Geert Wilders trekt na zijn bezoek aan Papendrecht de Haagse lijn door. Na de grote demonstratie van bezorgde inwoners afgelopen week heeft de PVV-leider samen met Kamerlid Vondeling een set Kamervragen ingediend over de geplande opvang van tachtig alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMV’ers) aan de rand van winkelcentrum De Meent. Wilders noemt het plan onbegrijpelijk en vraagt de verantwoordelijke minister in duidelijke bewoordingen: “Wat bezielt u?”
Wilders Zet Stap Na Protest In Papendrecht
Het werkbezoek van Wilders aan Papendrecht was onderdeel van zijn aangekondigde rondgang langs plekken waar nieuwe AZC’s of opvanglocaties zijn voorzien. In het Dordtse stadje werd hij onthaald door inwoners die zich zorgen maken over hun leefomgeving en het gevoel hebben dat besluiten over opvanglocaties zonder hun inspraak worden genomen. De situatie in Papendrecht staat volgens tegenstanders symbool voor een bredere trend: gemeenten en omwonenden horen laat of nauwelijks wat er op stapel staat, terwijl de uitvoering al in gang is gezet.
Locatie In Winkelcentrum Roept Vragen Op
De beoogde locatie in Papendrecht ligt aan de rand van winkelcentrum De Meent. Het plan is om daar tachtig AMV’ers te huisvesten. Die keuze zorgt voor veel discussie. Tegenstanders vrezen druk op het gebied, overlast in en rond het winkelgebied en zorgen om de veiligheid. Voorstanders wijzen erop dat deze groep jongeren begeleiding krijgt en dat de opvangvoorziening onder toezicht van het COA zal staan, zoals gebruikelijk bij AMV-locaties. Wilders stelt in zijn vragen dat het midden in een druk winkelgebied opvangen van deze groep niet verstandig is en dat de maatschappelijke weerstand groot is.
Vijf Kamervragen Aan De Minister
Samen met PVV-Kamerlid Vondeling heeft Wilders vijf vragen ingediend die rechtstreeks ingaan op de kern van het Papendrechtse dossier. De eerste vraag is of de minister op de hoogte is van de “massale demonstratie” en de omvang van de lokale weerstand. Vervolgens wordt specifiek gevraagd naar de keuze voor deze locatie en of er rekening is gehouden met het karakter van de omgeving: een winkelcentrum dat dagelijks veel bezoekers trekt.
Een ander punt is de overeenkomst tussen het COA en de gemeente. Wilders wil weten of de minister bereid is die afspraak te heroverwegen of zelfs te ontbinden, nu er volgens hem nauwelijks draagvlak is. De PVV stelt dat het onbegrijpelijk is om met een plan door te gaan waar lokaal grote bezwaren tegen bestaan.
Bezorgdheid Over Veiligheid En Overlast
De veiligheidsdimensie loopt als een rode draad door de vragen. Wilders verwijst naar eerdere ervaringen in andere gemeenten, zoals Ter Apel, Budel en Oisterwijk, waar incidenten en overlast het debat kleurden. In zijn meest indringende vraag schetst hij het risico dat het winkelcentrum verpaupert, dat ouderen zich onveilig voelen, dat ondernemers druk ervaren en dat vrouwen zich ’s avonds minder vrij voelen om over straat te gaan. De PVV wil van de minister weten welke concrete maatregelen er komen om die scenario’s te voorkomen.
Feit is dat AMV-locaties overal in het land onder toezicht staan en dat COA en gemeenten afspraken maken over begeleiding, dagbesteding en toezicht. Tegelijkertijd spelen in verschillende gemeenten zorgen rond incidenten of stijgende werkdruk voor lokale diensten. De vraag in Papendrecht is dus niet alleen óf er opvang komt, maar vooral hoe de omgeving wordt beschermd en meegenomen in de plannen.
Inspraak En Rol Van Gemeente
Een ander terugkerend punt in het dossier is het gebrek aan inspraak, zeker in de ogen van tegenstanders. Volgens de PVV is het besluit in Papendrecht zonder voldoende overleg met bewoners en ondernemers tot stand gekomen. De gemeente zou bezwaar hebben gemaakt, maar desondanks is het plan doorgezet. In de Kamervragen wordt die situatie scherp neergezet als voorbeeld van een proces waarin lokale bezwaren weinig gewicht krijgen zodra het om asielopvang gaat.
Daarbij speelt mee dat gemeenten sinds landelijk beleid en afspraken met het COA een opgave hebben om opvangplekken te realiseren. Voor Papendrecht gaat het om in totaal 164 plekken, waarvan een deel voor AMV’ers. De opening van de nieuwe locatie staat volgens de plannen al voor januari gepland. Dat vergroot de tijdsdruk op alle betrokken partijen en voedt het gevoel bij omwonenden dat zij te laat in het proces zijn meegenomen.
Achtergrond: AMV’ers En Beleid
AMV’ers zijn jongeren die zonder ouders of voogd in Nederland asiel aanvragen. Voor deze groep gelden aparte regels. Zij krijgen begeleiding, onderwijs of dagbesteding en er is extra toezicht in de opvang. Het COA is verantwoordelijk voor de uitvoering en werkt daarbij samen met gemeenten en jeugdzorg. In de praktijk levert de inrichting van zulke locaties regelmatig discussie op: over schaalgrootte, spreiding, toezicht en het effect op de omgeving.
Landelijk probeert de overheid opvangdruk te verdelen en locaties te spreiden. Tegelijk zijn er schaarste aan plekken en personeel, juridische procedures en lokale bezwaren. Daardoor lopen besluitvorming en uitvoering regelmatig vast of blijven ze omstreden, zeker wanneer locaties dicht bij woonwijken of drukke publieke plekken worden gepland.
Wat Staat Er Op Het Spel In Papendrecht
In Papendrecht draait het om drie tegelijk spelende vragen. Ten eerste: is een winkelcentrum, of de rand daarvan, de juiste plek voor een AMV-locatie van deze omvang? Ten tweede: hoe borg je veiligheid en leefbaarheid, zowel voor omwonenden als voor de jongeren zelf? En ten derde: hoe zorg je voor draagvlak en inspraak in een situatie met tijdsdruk en landelijke opgaven?
De PVV kiest daarbij voor een harde lijn en noemt de plannen “onzalig”. De partij wil dat de minister erkent dat dit een ongelukkige locatie is en dat de overeenkomst met het COA wordt opengebroken. Andere partijen en betrokken instanties zullen juist wijzen op het belang van opvang voor minderjarigen, de wettelijke verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om met strikte regels en begeleiding risico’s te beperken.
Antwoorden En Vervolg
De bal ligt nu formeel bij de minister, die schriftelijk antwoord zal moeten geven op de vragen van Wilders en Vondeling. Verwacht wordt dat de antwoorden ingaan op de afweging achter de locatiekeuze, de afspraken met gemeente en COA, en de maatregelen rond veiligheid, toezicht en dagbesteding. Ook de vraag naar draagvlak en inspraakmomenten zal een rol spelen: welke stappen zijn gezet, en wat kan er nog worden aangepast voordat de locatie opengaat?
Of de PVV de plannen nog gekeerd krijgt, is onzeker. De opening staat voor januari gepland, wat weinig tijd laat voor grote koerswijzigingen. Maar het debat over Papendrecht reikt verder dan deze ene plek. Het raakt aan de grotere vraag hoe Nederland opvang organiseert, welke plekken passend zijn en hoe inwoners daarover tijdig en volwaardig worden gehoord. Wilders heeft de zaak op scherp gezet; het is nu aan het kabinet om uit te leggen waarom voor deze locatie is gekozen en hoe de zorgen van Papendrechters in praktijk worden ondervangen.
Conclusie
Met scherpe Kamervragen en een duidelijke boodschap probeert de PVV de opvang van tachtig AMV’ers bij winkelcentrum De Meent te blokkeren of aan te passen. De minister moet snel reageren, want de opening nadert. De komende weken zal blijken of er ruimte is voor aanpassingen of extra waarborgen, of dat de plannen ongewijzigd doorgaan. Eén vraag klinkt in ieder geval luid door in het debat: “Wat bezielt u?” – en het antwoord daarop zal bepalen hoe Papendrecht de komende maanden verdergaat met deze gevoelige kwestie.








