Een kwart van de Nederlanders voelt zich door geen enkele politieke partij vertegenwoordigd. Dat is geen signaal aan de rand, dat is een sirene midden op het plein. Volgens een nieuwe peiling van Kieskompas belandt het vertrouwen in politiek en instituties op een historisch dieptepunt. Vertegenwoordiging – ooit de kern van onze democratie – dreigt te verworden tot decor: de burger kijkt toe, maar herkent zichzelf niet langer in het spel dat in Den Haag wordt opgevoerd.
Een Alarmsignaal, Geen Ruis
De cijfers zijn glashelder: 25 procent zegt dat geen enkele partij hun stem, waarden of idealen vertolkt. Onder praktisch opgeleiden ligt dat percentage nog hoger. In het bijzonder de generatie 35-49 jaar lijkt het vertrouwen kwijt te zijn, een groep die midden in het leven staat, werk, gezin en de stijgende kosten probeert te balanceren en intussen het gevoel heeft dat de politiek langs hen heen praat. Dit is geen vluchtige onvrede, dit is structureel wantrouwen.
Vertrouwen Op Een Dieptepunt
Wie de oorzaken zoekt, hoeft niet ver te kijken. Huishoudens piepen en kraken onder torenhoge lasten. Burgers maken zich zorgen over veiligheid, migratie en koopkracht en zien tegelijk dat veel partijen elkaar in beleid nauwelijks ontlopen. De labels verschillen, de uitkomst blijft vaak gelijk: de rekening belandt bij de burger, het systeem beschermt zichzelf. Het is precies die ervaring – herhaald, tastbaar, dicht bij huis – die het vertrouwen uitholt.
Niet Boos, Maar Bewust
Het is een misvatting om deze groep weg te zetten als “boos” of “ongeïnformeerd”. Integendeel: ze weten heel goed wat er speelt. Ze zien de prioriteiten in Den Haag verschuiven richting procedures, posities en symbolische debatten, terwijl tastbare verbeteringen uitblijven. Wie maanden wacht op duidelijkheid, wie telkens leest over nieuwe commissies en rapporten, maar weinig merkt in de portemonnee of in de wijk, haakt af. Niet uit gemakzucht, maar omdat het vertrouwen is opgebruikt.
Partijen Als Producten
Politiek is steeds meer communicatie geworden: slogans, lijstjes, strak geregisseerde momenten. Campagne is geen korte sprint meer, maar een permanente modus. Het gesprek met de samenleving verschuift naar het gesprek over de samenleving. Burgers voelen dat; ze merken dat politieke taal vaker over beeldvorming gaat dan over keuzes. Daardoor zijn verschillen tussen partijen voor velen cosmetisch geworden. Als de inhoud verschraalt tot marketing, verliest de kiezer zijn anker.
Tegenstem In Plaats Van Keuze
Opvallend in de peiling is dat ook kiezers van partijen als JA21, SP en Partij voor de Dieren aangeven zich niet echt vertegenwoordigd te voelen. Ze stemmen uit wanhoop of als tegenstem, niet vanuit overtuiging voor een positief plan. Dat is fragiel. Wie vooral “tegen” iets stemt, is snel teleurgesteld zodra er verantwoordelijkheid moet worden genomen. We zagen hoe snel steun kan verdampen als verwachtingen en werkelijkheid botsen. Het maakt de politiek volatiliteit gevoelig en verkort de houdbaarheid van mandaten.
Jong Vertrouwen, Broze Basis
Jongeren van 18 tot 34 jaar voelen zich volgens het onderzoek nog relatief vertegenwoordigd, maar dat vertrouwen is wiebelig. Zodra de eerste huur wordt betaald, de energierekening omhoog schiet of de overheid zich eerder als controleur dan als partner toont, brokkelt dat beeld af. De ervaring van ouders – dat politiek vaak een spel van insiders lijkt – sijpelt door naar de volgende generatie. Als die ervaring postvat, verliest de politiek niet alleen vandaag, maar ook de toekomst.
Commissies Zijn Geen Antwoord
De reflex in Den Haag is voorspelbaar: er komt een werkgroep, een commissie representativiteit, een onderzoek naar vertrouwen. Het levert rapporten op, soms scherp, soms verhelderend, maar zelden iets dat mensen thuis onmiddellijk voelen. Niet omdat rapporten waardeloos zijn, maar omdat het probleem dieper zit. Vertrouwen is geen communicatievraagstuk; het is een kwestie van inhoud, prioriteiten en zichtbaar resultaat in het dagelijks leven.
Waar Het Echt Misgaat
De band tussen politiek en samenleving is uitgedund. Partijen lijken vaker netwerken, ideologische bubbels en belangen buiten het zicht te bedienen dan de brede middengroep die het land draaiende houdt. Dat verklaart waarom discussies over Brussel, beleid en uitvoering vaak abstract blijven, terwijl de gevolgen concreet en persoonlijk zijn. Burgers missen herkenbare keuzes die hun werkelijkheid raken: wonen, werken, veiligheid, zorg, lasten. Als die koppeling ontbreekt, voelt vertegenwoordiging als een belofte zonder adres.
Gevolgen Voor De Democratie
Een kwart van het land dat zich niet vertegenwoordigd voelt, is niet slechts een statistiek. Het is een barst in het fundament. Democratie rust op het idee dat stemmen zin heeft en dat beleid in redelijke mate aansluit op maatschappelijke behoeften. Als dat geloof verdampt, blijven onverschilligheid of woede over. Beide zijn giftig: onverschilligheid omdat zij de uitkomst aan een kleine, goed georganiseerde minderheid laat, woede omdat zij het gesprek vervangt door loopgraven.
Wie Voelt Nog Verantwoordelijkheid?
De verantwoordelijkheid ligt niet primair bij de kiezer, maar bij de politiek die te vaak de belofte niet waarmaakt. Traditionele partijen – van VVD tot D66, van GroenLinks-PvdA tot CDA – hebben met elkaar een sfeer gecreëerd waarin verschillen kleiner lijken dan de campagnetaal doet vermoeden. Het verwijt van een gesloten club is daarmee niet uit de lucht gegrepen. Verbaasd toekijken dat mensen afhaken, is dan een luxe die we ons niet kunnen veroorloven.
Tijd Voor Echte Vertegenwoordiging
Wat gevraagd wordt, is geen nieuw etiket of een frisse slogan, maar een heroriëntatie op de kern: politiek die werkt voor mensen, niet over hen spreekt. Dat betekent kiezen en uitleggen, luisteren en bijsturen, en vooral: merkbare vooruitgang boeken op thema’s die het dagelijks leven bepalen. Door de lasten voorspelbaar te maken. Door veiligheid te borgen. Door wonen weer bereikbaar te maken. Door uitvoering voorop te zetten in plaats van papieren elegantie.
Vooruitblik
Als Den Haag dit alarmsignaal serieus neemt, kan het kwart dat nu afhaakt, de motor worden van een nieuw contract tussen burger en bestuur. Transparantie, macht en tegenmacht, en een politiek die durft te kiezen zonder zich te verschuilen achter procedure en vorm – daar begint herstel. Gebeurt dat niet, dan groeit de kloof verder en wordt de democratie hol van binnen. De keuze is helder: bestuur dat namens mensen beslist, of bestuur dat zichtbaar voor mensen werkt. De tijd van uitstel is voorbij.








