PSV is woedend op de arbitrage en de KNVB na opnieuw een wedstrijd waarin een cruciale beslissing verkeerd uitpakte. De club en haar fans spreken van kostbare punten die zijn verspeeld door fouten van scheidsrechter en VAR. De discussie draait vooral om de kennis van de spelregels en het gebrek aan ingrijpen vanuit Zeist op het moment dat het erom gaat.
Felle discussie na moment in de zestien
De uitwedstrijd tegen Heracles Almelo vormde de nieuwste aanleiding. Guus Til ging neer in het strafschopgebied na een overtreding van Damon Mirani. Scheidsrechter Alex Bos wees naar de stip, maar gaf Mirani slechts geel. Volgens velen had daar, gezien de situatie, een rode kaart bij moeten horen. De VAR greep niet in, tot frustratie van de Eindhovense spelers, staf en achterban.
Die combinatie – wel een penalty, maar geen zwaardere sanctie – zorgt voor onbegrip. Supporters, oud-scheidsrechters en analisten wijzen op de regels rond het ontnemen van een duidelijke scoringskans. Zij vinden dat de arbitrage hier verkeerd heeft ingegrepen, of juist niet heeft ingegrepen waar dat had gemoeten.
Wat zegt de regel eigenlijk?
In de spelregels van de IFAB (die ook in Nederland gelden) staat dat een speler die een duidelijke scoringskans ontneemt, bestraft kan worden met rood. Sinds de invoering van de zogeheten ‘triple punishment’-aanpassing is dat in het strafschopgebied anders wanneer er een oprechte poging is om de bal te spelen. Dan volgt in principe een penalty plus geel. Is er géén poging om de bal te spelen – bijvoorbeeld bij vasthouden, duwen of een bewuste obstructie – dan is rood nog steeds de norm, naast de penalty.
De kern van de discussie hier: was er sprake van een duidelijke scoringskans, en probeerde de verdediger de bal te spelen? Als het antwoord op de eerste vraag ‘ja’ is en op de tweede ‘nee’, dan is rood logisch. Als er wel een poging was om de bal te spelen, blijft geel passend. Het is precies op dat snijvlak dat de emoties oplopen. PSV en veel volgers vinden dat de arbitrage dit verkeerd heeft ingeschat en dat de VAR had moeten ingrijpen.
Waarom de VAR niet ingreep
De VAR mag alleen corrigeren bij een ‘clear and obvious error’. Dat is een hoge drempel. In de praktijk betekent het dat als de scheidsrechter live een beslissing neemt die binnen de interpretatieruimte valt, de VAR vaak niet bijstuurt. Critici noemen dat een te smalle benadering die de geest van de regels ondermijnt. Het gevolg: situaties waarin de ene week een rode kaart valt en de andere week niet, met precies dezelfde ingrediënten.
Dat gebrek aan consistentie is precies waar PSV al langer moeite mee heeft. De club vindt dat zij vaker aan de verkeerde kant van de streep valt bij twijfelgevallen en dat daar zelden transparant over wordt gecommuniceerd. De frustratie groeit wanneer zulke momenten direct doorwerken in de stand.
Reacties uit Eindhoven en daarbuiten
Op sociale media liet PSV snel merken niet tevreden te zijn met de gang van zaken. De directie en technische staf willen meer duidelijkheid over de uitleg van de regels en scherper optreden van de KNVB. Fans en analisten sloten zich daarbij aan. Oud-arbiters wezen op het onderscheid tussen ‘poging om de bal te spelen’ en ‘geen poging’, en concludeerden dat in deze casus de lat voor ingrijpen te hoog lag. Weer anderen benadrukten dat de regels niet altijd zwart-wit zijn, maar dat communicatie en uitleg vaak tekortschieten.
Dat laatste punt komt steeds terug: clubs en fans willen weten waarom beslissingen vallen zoals ze vallen. Uitleg na afloop, inzicht in de overwegingen van scheidsrechter en VAR, en waar mogelijk audio van de communicatie in het busje. Zolang die openheid ontbreekt, blijft de twijfel knagen.
Een patroon dat PSV duur kan komen te staan
Het incident in Almelo staat volgens PSV niet op zichzelf. Eerder in het seizoen en in voorgaande jaren waren er vergelijkbare momenten waarin interpretatieverschillen en gebrek aan ingrijpen hun weerslag hadden op uitslagen. In een competitie waar de marges klein zijn, kunnen één of twee verkeerde beslissingen het verschil maken tussen koppositie en achtervolgen. Dat raakt niet alleen de sportieve ambities, maar ook de rust in en rond de club.
Voor spelers en staf is het lastig: zij moeten door, wedstrijden winnen en het hoofd koel houden, terwijl het gevoel blijft dat niet elke ploeg gelijk wordt behandeld. Of dat objectief zo is, blijft lastig te bewijzen. Maar de perceptie alleen al is genoeg om spanning te veroorzaken. En die spanning kan zomaar doorsijpelen naar het veld.
Wat PSV en de KNVB nu kunnen doen
Vanuit Eindhoven klinkt een duidelijke oproep: investeer in betere opleiding van scheidsrechters en VAR-teams, evalueer beslissingen scherper en maak keuzes transparanter. Concreet valt te denken aan:
- Regelmatige publicatie van uitlegvideo’s bij spraakmakende momenten.
- Duidelijke communicatie over de drempel voor VAR-ingrijpen.
- Extra scholing over DOGSO-situaties en de ‘triple punishment’-regeling.
- Consistente evaluaties met terugkoppeling naar clubs.
De KNVB heeft de afgelopen jaren stappen gezet, maar incidenten zoals tegen Heracles laten zien dat de roep om verdere professionalisering blijft. Niet om de scheidsrechter centraal te zetten, maar juist om spelers, coaches en fans te geven waar ze recht op hebben: duidelijkheid en voorspelbaarheid.
Focus op het veld, maar het laatste woord is er niet over gezegd
Voor PSV is er ondertussen maar één route: het vizier op de eerstvolgende wedstrijd. Punten laten liggen kan niet, zeker niet als de concurrentie elke misstap afstraft. Tegelijkertijd zal de club intern en richting KNVB blijven aandringen op verbeteringen. Want zoals zondag pijnlijk bleek: een enkele misvatting in de zestien kan de hele wedstrijd kantelen.
De conclusie is helder. Zonder strakkere toepassing van de regels en betere VAR-interventies blijft het vertrouwen broos. En in een titelrace is vertrouwen onmisbaar. PSV wil vooruit, op het veld én in de arbitragekamer. Pas met duidelijke kaders en consequente beslissingen ontstaat het eerlijke en spannende voetbal waar iedereen om vraagt.
Kortom: PSV moet door, maar de KNVB is aan zet om de spelregels niet alleen op papier, maar ook in de praktijk te laten werken. Transparantie, opleiding en snelle, eenduidige uitleg kunnen het verschil maken. Zo voorkom je dat discussies over kaarten, niet over kansen, de headlines domineren.








