Vanaf 1 januari 2026 wordt tanken duurder. De accijnzen op brandstof gaan omhoog, omdat de Tweede Kamer een voorstel van de ChristenUnie heeft aangenomen. Een deel van het geld dat eerst bedoeld was om de accijnskorting voor automobilisten nog een jaar te verlengen, wordt nu gebruikt om bezuinigingen in het openbaar vervoer te voorkomen. Dat betekent concreet: iets meer betalen aan de pomp, in ruil voor minder snijden in bus- en treinverbindingen.
Waarom de pomp duurder wordt
De huidige accijnskorting werd ingevoerd toen de brandstofprijzen hard stegen na de Russische inval in Oekraïne. Om de klap voor huishoudens en bedrijven op te vangen, hield het demissionaire kabinet extra geld vrij. Voor 2026 stond er ruim 1,7 miljard euro gereserveerd om die korting nog een jaar door te zetten.
De Kamer heeft dat plan bijgesteld. Na de wijziging blijft er nog ongeveer 1,3 miljard euro over voor de korting. Het gevolg is dat de accijnzen minder laag blijven dan eerder gepland. Daardoor lopen de prijzen aan de pomp weer wat op.
Wat kost het straks per liter
De aangekondigde stijging is concreet: benzine wordt 5,5 cent per liter duurder, diesel 3,6 cent en lpg 1,3 cent. Dat lijkt klein, maar telt op. Wie 50 liter benzine tankt, is straks enkele euro’s meer kwijt per tankbeurt. Voor dieselrijders is de verhoging iets minder, maar nog altijd merkbaar, zeker voor wie veel kilometers maakt.
De maatregel geldt voor iedereen: particulieren die dagelijks naar werk of school rijden, maar ook bedrijven in het vervoer en de logistiek. Met name transporteurs voelen accijnsbewegingen direct in hun kosten, die vaak met enige vertraging worden doorberekenend aan klanten.
Een krappe meerderheid in de Kamer
Het voorstel van de ChristenUnie werd aangenomen met steun van D66, GroenLinks-PvdA, CDA, SP, Partij voor de Dieren, 50PLUS en Volt. Daarmee was er precies de kleinst mogelijke meerderheid. Tegenstanders vrezen dat de hogere pompprijs vooral mensen buiten de stad raakt, in gebieden waar het openbaar vervoer minder vaak rijdt en de auto noodzaak is.
Voorstanders benadrukken dat zonder deze ingreep het ov pal voor verdere bezuinigingen stond. Volgens hen voorkom je zo duurdere kaartjes en verdwijnen er minder lijnen, wat ook weer huishoudens en scholieren helpt die afhankelijk zijn van bus of trein.
Extra geld voor het ov
Door het schuiven met middelen komt er de komende twee jaar bijna een half miljard euro extra beschikbaar voor het openbaar vervoer. Dat geld is bedoeld om eerder afgesproken besparingen te dempen. Zonder die extra steun dreigden hogere tarieven en het schrappen van busroutes in meerdere regio’s.
Vervoerders waarschuwden de afgelopen tijd vaker voor een neerwaartse spiraal: minder geld leidt tot dunner dienstregelingen, waardoor reizigers afhaken, wat opnieuw inkomsten kost. Met dit pakket wil de Kamer daar een rem op zetten, in de hoop dat bereikbaarheid en frequentie op peil blijven.
Wat betekent dit voor automobilisten
Voor automobilisten verandert er op korte termijn niets aan de manier van rijden, maar wel aan de kosten. De literprijs zal in 2026 een tik omhoog krijgen door de hogere accijnzen. Hoeveel je precies meer kwijt bent, hangt af van de brandstofsoort, je verbruik en hoeveel je tankt. Veelrijders en gezinnen met twee auto’s zullen het het snelst merken.
Daar staat tegenover dat goede ov-verbindingen voor sommige mensen een alternatief kunnen bieden. In stedelijke gebieden of in plaatsen met frequente bus- en treinverbindingen kan dat op termijn schelen in autokilometers. In landelijke regio’s is die keuze minder vanzelfsprekend, en juist daar klinken de meeste zorgen over de hogere pompprijzen.
Effect op bedrijven en transport
Voor transport- en distributiebedrijven tellen accijnzen direct door in de kilometerprijs. De verhoging op diesel, de belangrijkste brandstof voor vrachtverkeer, is kleiner dan bij benzine, maar nog steeds relevant. Veel bedrijven werken met contracten waarin brandstofclausules zitten. In de praktijk betekent dat vaak dat klanten een deel van de stijging meebetalen.
Ook zzp’ers met bestelwagens en taxi-ondernemers voelen de effecten. Voor hen is brandstof een vaste kostenpost, naast onderhoud, verzekering en loonkosten. Het is te verwachten dat een deel van de hogere kosten zijn weg vindt naar de eindprijs van producten en diensten.
Balans tussen betaalbaarheid en bereikbaarheid
De discussie in de Kamer draaide om een bekende spanning: hoe houd je autorijden betaalbaar, terwijl je tegelijk het ov in de benen houdt? Tijdens de energiecrisis koos de politiek voor directe lastenverlichting via lagere accijnzen. Nu wordt een stukje van die verlichting teruggedraaid om juist het ov te beschermen. Voorstanders zien dat als investeren in bereikbaarheid en duurzame mobiliteit. Critici noemen het een extra last voor mensen die geen ov-alternatief hebben.
Die spanning zal niet snel verdwijnen. Brandstofprijzen blijven gevoelig voor internationale gebeurtenissen, en ook het ov kampt met personeelstekorten en hogere kosten. De huidige keuze is een poging om de klap te verdelen: iets meer betalen aan de pomp om het netwerk van bussen en treinen overeind te houden.
Wat er nu volgt
De aanpassing maakt deel uit van het belastingplan en is bedoeld om per 1 januari 2026 in te gaan. In aanloop naar die datum zullen prijzen aan de pomp en de dienstregelingen in het ov in de gaten worden gehouden. Provincies en vervoerders werken aan plannen om ritten te behouden en het aanbod beter op de vraag te laten aansluiten.
Voor automobilisten is het verstandig om richting 2026 opnieuw kritisch te kijken naar het eigen rijgedrag en de kosten. Zuinig rijden, ritten bundelen of alternatief vervoer overwegen kan helpen. Voor sommige huishoudens biedt een ov-abonnement of het combineren van fiets en trein uitkomst, afhankelijk van waar je woont en werkt.
Jouw mening
Wat vind jij van de hogere accijnzen om het ov te ondersteunen? Begrijpelijk, of treft dit juist de verkeerde groep? Praat mee op onze Facebookpagina en deel je ervaringen en ideeën. Hoe we ons verplaatsen raakt ons allemaal, en jouw verhaal helpt om het debat eerlijk te voeren.
Kort samengevat
In 2026 stijgen de accijnzen op benzine, diesel en lpg. Daardoor wordt tanken duurder, terwijl er tegelijkertijd bijna een half miljard euro extra naar het ov gaat om bezuinigingen tegen te houden. De Kamer koos met een nipte meerderheid voor deze verschuiving. De komende tijd zal moeten blijken of dit voldoende is om het ov op peil te houden, zonder automobilisten te hard te raken.








