Het olympisch kwalificatietoernooi in Thialf is los en je voelt meteen de spanning in de hal. Op tweede kerstdag viel het startschot voor het toernooi dat bepaalt wie Nederland in 2026 vertegenwoordigt op de Winterspelen in Milaan. Voor veel schaatsers is dit het moment waarop jaren werken samenkomen in een paar ritten. Er is geen seconde te verspillen en fouten zijn genadeloos.
Wat is de OKT-matrix?
Achter het ijs ligt een schema dat alles stuurt: de zogeheten matrix van de KNSB. Die lijst is de leidraad voor de selectie van de olympische ploeg. Nederland mag maximaal negen mannen en negen vrouwen sturen. Omdat veel rijders op meerdere afstanden in actie komen, is een volgorde nodig: welke afstand telt het zwaarst en welke klassering levert als eerste een olympisch ticket op?
Die volgorde is niet willekeurig. De selectiecommissie kijkt nadrukkelijk naar medaillekansen per onderdeel. Afstanden waarop Nederland sterk is, of waarop in de World Cups veel is gewonnen, krijgen prioriteit. Als een rijder zich op meerdere manieren plaatst, schuift een ticket automatisch door naar de volgende naam op de lijst. Zo probeert de bond de beste mix te maken binnen het maximum aantal startbewijzen.
In de matrix staan ook aanwijsplekken. Dat zijn plekken die de bond kan invullen als daar een goede reden voor is, bijvoorbeeld door pech tijdens het OKT, een blessure of bewezen internationale klasse. Die ruimte geeft de commissie de mogelijkheid om maatwerk te leveren wanneer het nodig is.
De keuzes bij de mannen
Wat opvalt bij de mannen: de massastart staat bovenaan als aanwijsplek. Daarmee laat de KNSB zien waar het vertrouwen ligt. Jorrit Bergsma won dit seizoen meerdere World Cups op dit onderdeel en wordt internationaal gezien als topfavoriet. De bond schat de kans op goud hier simpelweg hoger in dan op sommige traditionele afstanden.
Verder zet de matrix stevig in op de sprint en de middellange afstanden. De 500, 1000 en 1500 meter zijn ruim vertegenwoordigd, mede door sterke World Cup-resultaten van rijders als Jenning de Boo en Kjeld Nuis. Ook de vijf kilometer blijft belangrijk. Rijders als Stijn van de Bunt hebben zich met overtuigende optredens nadrukkelijk gemeld en maken de strijd daar extra interessant.
Brede aanpak bij de vrouwen
Bij de vrouwen kiest de commissie voor een bredere spreiding over de afstanden. Dat heeft alles te maken met de breedte van de Nederlandse ploeg en de internationale vorm eerder dit seizoen. Nederland heeft meerdere kanshebsters op verschillende afstanden, waardoor de matrix niet leunt op één onderdeel.
De 500 meter staat wel bovenaan. Femke Kok is dit seizoen op die afstand nauwelijks te kloppen. Ze won al haar World Cup-starts en begint als topfavoriet aan de route richting Milaan. Daarnaast zijn de 1500, 3000 en 5000 meter hoog ingeschaald, met meerdere plekken per afstand. Dat geeft ruimte om zowel snelheid als inhoud te belonen.
De val van Jutta Leerdam
Toch draait veel aandacht in Thialf om één naam: Jutta Leerdam. De vice-olympisch kampioen van Beijing 2022 is al jaren een vaste waarde op de 1000 meter en gold opnieuw als favoriet. Haar val tijdens het OKT kwam daarom hard aan. In een toernooi waar elke seconde telt, kan één misser het hele plan op z’n kop zetten.
Door die val is haar kans op directe plaatsing via de matrix flink kleiner geworden. Dat is zuur, zeker voor iemand die internationaal zo constant presteert. Maar het betekent niet dat haar Olympische droom uit is. Dankzij de aanwijsplekken is er nog steeds een reële route naar Milaan.
Waarom een aanwijsplek voor Leerdam logisch is
Er zijn meerdere argumenten om Leerdam ondanks haar val toch aan te wijzen. Allereerst is er haar staat van dienst. Ze is al jaren wereldtop op de 1000 meter, met World Cup-zeges en medailles als bewijs. Haar zilveren medaille in Beijing laat zien dat ze op het grootste podium kan presteren.
Daarnaast gaat het hier om een incident, niet om structureel vormverlies. De val was duidelijk pech en geen teken dat het niveau ontbreekt. In de World Cups voorafgaand aan het OKT reed ze simpelweg mee om de winst. Dat is precies het soort context waarvoor aanwijsplekken bedoeld zijn.
Ook strategisch telt ze zwaar mee. Nederland mikt in Milaan op medailles op de 1000 meter bij de vrouwen. Een bewezen medaillekandidate thuislaten is een risico, zeker als ze fit kan beginnen aan de Spelen. De matrix biedt de ruimte om uitzonderingen te maken in zulke situaties, en Leerdam past in dat profiel.
Dagkoers in Thialf
Het OKT duurt tot en met 30 december. Elke wedstrijddag kan de matrix opschuiven. Een foutje kan fataal zijn, een verrassingsrit kan ineens deuren openen. Dat maakt dit toernooi zo genadeloos én zo fascinerend. Voor de rijders is het mentaal topsport: omgaan met druk, scherp blijven en pieken op het juiste moment.
Voor de commissie wordt het een afweging tussen koud papier en warm ijs. De matrix geeft een kader, maar ritten en omstandigheden tellen mee. Zeker bij schaatsers die op meerdere afstanden kansrijk zijn, kan een schuifpuzzel ontstaan waarbij het ene ticket het andere beïnvloedt.
Wie pakt het laatste zetje?
Bij de mannen lijkt de koers op de sprint en middellange afstanden helder, met de massastart als speerpunt. Bergsma is daar de man om in de gaten te houden, vooral gezien zijn overwinningen dit seizoen. Daarnaast is het interessant hoe de plaatsen op de 1000 en 1500 meter vallen, met rijders als Nuis en De Boo die hun vorm hebben laten zien.
Bij de vrouwen is de breedte de kracht. Kok is op de 500 meter de te kloppen vrouw, maar ook op de 1500 en de langere afstanden zijn meerdere Nederlandse schaatssters in staat om te verrassen. De vraag is wie het op het moment suprême laat zien en wie net buiten de boot valt door een kleine misser.
Vooruitblik: papier versus praktijk
De komende dagen brengen duidelijkheid. Leerdam wacht en herstelt, in de hoop dat de commissie haar prestaties van dit seizoen zwaarder weegt dan één ongelukkig moment. Voor de bond is het zaak om recht te doen aan het OKT en tegelijk de beste ploeg voor Milaan samen te stellen. Dat vraagt keuzes die je kunt uitleggen, richting rijders én publiek.
Eén ding is zeker: de matrix mag dan op papier staan, op het ijs krijgt hij pas echt betekenis. Het toernooi in Thialf laat zien dat topsport niet altijd in een schema te vangen is. Soms beslissen details, soms is er pech. En soms is er ruimte voor gezond verstand. Dat maakt dit OKT spannend tot de laatste rit én cruciaal voor de Nederlandse kansen in Milaan.









