In Den Haag groeit steun voor een initiatief van D66-Kamerlid Joost Sneller om politieke partijen te verplichten tot interne democratie. Dat betekent in de praktijk dat partijen leden moeten toelaten en die leden invloed moeten geven op besluiten. Vooral de PVV, die formeel maar één lid heeft (Geert Wilders zelf), zou daardoor de partijorganisatie moeten aanpassen. Volgens een rondgang van De Telegraaf tekent zich een meerderheid af met steun van GroenLinks-PvdA, CDA, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en Volt. Samen staan die partijen op 71 zetels. De VVD twijfelt nog en kan doorslaggevend worden. Veel fracties vragen eerst advies aan de Raad van State.
Wat Staat Er Op Tafel?
Het voorstel van Sneller past in een bredere modernisering van de regels voor politieke partijen. De kern: partijen moeten voldoen aan basisregels van interne democratie. Denk aan heldere procedures voor het kiezen van leiders en lijsttrekkers, inspraak voor leden bij belangrijke besluiten en transparantie over de organisatie. Voor de meeste partijen verandert er dan niet veel, omdat zij al met leden werken. Voor de PVV, die bewust zonder open ledenstructuur opereert, zou dit wel een wezenlijke verandering zijn.
De discussie draait niet alleen om techniek. Het gaat ook om de vraag hoe we in Nederland politieke partijen zien: als privaatrechtelijke verenigingen die veel vrijheid hebben om zich te organiseren, of als publieke spelers die onder democratische basisnormen moeten vallen omdat zij meedoen aan verkiezingen en publieke financiering ontvangen.
Politieke Steun En Twijfels
D66 is initiatiefnemer en krijgt bijval van GroenLinks-PvdA, CDA, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en Volt. Deze groep is goed voor 71 zetels, waardoor een krappe meerderheid binnen handbereik ligt. De VVD sprak tijdens de campagne sympathie uit voor het idee, maar laat nu weten eerst precies te willen weten wat de juridische en praktische gevolgen zijn. De houding van de liberalen kan het verschil maken tussen een papieren meerderheid en een echt wetstraject.
Andere partijen leggen de bal bewust bij de Raad van State. Zij willen een zorgvuldige beoordeling van de verenigingsvrijheid en het grondwettelijk kader, voordat zij definitief kleur bekennen in de Kamer. Daarmee is duidelijk dat het traject meerstaps wordt: eerst advies, dan politieke weging, en pas daarna eventueel een wetsvoorstel in detail.
Waarom Is Dit Een Discussie?
Voorstanders benadrukken dat interne democratie de legitimiteit van partijen versterkt. Politieke partijen spelen een cruciale rol in de representatieve democratie: zij selecteren kandidaten, schrijven programma’s en verdelen politieke invloed. Volgens deze redenering mag de wet daarom eisen stellen aan hoe partijen intern besluiten nemen. Dat levert, vinden zij, meer transparantie en inspraak op en verkleint de greep van kleine, gesloten besturen.
Tegenstanders plaatsen vraagtekens bij de noodzaak en de reikwijdte. Zij wijzen op de vrijheid van vereniging: partijen zijn in juridische zin verenigingen of stichtingen en mogen zelf bepalen hoe zij zich organiseren, zolang zij de wet naleven. Chris Stoffer (SGP) zei daarover: “Ik vind het goed als partijen leden hebben, maar ik weet niet of we dat moeten opleggen aan partijen. Het gaat in ieder geval de PVV raken.” Ook de SP kijkt kritisch mee en vraagt zich af of wetgeving die organisatiestructuren voorschrijft niet te ver gaat.
Jan Struijs van 50Plus verwoordde een veelgehoorde zorg met de vraag of het voorstel bedoeld is om de PVV te raken of om de democratie te versterken. Critici menen dat het plan onevenredig op één partij is gericht, terwijl voorstanders juist betogen dat de norm voor alle partijen gelijk zou gelden.
Gevolgen Voor De PVV
De PVV werkt al jaren met een strak georganiseerde structuur, waarbij Geert Wilders als enig lid en politiek leider de koers bepaalt. Voor kiezers is dat geen verrassing; het staat openlijk vast. De partij groeide desondanks uit tot een van de grootste van het land. Een wettelijke plicht tot interne democratie zou de PVV dwingen tot het toelaten van leden en het inrichten van inspraak en procedures voor leiderschap en besluitvorming.
Voorstanders zien daarin een stap naar normalisering en verankering in het partijstelsel. Tegenstanders vrezen dat dit het karakter van de PVV fundamenteel verandert. Zij waarschuwen voor mogelijke risico’s, zoals interne strijd, afsplitsingen of pogingen van tegenstanders om via lidmaatschap invloed te verwerven. Voor de PVV betekent het hoe dan ook een ingreep in een structuur die tot nu toe doelbewust is gekozen en bij de achterban bekend is.
De Juridische Haakjes En De Rol Van De Raad Van State
Centraal staat de vraag hoe ver de wetgever mag gaan in het reguleren van interne partijorganisatie. In Nederland is de vrijheid van vereniging verankerd. Elke beperking moet dus goed gemotiveerd en proportioneel zijn. Bij politieke partijen speelt bovendien mee dat zij publieke middelen kunnen ontvangen en een unieke rol vervullen in het democratisch proces. Dat kan extra regels rechtvaardigen, maar die moeten dan duidelijk, noodzakelijk en evenwichtig zijn.
De Raad van State zal naar verwachting juist op dit spanningsveld inzoomen: hoe verhouden interne democratie-eisen zich tot de vrijheid van vereniging? Welke definities zijn nodig? En hoe voorkom je dat een algemene norm in de praktijk één partij onevenredig raakt? Afhankelijk van dat advies kan het voorstel nog worden bijgeslepen of juist aan kracht winnen.
Het Politieke Klimaat En De Vraag Naar Prioriteiten
De timing van het debat roept ook vragen op. Nederland kampt met grote dossiers zoals migratie en asiel, woningnood en druk op de koopkracht. Critici vinden dat de Kamer de energie vooral dáár op moet richten en zien het voorstel als een discussie over regels in plaats van over de inhoud. Voorstanders antwoorden dat gezonde spelregels voor politieke partijen juist helpen om ook op die grote thema’s beter en transparanter besluiten te nemen.
Dat spanningsveld – regels versus resultaten – is al langer zichtbaar in het parlement. De discussie over interne democratie past daarmee in een breder gesprek over hoe het politieke systeem moet functioneren, welke checks and balances nodig zijn en hoe partijen zich verhouden tot hun kiezers.
Hoe Nu Verder?
De eerstvolgende stap is het juridisch advies. Als de Raad van State ruimte ziet voor wetgeving, kan de Kamer het voorstel in detail behandelen en eventueel aanpassen. De positie van de VVD wordt dan cruciaal voor een meerderheid. Komen extra waarborgen of uitzonderingen in beeld, dan kan dat de steun verbreden; blijft de kern ongewijzigd, dan ligt een principieel debat over verenigingsvrijheid en politieke gelijkheid voor de hand.
Voor de PVV en haar kiezers is de inzet helder: blijft de huidige organisatiestructuur mogelijk, of wordt een ledenpartij de standaard? Voor de rest van het politieke spectrum gaat het om de vraag welke minimumnormen horen bij partijen die meedoen aan de democratie en publieke middelen ontvangen. De komende weken zal blijken of het voorstel uitgroeit tot concrete wetgeving of dat het strandt op juridische en politieke bezwaren.
Samengevat: D66 wil partijen verplichten tot interne democratie, met zicht op een nipte meerderheid in de Kamer. De PVV wordt daarbij het meest geraakt, waardoor het debat scherp is en balans moet vinden tussen democratische normen en verenigingsvrijheid. Het advies van de Raad van State en de uiteindelijke keuze van de VVD geven richting aan het vervolg.








