Lando Norris opende het weekend in Abu Dhabi met de snelste tijd in VT1, maar bij McLaren overheerst allesbehalve rust. De MCL39 stond lang in de garage, er werd uitgebreid met flow-vis getest en binnen het team leeft de vrees dat Mercedes zondag een sleutelrol kan spelen in de titelstrijd – mogelijk in het voordeel van Max Verstappen.
McLaren snel, maar niet gerust
Norris noteerde een 1:24.485 op het Yas Marina Circuit en was daarmee 0,008 seconde sneller dan Verstappen en 0,016 seconde sneller dan Charles Leclerc. Op papier oogt dat uitstekend, alleen vertelt de sectorsnelheid een ander verhaal. Norris was in geen van de drie sectoren de snelste. In sector 1 verloor hij 0,100 seconde op Verstappen, in sector 2 zelfs 0,124 seconde. Alleen sector 3 kleurde niet oranje of rood, maar paars voor Nico Hülkenberg, die met zijn Kick Sauber de beste sectortijd neerzette.
Die verdeling van de snelheid is precies wat McLaren zorgen baart. Vooraf leek een ‘normale’ P3 voor Norris voldoende om de WK-titel veilig te stellen. Nu klinkt uit het McLaren-kamp via F1 TV-analisten dat Mercedes zich in de strijd kan mengen en zo Norris van het podium zou kunnen houden. Als Verstappen zondag wint, moet Norris immers vierde of lager eindigen om de titel te verliezen.
Sector 2 blijft achilleshiel
De tweede sector van Yas Marina draait om efficiëntie: lange stukken vol gas, remzones die stabiliteit vragen en een lage luchtweerstand zonder te veel in te leveren op downforce. Precies daar lijkt de MCL39 nu tekort te komen. McLaren spreekt van een gebrek aan “efficiëntie” in sector 2, wat zich vertaalt in tijdverlies op de rechte stukken en bij uitaccelereren. Dat valt extra op omdat het circuit, met zijn mix van snelheid en technische bochten, doorgaans prima aansluit bij het karakter van de McLaren.
Dat Norris ondanks de snelste algemene tijd nergens een paarse sector pakte, wijst erop dat de auto geen duidelijk sterk punt heeft op één deel van de ronde. Het is een gebalanceerde, maar niet dominante ronde. Op nacht- en schemerbanen zoals Abu Dhabi is een optimale topsnelheid-set-up cruciaal voor inhaalacties én track position. Ligt daar het verlies, dan wordt verdedigen tegen teams met betere efficiëntie een zware opgave.
Flow-vis in de jacht op antwoorden
Om dat te tackelen stuurde McLaren Norris de baan op met flow-vis, de felgekleurde verf waarmee luchtstromen over de carrosserie zichtbaar worden. Dat soort tests zie je vaak in de winter of op vrijdagen vroeg in het seizoen, wanneer nieuwe onderdelen en concepten worden gevalideerd. Nu, tijdens de seizoensfinale, voelt het als een noodgreep: elk datapunt kan helpen om nog wat performance te vinden.
Het team lijkt te zoeken naar kleine winst: andere vleugelstanden, afstelling van de achtervleugel, beam wing en remkoelingsconfiguraties die de totale luchtweerstand omlaag brengen zonder de balans te verstoren. In een titelweekend zijn dat gevoelige keuzes: te veel drag kost je rechte-lijnsnelheid, te weinig downforce breekt je op in de technische stukken en in bandenslijtage.
Motoren: nieuw vs. oud
Naast de set-upvraag speelt nog iets: de motoren. Verstappen beschikt over een relatief verse Honda-krachtbron, toegevoegd aan zijn pool na een pitstraatstart in São Paulo. Red Bull en Honda laten weten zich “geen zorgen” te maken over performance en betrouwbaarheid en tonen daarmee vertrouwen richting de race.
Bij McLaren is het anders. Het team heeft geen gridstraffen gepakt en moet het dus doen met oudere Mercedes-motoren. Dat hoeft niet per se een probleem te zijn, maar het beperkt wel de speelruimte. Een oudere power unit draait vaak in iets conservatievere motorstanden om betrouwbaarheid te waarborgen. Gevraagd naar de status van de motoren bij Norris en Oscar Piastri klonk het antwoord via F1 TV nerveus: “We hebben er alles aan gedaan wat we kunnen doen.” Het zegt veel over de dunne marge waarin McLaren nu opereert.
Rol voor Mercedes (en Ferrari?)
Mocht Verstappen het tempo van VT1 doortrekken – en zijn auto lijkt efficiënt en krachtig op de rechte stukken – dan is de volgende vraag wie hem in de wedstrijd uitdaagt. McLaren verwacht dat vooral Mercedes in staat is om de strijd met Norris aan te gaan. De Zilverpijlen zijn doorgaans sterk in race-trim, met solide bandenslijtage en goede rechte-lijnsnelheid wanneer de afstelling klopt. Ook Ferrari liet in VT1 snelheid zien met Leclerc dicht achter Norris en Verstappen. In een titelcontext is elke auto die tussen een Red Bull en een McLaren in kan vallen meteen van enorme invloed.
Voor McLaren is het scenario glashelder: podium houden, liefst voor de Mercedessen, en Verstappen onder druk zetten in de strategie. Een safetycar of undercut-venster kan alles kantelen. Verliest McLaren het gevecht om track position, dan wordt het verdedigen tegen DRS-trains ingewikkeld, zeker met een efficiëntie-nadeel in sector 2.
Wat VT1 wel en niet zegt
Een kanttekening: VT1 in Abu Dhabi wordt gereden in warme, daglichtomstandigheden die afwijken van de koelere, schemerende en nachtelijke omstandigheden in kwalificatie en race. Gripniveaus veranderen, wind draait vaak en het asfalt koelt af. Teams die in VT1 worstelen, kunnen in VT2 – en vooral tegen kwalificatie – stappen zetten. Toch is het patroon relevant: als een team in VT1 al flow-vis gebruikt en met grote set-upwijzigingen experimenteert, is de basisafstelling waarschijnlijk nog niet waar men wil zijn.
Strategie en bandenspel
Strategisch lijken twee zaken cruciaal. Eén: de balans tussen topsnelheid en downforce. McLaren zal moeten kiezen of het iets van bochtensnelheid inlevert om sector 2 te repareren. Twee: bandentemperatuur en slijtage. In Abu Dhabi straft het laatste deel van de ronde oververhitte achterbanden genadeloos af. Een efficiëntere auto kan zijn rubber vaak net wat makkelijker binnen het ideale venster houden, wat over een stint tijdwinst oplevert.
Komt McLaren met een lagere drag-afstelling, dan helpt dat het defensieve werk op de rechte stukken en verbetert het de kans om DRS-situaties te overleven. Maar het maakt de auto mogelijk nerveuzer in de langzamere bochten en gevoeliger voor bandenslijtage. Het is precies die krappe marge waar een kampioenschap op beslist kan worden.
Wat betekent dit voor de titelstrijd?
De rekensom is simpel en hard: wint Verstappen de Grand Prix van Abu Dhabi, dan mag Norris niet hoger finishen dan P4 om de titel alsnog te verliezen. Dat maakt elke auto tussen beide kemphanen een potentiële kingmaker. McLaren kijkt daarom niet alleen naar Red Bull, maar vooral naar Mercedes en in mindere mate Ferrari. Voor Red Bull is het scenario duidelijk: maximale druk op de strategiemomenten en profiteren van elk McLaren-lek in sector 2.
Toch is niets beslist na één training. Norris stond bovenaan, hoe krap ook, en McLaren heeft de data om gerichter te sleutelen. Vindt het team een paar kilometer per uur op de rechte stukken en stabiliteit in de remzones, dan kan de puzzel alsnog vallen. Dat is precies waar de flow-vis en de set-upruns voor bedoeld waren.
Vooruitblik
Alle ogen gaan nu naar VT2 en de kwalificatiesimulaties onder vergelijkbare omstandigheden als de race. Herstelt McLaren de efficiëntie in sector 2, dan kan Norris de regie in eigen hand houden en de titelkoers controleren. Lukt dat niet, dan ligt de weg open voor Verstappen en kan Mercedes, misschien zelfs Ferrari, het beslissende zetje geven. De marge is minuscuul, de inzet maximaal. Een finale zoals een finale hoort te zijn.








