De analisten van Ziggo Sport halen hun schouders op over de zogenoemde ‘zeven geboden’ die in de kleedkamer van Ajax aan de muur hangen. Youri Mulder, Theo Janssen en Wesley Sneijder hebben stevige twijfels bij het nut van het bord. Vooral Janssen valt op dat de regels bijna alleen gaan over situaties zónder bal.
De instructies kwamen onlangs in beeld toen Steven Berghuis per ongeluk een video op Instagram plaatste. Op die beelden waren de kernpunten te zien die worden toegeschreven aan John Heitinga, de oud-trainer van Ajax. Sindsdien wordt er volop gediscussieerd: helpen zulke kreten echt, of zetten ze alleen maar aan tot ruis?
De zeven regels in de kleedkamer
Op het bord hangen korte, Engelse aanwijzingen die vrij vertaald neer komen op:
- Tegendruk na balverlies.
- Druk zetten in de laatste twee meter.
- Niet over de bal heen verdedigen, houd de tegenstander aan één kant.
- Binnen vijf seconden terug achter de bal staan.
- Voorkom dat je standaardsituaties tegen krijgt.
- Clean-sheet-mentaliteit.
- Domineren in één-tegen-één-duels.
Het zijn korte slogans die vooral de verdedigende organisatie en omschakeling benadrukken. En precies daar wringt het, vinden de analisten.
Kritiek van de analisten
Mulder en Janssen konden er weinig mee. Mulder grapte richting Janssen dat je bij binnenkomst meteen een hamer zou willen pakken om het bord weg te halen. Janssen lachte mee en zei dat hij dat “honderd procent” zou doen. Achter de humor zit een serieuze boodschap: ze betwijfelen of dit de manier is om profspelers te prikkelen of te verbeteren.
Volgens Janssen is het probleem breder dan één bord. Hij heeft het gevoel dat spelers vandaag de dag overspoeld worden met instructies. Als je constant hoort wat je moet doen bij elke mogelijke spelsituatie, blijft er volgens hem maar weinig hangen. “Na een meeting onthoud je maar enkele minuten”, is zijn boodschap. Zijn conclusie: er zijn te veel meetings, en ze duren te lang.
Focus op balbezit ontbreekt
Janssen stoorde zich vooral aan de eenzijdigheid. Alles gaat over tegenstanders afstoppen en schade beperken, terwijl Ajax traditioneel juist denkt vanuit de bal. “Je bent Ajax. Dan wil je domineren in balbezit en mooi voetbal brengen”, is zijn strekking. Hij vraagt zich af waar op het bord staat hoe je overtal creëert, of waar en wanneer je risico neemt om kansen te maken. Mulder grapte dat er misschien naast dit bord nog een tweede hangt met aanvallende principes, maar die was in elk geval niet te zien.
Kwaliteit en containerbegrippen
Sneijder wijst erop dat zulke kreten alleen werken als de basis klopt. “Clean-sheet-mentaliteit” en “domineren in één-tegen-één” zijn mooi, maar je hebt daar wel de juiste verdedigers voor nodig die duels winnen en op het juiste moment instappen. Mulder noemt “clean-sheet-mentaliteit” bovendien een containerbegrip. Dat wil zeggen: iedereen in het voetbal wil geen goals tegen krijgen, dus wat zegt het dan nog? Zonder duidelijke vertaling naar gedrag en training blijft het hol klinken.
Hoort dit bij profs?
Voor Sneijder zijn dit vooral open deuren. Hij vindt dat je dit een speler op topniveau niet meer hoeft te vertellen, laat staan ophangen aan de muur. Een prof komt volgens hem elke dag met de mentaliteit naar de club om niets weg te geven, duels te winnen en waar nodig druk te zetten. De kern: deze principes zijn zo basaal dat ze vanzelfsprekend zouden moeten zijn binnen een topsportcultuur.
Waar komt het vandaan?
Mulder en Sneijder vermoeden dat Heitinga mogelijk heeft gekeken naar de werkwijze van Arne Slot. Zij opperen dat Heitinga onder Slot werkte bij Liverpool en daar inspiratie opdeed. Of dat feitelijk zo is laten ze in het midden; hun gevoel is wel dat deze manier van denken past bij de moderne trend waarin coaches kernprincipes zichtbaar maken in de kleedkamer. Overigens doen meer topclubs dat: een paar korte, heldere ankerpunten kunnen helpen om spelers in de hectiek van wedstrijden te herinneren aan afspraken. De vraag is alleen of deze lijst voor Ajax de juiste accenten legt.
Het grotere plaatje bij Ajax
De discussie raakt aan iets groters: waar staat Ajax nu voor? In slechte fases wordt vaak naar defensieve zekerheid gegrepen. Dan ligt de nadruk al snel op organisatie, omschakeling en het vermijden van fouten. Dat is begrijpelijk, maar het gevaar is dat je de eigen identiteit verliest. Ajax bouwde zijn reputatie juist op aanvallend denken, creativiteit en dominantie met de bal.
Daar zit ook spanning. Wil je compact staan en weinig weggeven, dan vraagt dat om discipline en soms ook om concessies aan het spel met de bal. Wil je hoog domineren, dan hoort een hoger risico en meer ruimte in de rug erbij. Het bord in de kleedkamer kiest duidelijk voor de eerste reflex: controle zonder bal. De analisten vinden dat een club als Ajax weer moet beginnen bij het eigen DNA en vanuit balbezit de lijnen moet uitzetten.
Overdaad aan informatie of juist houvast?
Het meningsverschil draait uiteindelijk om de waarde van zulke kernregels. Voorstanders zeggen: korte, simpele principes geven houvast en versnellen beslissingen in het veld. Tegenstanders, zoals Janssen, vrezen dat het stapelt op een al overvolle informatie-stroom. Zeker als die principes niet worden vertaald naar concrete patronen op de training, blijven het slogans zonder effect.
In dat licht is de kritiek op de inhoud – vooral tegen de bal – logisch. Wil je spelers echt helpen, dan moeten er net zo duidelijke, praktische richtlijnen zijn voor de opbouw, positionering en combinaties in balbezit. Pas als beide kanten kloppen, kan een team herkenbaar en effectief spelen.
Conclusie en vooruitblik
De ‘zeven geboden’ in de kleedkamer van Ajax hebben meer losgemaakt dan vermoedelijk bedoeld was. Het bord laat zien hoe de staf de defensieve basis wil borgen. De analisten van Ziggo Sport vinden het echter te eenzijdig, te algemeen en te schools voor profspelers. Ze missen juist de Ajax-handtekening: domineren met de bal en slimme oplossingen creëren.
Of het bord blijft hangen of verdwijnt, is minder relevant dan de onderliggende keuze die Ajax moet maken. Kiest de club voor controle zonder bal, of voor dominantie met de bal? Het antwoord daarop bepaalt de toon van de trainingen, de selectie en uiteindelijk het spel dat fans willen zien. Eén ding is zeker: de discussie over principes is pas zinvol als ze dagelijks worden omgezet in herkenbare patronen, zowel met als zonder bal.









