In Den Haag zullen ze het hebben gevoeld: de erfenis van Frans Timmermans wankelt. Volgens meerdere Brusselse bronnen, aangehaald door De Telegraaf, werkt EU-commissaris Wopke Hoekstra aan een koerswijziging die het verbod op nieuwe auto’s met verbrandingsmotor in 2035 aanzienlijk afzwakt. Waar eerder een harde grens van 100 procent uitstootreductie werd vastgelegd, stuurt de Commissie nu aan op 90 procent. In gewone taal: de benzine- en dieselmotor verdwijnen niet volledig uit het straatbeeld, en plug-in hybrides houden een toekomst.
Wat Er Verandert
De huidige EU-regels schrijven voor dat fabrikanten vanaf 2035 alleen nog nieuwe personen- en bestelauto’s mogen verkopen die geen CO2 uitstoten aan de uitlaat. Dat kwam neer op een feitelijk verbod op verbrandingsmotoren. In het nieuwe voorstel wordt dat doel bijgesteld naar 90 procent reductie. Voor autobouwers scheelt dat enorm: er blijft ruimte voor modellen met een verbrandingsmotor, al dan niet in plug-in hybride vorm, zolang de gemiddelde uitstoot van een merk tot tien procent van het huidige niveau wordt teruggebracht.
Voor de consument betekent dit dat de keuze niet zwart-wit wordt. Volledig elektrisch blijft belangrijk, maar het wordt niet de enige optie. Plug-in hybrides kunnen door, en ook aangepaste verbrandingsmotoren die met schonere brandstoffen werken, lijken perspectief te houden.
Waarom Dit Gebeurt
Meerdere landen met een grote auto-industrie, zoals Duitsland en Italië, drongen al langer aan op meer flexibiliteit. Hun argument: het tempo van de transitie was te hard voor de industrie en voor consumenten. De laadinfrastructuur groeit, maar niet overal even snel. Batterijgrondstoffen zijn duur, en de Europese concurrentiepositie staat onder druk. Ook zien beleidsmakers dat niet iedere koper klaar is voor volledig elektrisch rijden, zeker niet in landelijke gebieden of voor mensen die regelmatig lange afstanden rijden.
Hoekstra lijkt die zorgen te willen accommoderen. Door de doelstelling van 100 naar 90 procent te verlagen, krijgt de sector lucht zonder dat de klimaatdoelen volledig worden losgelaten. Het is een pragmatische stap die de kans vergroot dat de transitie haalbaar en betaalbaar blijft.
Compensaties En Randvoorwaarden
Flexibiliteit komt niet zonder tegenprestatie. Volgens de berichten koppelt Hoekstra de versoepeling aan extra “groene” eisen. Zo wordt van fabrikanten verwacht dat ze schonere materialen gebruiken, bijvoorbeeld groen staal in de productie. Verder komt er meer nadruk op schonere brandstoffen bij de pomp, zoals duurzame biobrandstoffen, om de CO2-voetafdruk over de hele keten omlaag te brengen.
Daarnaast trekt Brussel extra geld uit om de batterij-industrie in Europa te versterken. Er zou zo’n 2 miljard euro beschikbaar komen om productie, innovatie en toeleveringsketens te ondersteunen. Het idee: ook als er meer ruimte blijft voor verbrandingsmotoren, moet Europa de slag om accu’s, software en elektrificatie winnen.
Wat Betekent Dit Voor Automobilisten
Voor bestuurders verandert er op korte termijn niets. Op langere termijn nemen de keuzemogelijkheden juist toe. Wie elektrisch wil rijden, houdt een groeiend aanbod aan modellen met steeds grotere actieradius en snellere laadtijden. Wie niet volledig elektrisch kan of wil, kan vermoedelijk kiezen voor plug-in hybrides of efficiënte verbrandingsmotoren die passen binnen de nieuwe emissieplafonds.
Belangrijk is dat de markt niet op slot gaat. Gezinnen die met caravan of aanhanger op vakantie willen, of mensen die veel kilometers maken in gebieden met weinig laadmogelijkheden, krijgen meer tijd en opties. Tegelijk blijft de druk op fabrikanten hoog om schoner te produceren en de uitstoot fors te verminderen.
De Politieke Lading
De symboliek is groot. Frans Timmermans, architect van de Europese Green Deal, zag het 2035-doel lange tijd als een keiharde afspraak. Dat zijn opvolger – nota bene een Nederlander en CDA’er – nu een draai inzet, maakt de tegenstelling tastbaar. Voor Timmermans, inmiddels actief in de Nederlandse politiek, voelt dit als een gevoelige tik; voor de voorstanders van een meer geleidelijke transitie als een overwinning van pragmatisme.
Belangrijk om te benadrukken: het gaat om een aanpassing die nog door de Europese instellingen moet worden besproken en goedgekeurd. De Commissie doet een voorstel, waarna Europees Parlement en lidstaten (in de Raad) hun zegje doen. Er kan dus nog worden geschaafd aan details en timing. Maar de richting is helder: minder dogma, meer realisme.
Gevolgen Voor De Industrie
Autobouwers krijgen iets meer ademruimte om bestaande platforms door te ontwikkelen en investeringen gefaseerd te doen. Dat kan helpen om banen te behouden en tegelijk te blijven innoveren. Verwacht ook dat de ontwikkeling van schone verbrandingsmotoren, plug-in hybrides en alternatieve brandstoffen opnieuw aandacht krijgt, naast het onverminderde tempo waarmee volledig elektrische modellen doorbreken.
Voor toeleveranciers is de boodschap dat duurzaamheid breder wordt gezien dan alleen de uitlaat. Productieprocessen, materialen en energiegebruik tellen zwaarder mee. Wie inzet op groen staal, circulaire onderdelen en efficiënte logistiek, bouwt een voorsprong op in de nieuwe realiteit.
Kritiek En Kanttekeningen
Tegenstanders waarschuwen dat elke versoepeling de klimaatdoelen kan vertragen en zekerheid voor investeerders kan aantasten. Voorstanders vinden juist dat onhaalbare doelen niemand helpen en dat draagvlak cruciaal is. De uitkomst zal afhangen van hoe streng de randvoorwaarden worden en of fabrikanten de beloofde stappen in productie en brandstoffen ook echt zetten.
En Nu Verder
De komende maanden zijn cruciaal. Het voorstel wordt uitgewerkt, doorgerekend en politiek gewogen. Consumenten en bedrijven willen vooral duidelijkheid: welke modellen komen er, welke infrastructuur volgt, en wat betekent dit voor kosten en beschikbaarheid? Als het aan Hoekstra ligt, komt er een pad dat ambitie en haalbaarheid combineert.
De kern is simpel: elektrisch rijden blijft de hoofdlijn, maar wordt niet de enige weg. De benzineauto is niet doodverklaard, de hybride blijft, en de industrie moet sneller vergroenen. Realiteit en ambitie zoeken elkaar op. Hoe dat precies uitpakt, beslist Brussel – met een scherp oog van lidstaten en markt. Wordt vervolgd.








