De interlands tegen Polen en Litouwen hebben de stemming rond Oranje in één klap omgedraaid. Waar na het tweeluik met Spanje in de Nations League nog geloof was in een herstelde ploeg, bood de voorbije week vooral twijfel. Een gelijkspel tegen Polen en een benauwde uitzege in Litouwen legden kwetsbaarheden bloot. Voor De Telegraaf-journalist Valentijn Driessen is dat aanleiding om hardop te vragen of bondscoach Ronald Koeman nog wel de juiste man op de juiste plaats is.
Driessen wijst op een patroon. Onder Koeman, inmiddels bezig aan zijn tweede termijn, is het spelbeeld wisselvallig. De resultaten gaan in golven, maar vooral de manier waarop Oranje zich presenteerde in Warschau en Vilnius schuurt. Polen werd niet weggespeeld en tegen Litouwen ontbrak het aan controle, tempo en overtuiging. Het was allemaal net voldoende voor een overwinning, maar de marge was dun. De aanloop naar de beslissende maanden van het interlandjaar is daarmee allesbehalve geruststellend.
Signaalfunctie van een matige interlandreeks
De teleurstellende interlandreeks werkt als een vergrootglas. In fases toont Oranje nog altijd kwaliteiten, maar de basaalste zaken — veldbezetting, aansluiting tussen linies, zuivere opbouw — vallen te vaak weg. Tegen Polen leidde dat tot een match die kantelde op details. In Litouwen kreeg Oranje het duel niet in een vroeg stadium ‘dood’. Het gevolg: onrust, fouten en een wedstrijd die te lang spannend bleef. Zulke patronen geven minder te maken met incidenten en meer met structuur en aansturing.
Driessen vraagt evaluatie van Koemans functioneren
Driessen verwoordt het scherp: de wisselvalligheid lijkt structureel in deze tweede periode-Koeman. Hij vindt het daarom logisch als KNVB-directeur topvoetbal Nigel de Jong samen met de bondscoach een stevige evaluatie voert. Niet als paniekreactie, maar als noodzakelijke check: waarom stokt de ontwikkeling? Waar gaat het mis tussen plan en uitvoering? En komt de boodschap van de staf nog wel aan bij de spelersgroep?
De kern van zijn kritiek draait om communicatie en overtuigingskracht. Bereikt Koeman zijn internationals nog voldoende? Luisteren zij wel, maar landt de inhoud niet? Het zijn vragen die, hoe ongemakkelijk ook, horen bij professioneel topsportmanagement. Een nationale ploeg heeft weinig tijd samen; precies daarom moet elk uurtje op het veld en in de videozaal maximaal effectief zijn. Als dat niet zo is, is bijsturen onvermijdelijk.
Rol van Nigel de Jong en de KNVB
De Jong werd in 2023 aangesteld als directeur topvoetbal en geldt als spil tussen beleid en praktijk. Een evaluatie met Koeman past in die rol. Het is aan de KNVB om de grote lijn te bewaken: prestatie, profiel van de bondscoach, doorstroom van talenten en samenstelling van de staf. Zo’n gesprek hoeft geen vertrouwensbreuk te betekenen. Integendeel, een open analyse kan helder maken waar het aan schort: aan trainingsaccenten, aan tactische duidelijkheid of aan de hiërarchie binnen de selectie.
Belangrijk is dat de bond snelheid maakt. Interlandkalenders zijn strak, en de volgende reeks wedstrijden laat niet lang op zich wachten. Als het gevoel blijft sudderen, sijpelt dat onherroepelijk door in prestaties. Een duidelijke koers — met concrete verbeterpunten — kan de rust terugbrengen.
Koemans tweede termijn in perspectief
Koeman keerde begin 2023 terug als bondscoach, na zijn eerste periode waarin hij Oranje naar het EK 2020 (gespeeld in 2021) leidde. In zijn huidige termijn reikte Nederland op het EK van 2024 tot de halve finales, een degelijk resultaat dat evenwel niet alle discussies deed verstommen. Ook toen waren er kritieken op het wisselbeleid en het onvermogen om tegen compacte tegenstanders consequent kansen te creëren. De recente duels tegen Polen en Litouwen roepen die discussies weer op.
Dat is geen afrekening, wel een constatering. Oranje beschikt over veel kwaliteit, zeker in de achterhoede en op het middenveld. In de voorste linie schuilt explosiviteit, maar die komt niet elke interland tot wasdom. De vraag is hoe Koeman die puzzel, met zijn staf, stabiel legt. Patronen in balbezit, pressing-triggers en rolvastheid van de creatievelingen: precies daar moet het fundament steviger.
Tactiek, uitvoering en leiderschap
Wat kan beter? Ten eerste de helderheid in spelopvatting per fase van de wedstrijd. Wanneer versnelt Oranje, wanneer tempeert het? Wie bepaalt het ritme? Ten tweede de bezetting rond de spits: looplijnen en posities moeten elkaar versterken, niet blokkeren. Ten derde het leiderschap in het veld. Oranje heeft ervaren krachten die de toon kunnen zetten, maar die stem moet constanter hoorbaar zijn, zeker in uitduels waar de marge klein is. Zulke verbeteringen vergen geen koerswijziging, wel scherpere accenten in training en voorbereiding.
Wat zeggen de resultaten, en wat niet?
Een gelijkspel en een nipte zege hoeven geen ramp te zijn, maar het verhaal achter de cijfers telt. De prestatie tegen Litouwen verraste negatief, juist omdat Nederland de middelen heeft om zo’n tegenstander vroeg te breken. Dat lukte niet. Het is een signaal dat de automatismen ontbreken of onder druk wegvallen. Tegelijk geldt: interlandvoetbal is grillig, blessures en vormschommelingen spelen altijd mee. De sleutel ligt in het verkleinen van die grilligheid door duidelijke patronen en een stabile basiself — waar mogelijk.
Het vervolg: antwoorden, geen alibi’s
De komende interlands naderen snel. Dan moet blijken of de staf de vinger op de zere plek heeft gelegd. Verwacht geen revolutie in namen, wel een strakker plan én consequentere keuzes. Transparantie in uitleg kan helpen: waarom kiest Koeman voor bepaalde accenten, welke rol krijgen de spelmakers, en hoe wil hij druk zetten? Duidelijkheid naar buiten toe schept rust naar binnen.
Uiteindelijk draait het om overtuigend spel en resultaten. Driessens waarschuwing is geen vonnis, maar een wake-upcall. Oranje heeft genoeg kwaliteit om het stuur vast te pakken. Het is aan Koeman en de KNVB, met De Jong als regisseur, om de lijnen te trekken en de uitvoering te verscherpen. Snel, concreet en zichtbaar. Alleen dan verdwijnt de twijfel die deze interlandreeks heeft opgeroepen.
Samengevat: de alarmerende signalen vragen om een eerlijke evaluatie en een duidelijke bijstelling. Als Oranje in de volgende wedstrijden scherper, compacter en doelgerichter oogt, is deze dip vooral een leermoment. Zo niet, dan wordt de discussie over de bondscoach onvermijdelijk luider. Het antwoord ligt op het veld.