In een luchtig item van Ajax TV werd Youri Baas voor een herkenbaar kleedkamerdilemma gezet: wie heeft volgens hem de minst geslaagde kledingstijl binnen de selectie? De jonge verdediger hoefde niet lang na te denken en prikte, met een knipoog, Wout Weghorst aan als het favoriete mikpunt. Met een anekdote over roze sokken en een binnenkomst in voetbalbroekje zette Baas de toon: bij Weghorst draait het op modegebied vooral om comfort en minder om catwalk.
Speelse vraag op Ajax TV
Ajax TV staat erom bekend dat het naast wedstrijdanalyses en interviews ook ruimte geeft aan de lichtere kant van het voetbalbestaan. Dit soort rubriekjes – waarin spelers elkaar plagen over muziek, eten of kleding – geven een inkijkje in de dynamiek binnen de groep. Baas kreeg de vraag wie volgens hem de minst gelukkige keuzes maakt in de garderobe. De verdediger hield zijn antwoord luchtig en geestig, maar wel met een duidelijk oordeel: Weghorst kan nog wat tips gebruiken.
Dat soort momentjes zeggen weinig over prestaties op het veld, maar des te meer over de sfeer in een team. Spelers die elkaar met humor kunnen prikken, laten zien dat er ruimte is voor relativering in een omgeving die vaak onder hoogspanning staat. Het item ademde precies die ontspanning: een groep professionals die samen veel tijd doorbrengt en elkaar daardoor door en door kent.
Weghorst als modedoelwit
Baas vertelde met een brede grijns hoe hij Weghorst wel eens zag binnenkomen met roze sokken in combinatie met een simpel voetbalbroekje. Het beeld is tekenend voor de spits: direct, no-nonsense en wars van opsmuk. In de ogen van Baas reden genoeg om hem, met liefdevolle plaagzin, te benoemen tot de minst modieuze collega. Hij grapte daarbij zelfs dat Weghorst misschien maar eens langs een vriend van hem in de kledingwereld moet gaan voor een paar frisse suggesties.
Belangrijk is de ondertoon: dit is geen sneer, maar kameraadschappelijke humor. Weghorst staat bekend om zijn onvermoeibare werkethiek en vinnige presence in de zestien. Dat hij buiten het veld soms de praktische route kiest in plaats van de stijlprijs, past bij zijn imago. Het contrast levert precies het soort kleedkamergrap op waar ploegen hechter van worden.
Complimenten voor Dolberg
Wie volgens Baas juist wél uitgesproken smaak heeft, is een oude bekende: Kasper Dolberg. De Deen, die in Amsterdam een naam opbouwde als koelbloedige afmaker, werd door Baas geprezen om zijn uitgesproken Scandinavische stijl. Losvallende broeken, minimalistische silhouetten en een ogenschijnlijke eenvoud die in werkelijkheid heel doordacht is – het is mode die niet iedereen staat, maar volgens Baas Dolberg juist uitstekend past. In zijn woorden: hij ziet er eigenlijk altijd goed uit.
De observatie raakt aan een breder modebeeld: Scandinavische esthetiek wordt in de voetbalwereld steeds zichtbaarder, met cleane lijnen, neutrale kleuren en aandacht voor materiaal en pasvorm. Het is minder schreeuwerig dan sommige streetwear-trends, maar niet minder uitgesproken. Dat Baas Dolberg als referentie aanhaalt, onderstreept dat spelers elkaar ook buiten de lijnen volgen en inspireren.
Itakura’s eigenzinnige stijl
Naast Dolberg noemde Baas ook Ko Itakura als iemand die met zijn kleding indruk maakt. Niet zozeer omdat hij gangbare trends perfectioneert, maar omdat zijn keuzes eigen en onverwacht zijn – en, belangrijker nog, omdat ze bij hem passen. Het is die combinatie van persoonlijkheid en consistentie die vaak het verschil maakt tussen zomaar een outfit en echte stijl. Baas typeerde het als apart, maar precies om die reden sterk.
Het illustreert een bekend principe in sport en mode: authenticiteit werkt. Spelers die durven af te wijken van de norm, maar trouw blijven aan hun eigen smaak, worden vaak gezien als stijlbewaarders. Ze dicteren geen regels, ze bewijzen dat de regels buigzaam zijn.
Mode en voetbal: meer dan bijzaak
Waar kleding in de kleedkamer vroeger vooral functioneel was, is het in het moderne profvoetbal uitgegroeid tot een verlengstuk van identiteit. Spelers arriveren in trainingscomplexen en stadions onder het toeziend oog van camera’s en smartphones; outfits worden gedeeld, geliket en geanalyseerd. Daarmee is de garderobe een nieuw speelveld geworden, met eigen winnaars, verliezers en – vooral – veel humor.
Clubs spelen daar handig op in met contentformats die sport en lifestyle laten samenvloeien. Voor supporters is het tegelijk herkenbaar en amusant: wie heeft niet die ene vriend die onnavolgbaar door het leven gaat in fluorescerende sokken? En even herkenbaar: de perfectionist die elke zoom en kleurtoon op elkaar afstemt. De Ajax TV-rubriek met Baas past naadloos in die trend.
Wat zegt dit over de kleedkamer?
Dat Baas zonder schroom een prominente ploeggenoot als Weghorst plaagstreept, zegt vooral iets positiefs. Het wijst op een veilige, losse sfeer waarin spelers elkaar durven en mogen prikken. Zulke sociale lijm is onzichtbaar op het wedstrijdformulier, maar essentieel over een lang seizoen. Het relativeert spanning, verkleint afstanden tussen leeftijden en statussen, en maakt ruimte voor eerlijkheid – ook als het alleen over sokken en broekjes gaat.
Tegelijkertijd schemert er waardering door in zijn complimenten voor Dolberg en Itakura. Baas prijst spelers die met hun kleren een verhaal vertellen en dat consequent doen. Het is een subtiele erkenning dat stijl niet alleen een jasje is dat je aantrekt, maar vooral de manier waarop je je daarin beweegt.
Humor met een knipoog naar de toekomst
Of Weghorst na deze vriendelijke vermaning zijn garderobe op de schop gaat nemen, valt te bezien. De kans is groot dat hij het zelf ook vooral ziet als wat het is: kleedkamerhumor die het teamgevoel voedt. En misschien, heel misschien, duikt hij binnenkort eens op in een look die het midden houdt tussen comfort en couture – al was het maar om het volgende Ajax TV-item van een punchline te voorzien.
Voor nu levert de mini-modeverkiezing vooral een glimlach op. Baas liet met zijn open en geestige antwoorden zien dat er achter het zwaarbeladen voetbalcircus nog altijd ruimte is voor lichte, menselijke momenten. En die roze sokken? Die verdienen minstens een eervolle vermelding – want wie opvalt, zet hoe dan ook de toon.
Samengevat: Baas kroonde Weghorst, met zichtbaar plezier, tot de minst gelukkige kleedkamerstylist, roemde Dolberg om zijn geslepen Scandinavische signatuur en prees Itakura om zijn eigenzinnige maar kloppende keuzes. Het is een snapshot van de hedendaagse voetballerij, waarin prestaties en persoonlijkheid hand in hand gaan – op het veld én in de garderobe.
