Bas Nijhuis kreeg maandagavond in Vandaag Inside felle kritiek te verwerken. De scheidsrechter schoof aan om het voorbije competitieweekend te bespreken, maar belandde in het oog van de storm door twee incidenten: de rode kaart en strafschop bij Excelsior–FC Twente en de rode prent voor Sydney van Hooijdonk in NAC–AZ. Aan tafel klonk stevige twijfel over de keuzes op het veld en vooral over de rol van de VAR.
Kritiek op ingreep bij Excelsior–FC Twente
De discussie begon bij het duel in Rotterdam. Volgens Johan Derksen was de rode kaart voor een Excelsior-speler het dieptepunt van het weekend. Hij hekelde met name de ingreep van VAR Jochem Kamphuis, die de scheidsrechter naar het scherm riep met de mededeling dat het om rood en een strafschop ging. Derksen suggereerde dat een jonge arbiter in zo’n situatie te weinig tegengas durft te geven. Daarmee richtte de kritiek zich niet alleen op het oorspronkelijke oordeel, maar ook op de dynamiek tussen VAR en scheidsrechter: wie heeft het laatste woord en hoe weerbaar is de arbiter in een reviewmoment?
Nijhuis legde aan tafel uit hoe het proces werkt: de VAR mag uitsluitend ingrijpen bij een duidelijke, overduidelijke fout of een gemiste situatie die significant is. De scheidsrechter blijft eindverantwoordelijk en kan een advies naast zich neerleggen. Toch was de teneur aan tafel dat het advies van de VAR in de praktijk vaak zwaar weegt en daarmee de besluitvorming beïnvloedt.
Discussie over rood voor Sydney van Hooijdonk
Na het Excelsior-moment draaide het gesprek door naar de rode kaart voor Sydney van Hooijdonk in NAC–AZ. Ook daarover waren de meningen fors verdeeld. René van der Gijp vond de beslissing te zwaar en benadrukte dat er geen intentie was om te blesseren. De actie noemde hij lomp, maar niet roodwaardig. Valentijn Driessen schaarde zich achter die lezing en noemde de straf “veel te zwaar”.
Nijhuis koos duidelijk positie: volgens hem was de beslissing van scheidsrechter Jeroen Manschot terecht en paste het contact binnen de grenzen van wat rood vereist. Daarmee botste zijn uitleg op de gevoelige snaar van de tafel, waar vooral werd gekeken naar intentie, mate van gevaar en daadwerkelijk contact. Johan Derksen hield bovendien een slag om de arm: het zag er onhandig uit, maar hij betwijfelde of Van Hooijdonk zijn tegenstander überhaupt echt raakte en wees erop dat de scheidsrechter er vlak bovenop stond.
Uitleg van Nijhuis en spanning aan tafel
De spanning tussen uitleg en gevoel werd gedurende het segment zichtbaar. Nijhuis focuste op de letter van de wet en de interpretatie van overtredingen met gestrekt been, noppen vooruit of een te hoge intensiteit. De analisten keken vooral naar context: spelsituatie, snelheid, intentie en proportie van de straf. Dat contrast zorgt vaker voor wrijving in het debat over arbitrage. Een puristische toepassing van de regels kan botsen met het voetbalsentiment, dat vindt dat rood gereserveerd moet blijven voor situaties met evident gevaar of opzet.
Breder debat: waar ligt de lat voor rood?
De kernvraag die uit de uitzending opstak: waar leg je de lat voor direct rood? De tafel pleitte impliciet voor een hogere drempel bij contactsituaties zonder duidelijke opzet en zonder zwaar gevolg. Van der Gijp stelde het scherp: geef rood voor echte “benenbrekers”, niet voor onhandige ingrepen die vooral knullig lijken. Daarmee komt ook de proportionaliteit van de straf in beeld; een directe rode kaart heeft grote sportieve en disciplinaire gevolgen en moet volgens de critici niet te snel worden ingezet.
Voor scheidsrechters en VAR-teams blijft juist het tegendeel belangrijk: gevaarlijk spel voorkomen door in te grijpen als de veiligheid van spelers in het geding komt. De spelregels schrijven voor dat ernstig gemeen spel en buitensporige inzet rood verdienen, ongeacht opzet. Het grijze gebied ertussen – intensiteit, snelheid, contactpunt en gevolgen – leidt tot interpretatieverschillen. Precies daar zit het spanningsveld waar media en publiek op inzoomen.
De rol van de VAR en de “Engelse” maatstaf
Op tafel kwam ook de vergelijking met Engeland: wacht even, denk 45 tot 50 seconden na, en voorkom overhaaste ingrepen. Dat pleidooi raakt aan de manier waarop VAR-protocollen in verschillende competities worden toegepast. In de kern is het principe overal hetzelfde: alleen ingrijpen bij duidelijke fouten. In de praktijk verschillen snelheid, drempel en cultuur. Een iets hogere tolerantie kan leiden tot minder reviews en meer flow, maar ook tot incidenten die achteraf als gemiste kansen tot correctie gelden. Andersom kan een laagdrempelige VAR tot meer onderbrekingen en meer spanning rond het oorspronkelijke oordeel leiden.
Wat in de uitzending vooral resoneerde, is de beleving dat jonge scheidsrechters gevoelig zouden zijn voor de druk van de VAR. Nijhuis benadrukte dat de scheidsrechter altijd “nee” kan zeggen, maar het wantrouwen aan tafel onderstreepte het bredere sentiment: de machtsbalans en zelfverzekerdheid in het reviewproces verdienen aandacht.
Reacties en mogelijke gevolgen
Voor Nijhuis was het geen comfortabele avond. Als vaste bargast is hij gewend om duiding te geven, maar ditmaal ging het hard tegen hard. De toon aan tafel – van cynisch tot ronduit fel – maakte duidelijk dat het vertrouwen in arbitrale consistentie broos is. Zulke uitzendingen hebben invloed op het publieke debat, en indirect ook op de manier waarop scheidsrechters worden bekeken. Voor arbitrage is draagvlak essentieel; herhaaldelijke controverse kan het respect voor beslissingen op het veld aantasten.
Formeel verandert er niets door een tv-discussie. De wedstrijden zijn gespeeld, de kaarten geschreven en eventuele schorsingen volgen de gangbare weg. Wel is het waarschijnlijk dat de momenten intern worden geëvalueerd. In die evaluaties draait het om beeld, contactmomenten en toetsing aan de richtlijnen. Of dat tot bijsturing van de communicatielijn of de drempel voor VAR-interventies leidt, is speculatief, maar de discussie houdt het onderwerp op de agenda.
Vooruitblik
Het incidentenweekend en de nasleep bij Vandaag Inside illustreren hoe fragiel de balans is tussen spelplezier, veiligheid en consistentie in arbitrage. Nijhuis hield vast aan de regels en verdedigde de rode kaart voor Van Hooijdonk als terecht. De tafel zag een te zware straf en bekritiseerde de VAR-rol bij Excelsior–FC Twente. Tussen die polen zal het gesprek de komende weken blijven bewegen. Met nieuwe speelrondes voor de deur staat het vergrootglas opnieuw klaar. De praktijk zal moeten uitwijzen of de drempel voor rood en de VAR-ingrepen stabiel blijven, of dat de arbitrage kiest voor meer terughoudendheid – desnoods met een extra ademhaling, zoals bepleit aan tafel.
Kernachtig samengevat: twee discutabele rode kaarten zetten de arbitrage opnieuw in de schijnwerpers. De roep om duidelijkheid en proportie klinkt luider, terwijl scheidsrechters benadrukken dat zij handelen binnen regels en protocol. Of er een middenweg ontstaat, zal blijken in de volgende reeks momenten die onvermijdelijk weer stof tot praten geven.