De nieuwste Ipsos I&O-zetelpeiling wijst op een duidelijke verschuiving in het politieke landschap in oktober 2025. Vooral het CDA krijgt een stevige tik na recente uitspraken van partijleider Henri Bontenbal over religieuze scholen, terwijl Forum voor Democratie voorzichtig groeit. D66 wint, PVV verliest enkele zetels maar blijft de grootste, en VVD en GroenLinks-PvdA kruipen dichter naar elkaar toe. De peiling onderstreept een onrustige markt waarin kiezers sneller van voorkeur wisselen en de middengroepen elkaar steeds vaker overlappen.
Grote verschuivingen in het midden
De zetelverdeling volgens Ipsos I&O laat het volgende beeld zien:
- PVV: 26 zetels (-3)
- CDA: 20 zetels (-5)
- D66: 24 zetels (+4)
- VVD en GroenLinks-PvdA: convergeren naar circa 22-25 zetels
- FVD: groeit naar 5 zetels, vooral onder jonge mannen en teleurgestelde PVV-kiezers
Opvallend is de versmalling tussen de traditionele middenpartijen. GL-PvdA, D66 en CDA bewegen in deze peiling binnen een bandbreedte van ongeveer zes zetels. Dat wijst op een hevige strijd om dezelfde twijfelende kiezer, die zich gevoelig toont voor actualiteit, toon en thema’s als bestaanszekerheid, migratie, wonen en energie.
CDA onder druk na uitspraken Bontenbal
De forse terugval van het CDA wordt door Ipsos I&O direct gelinkt aan de televisieoptreden van partijleider Henri Bontenbal in Nieuwsuur. Bontenbal stelde daar dat religieuze scholen “het recht hebben homoseksuele relaties af te keuren”. Uit de peiling blijkt dat deze boodschap slecht is gevallen bij de eigen achterban: 80 procent van de huidige CDA-stemmers is het oneens met die stelling. Onder kiezers die recent bij het CDA zijn vertrokken, is dat zelfs 95 procent.
Die cijfers suggereren dat het thema waarden en onderwijs stevig doorwerkt in de kiezersvoorkeuren. Voor het CDA, dat traditioneel inzet op normen en waarden, is de balans tussen vrijheid van onderwijs en inclusie een gevoelige evenwichtsoefening. In deze peiling slaat de weegschaal duidelijk negatief uit voor de partij.
D66 ziet kiezerspotentieel toenemen
D66 noteert een duidelijke plus en heeft volgens Ipsos I&O het grootste kiezerspotentieel: 36 procent van de Nederlanders overweegt (op termijn) een stem op de partij. Dat betekent niet automatisch zetelwinst op korte termijn, maar wel dat D66 zich profileert als een geloofwaardige optie voor twijfelaars in het midden. De partij profiteert vermoedelijk van onrust bij het CDA en van kiezers die stabiliteit en bestuurlijke ervaring waarderen. Tegelijk klinkt kritiek door dat D66 staat voor veel regulering en EU-gericht beleid; het is de vraag in hoeverre dat op langere termijn mobiliseert of juist afremt.
PVV verliest, maar blijft de grootste
De PVV van Geert Wilders levert drie zetels in en komt uit op 26. De partij blijft ondanks die min de grootste in de peiling. De lichte daling kan verschillende oorzaken hebben: het normaliseren na eerdere pieken, het beeld dat meeregeren lastig is, of de aantrekkingskracht van alternatieven op rechts. Tegelijk is het uitgangspunt van PVV sterk vergeleken met veel concurrenten: bovenaan staan met een comfortabele voorsprong biedt strategische ruimte richting eventuele formaties of het zetten van de toon in het debat.
VVD en GroenLinks-PvdA kruipen naar elkaar toe
In het centrum van de machtsbalans bewegen VVD en GroenLinks-PvdA in elkaars richting, rond de 22 tot 25 zetels. Dat onderstreept de polarisatie rond de vraag wie de grootste wordt binnen het bestuurlijke midden: liberaal-conservatief of progressief-sociaal. Voor beide blokken geldt dat zij profiteren als de aandacht verschuift naar thema’s waar zij traditioneel sterk op scoren (economie, veiligheid en ondernemerschap bij de VVD; klimaat, zorg en sociale zekerheid bij GL-PvdA).
FVD wint terrein onder jonge mannen
Forum voor Democratie noteert in deze peiling vijf zetels en laat groei zien, vooral onder jonge mannen en kiezers die eerder PVV overwegen of overwogen. De aantrekkingskracht zit in het agenderen van onderwerpen die als onderbelicht worden ervaren, zoals kritiek op EU-integratie, immigratie en het tempo van klimaatbeleid. De sprong is nog beperkt in absolute zin, maar kan electoraal relevant worden als de partij die trend weet vast te houden en organisatorisch stabiel blijft.
Wat zegt dit over het politieke landschap?
De peiling bevestigt drie bredere trends. Ten eerste: kiezers wisselen sneller van voorkeur, vaak naar aanleiding van concrete gebeurtenissen en uitspraken. Ten tweede: het middenveld is drukbezet, waardoor partijen elkaar daar voortdurend beconcurreren met vergelijkbare beloftes rond stabiliteit, fatsoen en duurzaamheid. Ten derde: aan de randen van het spectrum proberen partijen te groeien met uitgesproken posities en het beloven van koerswijzigingen op migratie, wonen en energie.
Voor de partijen betekent dit dat toon en timing cruciaal zijn. Een enkel mediaoptreden kan wekenlange campagne-inspanningen neutraliseren, zeker als het schuurt met de waarden van de eigen achterban. Tegelijk blijven structurele thema’s – betaalbaarheid, woningmarkt, gezondheidszorg, stikstof en klimaat – de onderstroom bepalen waarbinnen incidenten hun effect krijgen.
Methode en kanttekeningen
Zoals bij elke peiling geldt dat het een momentopname is. Fluctuaties kunnen samenhangen met nieuwsgebeurtenissen, mediabelangstelling en de exacte vraagstelling. Ipsos I&O werkt met gewogen steekproeven om een zo representatief mogelijk beeld van de kiesgerechtigde bevolking te geven, maar onzekerheidsmarges blijven bestaan. Voor een robuuster beeld is het raadzaam ontwikkelingen over meerdere metingen en verschillende bureaus heen te volgen.
Vooruitblik
Als de huidige trend doorzet, zal het centrum nog competitiever worden, met D66 als kansrijke verzamelplaats voor twijfelaars en VVD en GL-PvdA die strijden om de bestuurlijke leidende rol. Voor het CDA is herstel afhankelijk van helderheid over waarden, onderwijs en inclusie. PVV blijft, ondanks een kleine min, strategisch goed gepositioneerd. En FVD kan de komende maanden testen of de recente aanwas onder jonge kiezers duurzaam is.
De komende weken wordt vooral belangrijk hoe partijen hun boodschap aanscherpen op de dossiers die kiezers het meest raken: migratie, woningbouw, koopkracht en energie. Daar zal uiteindelijk worden beslist wie de wind in de zeilen krijgt richting de volgende meetmomenten – en wie herstelwerk moet verrichten.
Kortom: het politieke midden schuift en zoekt houvast, terwijl de flanken alert toekijken. De volgende peiling zal uitwijzen of deze beweging doorzet of slechts een rimpel was in een roerig najaar.








