerd het debat is. Daarmee wordt zichtbaar dat de formatie niet alleen over cijfers en portefeuilles gaat, maar ook over waarden, toon en vertrouwen in het politieke proces.
Vooruitblik
Hoe dit verdergaat, hangt af van twee vragen. Eén: sluiten andere partijen aan bij de door D66 en CDA geschetste lijnen, of zetten zij eigen accenten die het midden uit balans brengen? Twee: is er voldoende ruimte om de richting bij te sturen zodat de uiteindelijke afspraken wél op steun van een Kamermeerderheid kunnen rekenen?
De komende weken moeten duidelijk maken of ‘inhoud eerst’ daadwerkelijk leidt tot breed draagvlak, of dat het beeld blijft hangen dat twee partijen met 44 zetels een voorsprong nemen op de rest. Voor nu is helder dat de discussie over legitimiteit, transparantie en tempo de formatie net zo hard tekent als de inhoud van de dossiers zelf.
Kernachtig samengevat: Putters ziet een pragmatische start en pleit voor verbinding; critici vrezen dat zetelaantallen en de verkiezingsuitslag onvoldoende leidend zijn. Pas wanneer meer fracties zich expliciet achter de ontwerp-lijnen scharen, zal blijken of ‘breed draagvlak’ meer is dan een belofte aan de formatietafel.








