De formatiedrang van D66 en CDA krijgt meteen tegenwind. Na de presentatie van hun plan voor een minderheidskabinet hebben ChristenUnie en SGP bij informateur Sybrand Buma duidelijk gemaakt dat hun steun niet vanzelfsprekend is. De kleine christelijke partijen willen best meedenken over bestuur, maar trekken een harde grens bij medisch-ethische thema’s. Het creëren van embryo’s voor onderzoek en het uit het strafrecht halen van abortus zijn voor hen onaanvaardbaar. Daarmee staat de strategie van D66 en CDA om per dossier steun in de Kamer te zoeken meteen onder druk.
Steun voor een minderheidskabinet onder druk
Het idee van D66 en CDA is helder: zonder vaste meerderheid in de Tweede Kamer willen zij een kabinet vormen dat per onderwerp wisselende steun kan vinden. Soms bij linkse partijen, soms bij rechtse partijen, en voor onderwerpen met morele gevoeligheid wellicht bij de christelijke fracties. Dat vraagt vertrouwen, voorspelbaarheid en goede afstemming met de oppositie. Precies daar wringt het. ChristenUnie en SGP willen eerst duidelijkheid over de koers op het terrein van leven en gezondheid, voordat zij überhaupt bereid zijn aan stabiliteit bij te dragen.
Dat maakt het formatiespel ingewikkeld. Want als medisch-ethische voorstellen niet van tafel gaan of worden bevroren, ontbreekt voor D66 en CDA een deel van de potentiële gedoogsteun. En als die steun niet zeker is, wordt het lastig om op andere dossiers betrouwbaarheid te vragen van dezelfde partijen.
Medisch-ethische breekpunten
Het grootste twistpunt draait om een initiatief van D66 en VVD om het mogelijk te maken embryo’s te creëren voor wetenschappelijk onderzoek. Voor ChristenUnie en SGP gaat dit te ver. Zij vinden dat beginnend menselijk leven niet doelbewust mag worden gecreëerd en daarna vernietigd. ChristenUnie-leider Mirjam Bikker stelde dat dit voor haar fractie een principiële grens is. Als D66 en VVD deze wet willen doorzetten, verwacht zij geen steun van haar partij voor een coalitie die daarop leunt.
De christelijke partijen vragen daarom om een duidelijke pas op de plaats: zet dit voorstel in de ijskast, of haal het volledig van tafel. In hun ogen is anders geen basis voor samenwerking. Voor D66 ligt hier juist een belangrijk onderdeel van hun agenda op het snijvlak van wetenschap en zorg. Dat maakt de keuze politiek beladen: toegeven betekent een kroonstuk opbergen, vasthouden kan de formatiekansen schaden.
Abortus uit het strafrecht als tweede toetssteen
Een tweede gevoelig punt is het plan van D66 om abortus uit het Wetboek van Strafrecht te halen en volledig als zorg te benaderen. SGP-leider Chris Stoffer ziet dit als een uitholling van de bescherming van ongeboren leven. Hij gaf aan bereid te zijn constructief mee te denken over regeringsdeelname of gedoogsteun, maar koppelt daar een duidelijke voorwaarde aan: zulke hervormingen op abortusgebied zijn voor zijn fractie onacceptabel.
Stoffer ging nog een stap verder door te zeggen dat zijn partij bereid is hard op te treden als deze grens wordt overschreden. Volgens hem ligt een motie van wantrouwen klaar als een nieuw kabinet door die ondergrens zakt. Dat soort taal onderstreept de spanning: steun op andere dossiers wordt lastiger als de basis op morele thema’s ontbreekt.
Zorg en financiën: zorgen bij 50Plus
Niet alleen de christelijke partijen plaatsen kanttekeningen. Ook 50Plus, met partijleider Jan Struijs, laat weten kritisch te zijn op de plannen om de stijging van de zorgkosten voor ouderen af te remmen. In de praktijk vreest 50Plus dat dit neerkomt op bezuinigen of versoberen. Struijs noemt dat een zwaar punt. Voor een minderheidskabinet dat wil rekenen op brede steun is dit opnieuw een signaal: op het terrein van ouderenzorg is geen vrije doortocht te verwachten.
Die combinatie — ethische gevoeligheid bij CU en SGP en financiële waakzaamheid bij 50Plus — maakt duidelijk dat de route van wisselende meerderheden niet alleen een rekenoefening is. Het vraagt ook politieke concessies die voor initiatiefnemers soms pijnlijk kunnen zijn.
Minderheidsstrategie en wisselende meerderheden
De gedachte achter een minderheidskabinet is dat je per onderwerp een meerderheid organiseert. Klimaat en onderwijs zouden steun bij linkse partijen kunnen vinden, veiligheid en economie eerder bij rechtse partijen, en specifieke sociale thema’s bij kleinere fracties. In theorie biedt dit flexibiliteit en tempo. In de praktijk werkt het alleen als er vertrouwen is dat elke partner ook iets terugkrijgt en dat rode lijnen worden gerespecteerd.
Precies daar schuurt het nu. Als D66 vasthoudt aan hervormingen op het gebied van embryo-onderzoek en abortus, verliezen zij juist de partijen die nodig zijn voor stabiliteit op andere punten. Dat maakt het vormen van duurzame meerderheden merkbaar lastiger. Andersom geldt: als die plannen worden gepauzeerd, kan D66 kritiek krijgen van eigen kiezers en partners die juist op deze hervormingen rekenden. Het is een politieke spagaat die vroeg in het proces al zichtbaar wordt.
Wat betekent dit voor de formatie?
Informateur Buma staat voor een heldere, maar lastige taak: peilen waar de harde grenzen liggen en welke ruimte er is voor een werkbaar compromis. Er lijken grofweg drie routes te zijn. Eén: D66 en CDA parkeren de medisch-ethische voorstellen voor de kabinetsperiode, wat de weg vrijmaakt voor samenwerking met ChristenUnie en SGP op andere beleidsterreinen. Twee: zij houden vast aan de voorstellen en proberen voor die specifieke dossiers steun te vinden bij andere partijen, terwijl ze voor de rest losse meerderheden zoeken. Drie: de inhoudelijke verschillen blijven te groot, waardoor de formatie stokt en er naar andere combinaties of zelfs nieuwe scenario’s moet worden gekeken.
Ook buiten het Binnenhof klinkt geluid. Belangenorganisaties en actiegroepen laten zich horen, bijvoorbeeld met petities over abortus en embryo-onderzoek. Dat vergroot de druk op partijen om hun standpunten helder vast te houden. Tegelijkertijd verwachten veel kiezers dat er een kabinet komt dat problemen in zorg, wonen en koopkracht aanpakt. Dat vraagt om keuzes en, onvermijdelijk, om concessies.
Of de puzzel legbaar is, hangt af van de bereidheid om onderwerpen te temporiseren en prioriteiten te herschikken. Een minderheidskabinet kan alleen functioneren als er per dossier voldoende draagvlak is en als potentiële partners erop vertrouwen dat hun kernpunten niet worden gepasseerd.
De komende dagen zal duidelijker worden of D66 en CDA bereid zijn hun koers bij te stellen op de medisch-ethische dossiers, of dat zij vasthouden aan hun plannen en elders steun zoeken. In het eerste geval komt een werkagenda met brede steun dichterbij, in het tweede geval neemt de kans toe op een wankele start met politieke confrontaties. Voor nu is één ding duidelijk: zonder afspraken over de morele breekpunten blijft de steun van ChristenUnie en SGP uit, en staat de minderheidsstrategie op losse schroeven.
Kern van het verhaal: het bal ligt bij de initiatiefnemers. Als zij een stabiel kabinet willen bouwen, zullen zij harde grenzen van potentiële partners moeten respecteren of hun eigen prioriteiten herordenen. Lukt dat, dan ligt er ruimte voor afspraken op praktische thema’s. Lukt dat niet, dan dreigt een formatie die al wankelt voordat ze goed en wel begonnen is.








