Nog geen week na de stembusgang heeft D66-leider Rob Jetten een brief gestuurd aan verkenner Wouter Koolmees. Daarin pleit hij voor een “kabinet van doorbraken” met VVD, CDA en GroenLinks-PvdA. Het voorstel komt in een fase waarin D66 zelf won, maar de bredere linkse beweging terrein verloor. Jetten zet desondanks vol in op een brede coalitie die volgens hem snel knopen kan doorhakken.
Met zijn brief positioneert Jetten D66 als motor van een nieuw bestuur dat stabiliteit en tempo moet brengen. Hij schrijft dat het land vraagt om samenwerking van partijen die verantwoordelijkheid willen nemen en dat er moed nodig is om lastige dossiers vlot te trekken. De inzet: een kabinet met een breed draagvlak dat de komende jaren beslissingen neemt die zijn blijven liggen.
Achtergrond van de brief
De verkiezingen van 29 oktober 2025 lieten een duidelijke verschuiving zien. Terwijl D66 zetelwinst boekte, ging de linkse flank als geheel achteruit en schoof het politieke landschap op naar rechts. In dat landschap kreeg Wouter Koolmees de rol van verkenner om te peilen welke combinaties kansrijk zijn voor een stabiele meerderheid.
D66 voerde campagne met een meer gematigde toon dan voorheen en zei strenger te willen zijn op migratie, zonder de Europese koers los te laten. Die positie leverde de partij stemmen op, maar zette ook de deur open voor kritiek: volgens tegenstanders was het vooral verpakking, geen koerswijziging. Tegen die achtergrond kiest Jetten nu voor een coalitie-optie die het midden en de linkerkant aan elkaar knoopt.
Wat D66 voorstelt
De kern van Jettens voorstel is een kabinet dat brede steun in het parlement heeft en dat “met lef” doorbraken forceert. Hoewel de brief zelf geen volledige beleidsagenda ontsluiert, is duidelijk op welke terreinen hij tempo wil maken: betaalbare woningen, grip op migratie, uitvoering van klimaat- en energiebeleid, verbetering van het onderwijs en herstel van koopkracht. Ook het vastgelopen stikstofdossier en de positie van de landbouw hangen daar onvermijdelijk mee samen.
Met VVD en CDA mikt D66 op een centrumas die verantwoordelijkheid gewend is te dragen. GroenLinks-PvdA moet de linkse ankerpunten inbrengen. In theorie levert dat een brede coalitie op die over meerdere maatschappelijke breuklijnen heen afspraken kan maken. In de praktijk vraagt die opzet om grote compromissen op vrijwel ieder hoofdonderwerp.
Kritiek en wantrouwen
Vanuit rechtse hoek klinkt meteen stevige kritiek. Die komt neer op twee punten. Ten eerste: het signaal van de kiezer zou een duidelijkere ruk naar rechts zijn dan in dit voorstel wordt weerspiegeld. Ten tweede: het risico bestaat dat opnieuw grotendeels dezelfde partijen aan tafel komen als in eerdere kabinetten, terwijl juist daar veel wantrouwen over is ontstaan.
Critici vrezen dat zo’n coalitie de bekende beleidslijnen voortzet, met slechts beperkte aanpassingen. Zij waarschuwen voor:
- verdere Europese integratie zonder duidelijke grenzen;
- strikte klimaat- en stikstofregels die de agrarische sector en het mkb zwaar raken;
- migratiebeleid dat vooral reguleert en zelden beperkt;
- ideologische sturing in het onderwijs;
- economisch beleid dat ondergeschikt raakt aan duurzaamheidsdoelen, met hogere lasten als gevolg.
In die lezing zou een “kabinet van doorbraken” eerder voortbouwen op oude afspraken dan echt breken met wat vastliep. D66 bestrijdt dit beeld en benadrukt dat brede samenwerking juist nodig is om vertrouwen te herstellen en om de impasse op lastige dossiers te doorbreken.
De positie van andere winnaars
Ook klinkt de klacht dat winst aan de rechterkant onvoldoende wordt meegenomen. Forum voor Democratie claimt met zeven zetels een duidelijke aanwezigheid, terwijl ook JA21, BBB, SGP en PVV bij elkaar een substantieel deel van rechts Nederland vertegenwoordigen. In het door D66 geschetste pad spelen zij nauwelijks een rol. Volgens hun achterban is dat moeilijk uit te leggen na een uitslag die als een ruk naar rechts wordt gezien.
De realiteit van formaties is dat rekenwerk en politieke bereidheid elkaar moeten vinden. Een coalitie met VVD, CDA, D66 en GroenLinks-PvdA zou op papier richting een meerderheid kunnen gaan, maar vraagt grote bruggen tussen partijen met wezenlijke verschillen. Een alternatief waarbij meer rechtse partijen aanschuiven, kan arithmetisch eenvoudiger lijken, maar stuit weer op blokkades bij andere partijen. De verkenner zal die lijnen de komende weken scherp moeten krijgen.
Stabiliteit versus representatie
De kern van het debat is de balans tussen stabiliteit en representatie. Een breed middenkabinet kan bestuurlijke rust bieden, maar roept de vraag op of de verschuiving in de kiezerstroom voldoende wordt weerspiegeld. Andersom kan een kabinet dat sterker leunt op de rechterflank dichter bij de uitslag liggen, maar meer spanning oproepen in de verhoudingen met linkse partijen en mogelijk in de senaat.
Mocht de door D66 gewenste combinatie tot stand komen, dan zal die coalitie op vrijwel ieder dossier compromissen moeten sluiten: striktere uitvoering en betere handhaving op migratie tegenover humane opvang, stevige klimaatdoelen met meer tijd en middelen voor sectoren om mee te bewegen, en een bouwoffensief dat ruimte zoekt binnen wet- en regelgeving. Het succes staat of valt met zichtbare resultaten op korte termijn, zeker bij wonen en koopkracht.
Hoe nu verder in de formatie
De bal ligt nu bij verkenner Koolmees om de bereidheid van VVD, CDA en GroenLinks-PvdA te peilen en alternatieve paden te schetsen. Als er voldoende vertrouwen is in één route, kan snel een informateur worden aangewezen. Lukt dat niet, dan komen andere opties op tafel: varianten met BBB of JA21, een minderheidskabinet dat per dossier steun zoekt, of een bredere combinatie met wisselende partners.
Belangrijk wordt of partijen de onderlinge blokkades durven los te laten. Het recente verleden leert dat formaties vastlopen als publieke uitspraken keiharde voorwaarden blijven. Tegelijk wil de kiezer duidelijkheid: een coalitie die belooft te leveren én laat zien dat ze geluisterd heeft.
Vooruitblik
Jettens oproep voor een “kabinet van doorbraken” zet de toon voor een formatie waarin snelheid en betrouwbaarheid centraal staan. Of de door D66 gewenste combinatie haalbaar is, hangt af van de wil van VVD, CDA en GroenLinks-PvdA om over grote verschillen heen te stappen. Evenzeer speelt mee of de formatie recht doet aan de electorale verschuiving naar rechts.
De komende weken worden beslissend. Als de verkenning snel convergentie laat zien, kan er vaart in komen en ligt er voor het einde van het jaar een routekaart. Valt de puzzel uiteen, dan wordt het zoeken naar een nieuwe balans tussen stabiliteit en representatie. In beide scenario’s is één opdracht onverminderd urgent: het vertrouwen van kiezers terugwinnen met zichtbare resultaten.








