In Eindhoven heerst er deze zomer een gevoel van onbehagen rond een vertrek dat nauwelijks als verrassing kwam, maar wél diepe sporen nalaat. Luuk de Jong, jarenlang boegbeeld van de club en spits van dienst in goede én slechte tijden, is weg. En daarmee is PSV niet alleen een aanvoerder kwijt, maar vooral een cruciaal onderdeel van het tactisch arsenaal. De lange, betrouwbare spits die het team uit benarde situaties wist te halen, heeft zijn koffers gepakt en laat Peter Bosz achter zonder zijn beproefde ‘plan B’.
Met de komst van Ricardo Pepi en recent ook Alassane Pléa lijkt het op papier alsof PSV de spitspositie goed heeft ingevuld. Beide spelers zijn technisch vaardig, beweeglijk en passen in het verzorgde spel dat Bosz nastreeft. Maar wat ontbreekt is datgene waar De Jong in uitblonk: fysieke dominantie in de lucht, het vermogen om ballen vast te houden onder druk en het omzetten van halve kansen in doelpunten via het hoofd. Pieter Zwart vatte het deze week in Voetbal International kernachtig samen: “Onder druk is een lange bal op de targetman een prima manier geweest voor PSV om te ontsnappen.”
Walter Benítez – de inmiddels vertrokken doelman – mikte in de Eredivisie vorig seizoen gemiddeld tien keer per wedstrijd een lange bal op De Jong. In de Champions League liep dat zelfs op tot vijftien keer. Het was een herkenbaar patroon in wedstrijden waarin het positiespel stokte of de tegenstander hoog druk zette. Als alle opbouwopties waren uitgespeeld, kon PSV altijd terugvallen op die ene zekerheid: een lange bal op Luuk, die het duel aanging en zijn ploeg weer hoger op het veld bracht.
Die zekerheid is er niet meer. En de vervangers – hoe getalenteerd ook – bieden niet dezelfde garanties. Pepi heeft laten zien dat hij met ruimte in zijn rug gevaarlijk is, maar is minder geschikt als aanspeelpunt in een stagnerende aanval. Pléa brengt ervaring en techniek, maar mist het fysiek om duels te domineren in de lucht. Bosz gaf eerder al aan dat hij van Pepi “niet kan verwachten dat hij alle kopduels wint,” en die realiteit dringt nu in alle hevigheid door. PSV is kwetsbaar geworden in een fase van de wedstrijd waarin eerder op automatisme kon worden vertrouwd.
Daar komt bij dat De Jong transfervrij vertrok, maar wel lang twijfelde over zijn toekomst. Hij liep uit zijn contract en liet de club in onzekerheid, waardoor PSV tot diep in de zomer geen duidelijkheid had of er een nieuwe spits gehaald moest worden. Uiteindelijk trok de club Pléa aan, maar het werd een noodgedwongen en reactieve beslissing. Het vertrek van De Jong had wellicht minder gevoeld als er maanden eerder al gericht op vervanging was geanticipeerd. Nu voelt het gemis des te groter – en het is niet gezegd dat hij überhaupt ergens anders aan de slag gaat. De routinier is nog altijd zonder club.
In reactie op het wegvallen van zijn luchtwapen heeft Bosz elders in zijn elftal aanpassingen doorgevoerd. De komst van Matej Kovář en Nick Olij is deels ingegeven door hun voetballende kwaliteiten. Beide keepers zijn comfortabel aan de bal en moeten PSV in staat stellen om vaker vanuit achteruit op te bouwen. Waar Benítez vooral sterk was in het verdedigende aspect en de lange trap, moeten Kovář en Olij meevoetballen en daarmee de linies beter verbinden. Maar ook dit brengt risico’s met zich mee. De blunder van Olij in de oefenwedstrijd tegen FC Eindhoven – waar hij slordig inspeelde en een tegendoelpunt veroorzaakte – toont aan dat het omschakelen naar een nieuwe speelwijze niet zonder horten of stoten zal verlopen.
De keuze om afscheid te nemen van het ‘oude’ plan B en volledig in te zetten op verzorgd positiespel is moedig, maar ook kwetsbaar. Zeker in wedstrijden waarin PSV niet in zijn ritme komt of onder druk wordt gezet, zal de afwezigheid van een fysieke spits zich laten voelen. Bosz is principieel in zijn voetbalvisie, maar weet ook dat topvoetbal pragmatisme vereist. In Europa, waar tegenstanders vaak dominant en fysiek zijn, kan het ontbreken van een targetman hard worden afgestraft.
De Jong zelf is intussen onderwerp van speculatie. Clubs uit het Midden-Oosten en de Verenigde Staten worden genoemd, maar concrete beweging lijkt uit te blijven. De aanvaller neemt de tijd om zijn volgende stap zorgvuldig te overwegen, maar daarmee laat hij ook een club achter met een puzzel die nog niet volledig is opgelost. Binnen de selectie van PSV ontbreekt momenteel een speler met vergelijkbare profielkenmerken. Jongelingen als Jason van Duiven en Mexx Meerdink (indien nog te halen) hebben andere kwaliteiten en zijn (nog) geen plan B’s van hetzelfde kaliber.
De komende weken zullen duidelijk maken of Bosz een manier vindt om het gemis van De Jong te compenseren met tactiek, variatie en slim positiespel. Tot die tijd is het verlies van De Jong niet alleen voelbaar in de selectie, maar ook in het systeem. PSV heeft een patronenvoetballer verloren in een rol die nauwelijks op te vangen is – niet door Pepi, niet door Pléa, en zeker niet op korte termijn. En daarmee laat Luuk de Jong, misschien onbedoeld, een leegte achter die groter is dan men in Eindhoven vooraf had ingeschat.