De NOS heeft aangekondigd dat ze een deel van de uitzendrechten van het WK Voetbal in 2026 willen verkopen. Dit deed Xander van der Wulp, hoofdredacteur van NOS Sport, bekend tijdens een gesprek met Humberto Tan. Het lijkt een opvallende zet, vooral voor een openbare omroep die doorgaans alles zelf in handen heeft. Maar is dit een slimme keuze of gewoon een noodzakelijk kwaad?
Uitdagingen voor de publieke omroep
De NOS staat voor grote uitdagingen. Tijdens het gesprek met Humberto laat Van der Wulp weten dat er kritiek is vanuit de samenleving en de politiek. Publieke omroepen worden bekritiseerd omdat ze commerciële rechten van evenementen kapen. Een pittige opmerking, maar niet onterecht. De publieke omroep moet de vinger aan de pols houden van wat er speelt.
“Daarom hebben we dit moeilijke besluit moeten nemen”, vertelt Van der Wulp. Hij benadrukt dat het voor hen belangrijk is om de verbinding met de samenleving te behouden, vooral tijdens grote sportevenementen zoals het WK. De NOS wil de rechten van het Nederlands Elftal en de sfeer die zo’n groot toernooi met zich meebrengt, onder controle houden. Tegelijkertijd realiseren ze zich dat een deel van de uitzendrechten ook door commerciële partijen moet worden uitgezonden.
Het is een delicaat evenwicht. De NOS moet waardevolle content behouden, maar ook kijken naar de realiteit van de markt. Dit biedt kansen voor zowel hen als voor commerciële zenders. De grote vraag is: wat betekent dit voor de kijker?
De toekomst van het WK Voetbal
Met het WK 2026 in het achterhoofd, wat kunnen we verwachten? Van der Wulp schetst een beeld waarin we de ontwikkeling van uitzendrechten in de nabije toekomst duidelijk zien. “We willen nu de markt op”, zegt hij. Dit zouden ze eerst niet overwegen, maar de situatie vraagt erom. Nederlanders kunnen wedstrijden zoals Nederland-Brazilië bij de NOS zien, maar andere wedstrijden zoals Mexico-Iran kunnen verschijnen op zenders zoals RTL7.
Maar dit roept vragen op. Gaan we niet meer genieten van de Nederlandse wedstrijden bij de NOS? Wordt het WK nu een soort zender-stafette? Zal de NOS de kijker wel voldoende bedienen met hun keuzes? Dit zijn vragen die de toekomst gaan bepalen. Blijft het Nederlands Elftal de aandacht krijgen die het verdient?
Er is ongetwijfeld angst voor zakelijkheid en een afname van de emotie die bij voetbal komt kijken. Fans willen de passie en diepgang van hun nationale trots ervaren. Een commerciële partij kan deze verbinding, die sport met de mensen verbindt, onder druk zetten. Gaat het alleen maar om geld?
Wat betekent dit voor kijkers?
Voor de kijkers kan het een gemengde zegen zijn. Aan de ene kant biedt het meer mogelijkheden om wedstrijden te zien. Aan de andere kant kunnen ze de spanning van het WK verliezen als er te veel partijen bij betrokken zijn.
Met een mogelijke sublicentie zou het publiek gedwongen kunnen worden om te schipperen tussen verschillende zenders. Dit kan frustrerend zijn voor de kijkers die dol zijn op de NOS. De NOS heeft een sterke reputatie, maar met deze stap is het niet meer vanzelfsprekend dat alle wedstrijden bij hen te zien zijn.
Commerciële partijen hebben andere belangen. Hun focus ligt meer op kijkcijfers en winst dan op de emotionele band die de publieke omroep wil creëren. Dit kan sport echter veranderen, en dat is iets waar men zich zorgen over maakt. Het is een spagaat tussen commercieel succes en het behoud van de ziel van de sport.
Het lijkt erop dat de NOS met weemoed terugkijkt naar vervlogen tijden. Maar een luxe probleem is het zeker niet: hun keuze gaat gevolgen hebben voor het Nederlandse voetbal. Gaan ze de karakteristieke NOS-sfeer verliezen die zichzelf als betrouwbare bron positioneert?
In deze snel veranderende medialandschap zal de NOS zich moeten aanpassen om relevant te blijven. De toekomst is onzeker, maar één ding is zeker: de liefde voor voetbal blijft. Hoe dit eruit gaat zien, is de grote vraag. Kijken we massaal naar een spannende aftrap in 2026, of wordt het een marketingstunt met te veel advertenties? De komende jaren gaan ons vertellen hoe het verder gaat.