Ajax is deze zomer niet alleen bezig met het versterken van de selectie, maar moet tegelijkertijd een hardnekkig probleem oplossen: het lozen van vier grootverdieners. Chuba Akpom, Sivert Mannsverk, Ahmetcan Kaplan en Brian Brobbey staan allemaal op de nominatie om te vertrekken, maar volgens clubwatcher Mike Verweij is er voor geen van hen serieuze interesse. De Amsterdammers willen én moeten hun salarislast dringend verlagen, maar het vinden van kopers blijkt een groter obstakel dan gehoopt.
In de podcast Kick-Off van De Telegraaf schetst Verweij de financiële realiteit waar Ajax mee geconfronteerd wordt. Ondanks de aanstaande miljoenenopbrengst van de transfer van Jorrel Hato naar Chelsea, zal het geld volgens hem slechts beperkt kunnen worden herinvesteerd. “Er leven twee misverstanden bij Ajax. Eén: dat het eigen vermogen nog gigantisch groot is. Dat klopt wel, als je op de balans kijkt, maar dat zijn ook de spelers die op het veld staan. Dus het is niet geld dat Ajax zomaar kan uitgeven,” aldus Verweij.
Technisch directeur Alex Kroes zou binnen de club duidelijke financiële kaders hebben geschetst. “Als er een euro binnenkomt, dan kan ik veertig cent uitgeven,” citeert Verweij hem. Het betekent concreet dat de verkoop van Hato ruimte biedt om Ko Itakura van Borussia Mönchengladbach binnen te halen – een prioriteit voor de club. Maar daar houdt het voorlopig ook bij op. Ajax moet volgens Verweij tussen de vijftien en zeventien miljoen euro aan salariskosten schrappen, vooral als gevolg van het desastreuze aankoopbeleid onder voormalig sportief directeur Sven Mislintat.
Verweij is kritisch op het verwachtingspatroon dat volgens hem onrealistisch wordt gevoed door andere media. “Er wordt gezegd: ‘Hato weg? Dan komen er wel even een linksback, een zes en een centrale verdediger bij’. Maar zo werkt het dus niet. Die versterkingen komen er niet als er niet eerst verkocht wordt.” En dat is nu precies waar het knelt: het viertal Akpom, Kaplan, Mannsverk en Brobbey moet weg, maar het ontbreekt aan concrete biedingen.
Vooral de situatie rond Akpom is schrijnend. De aanvaller werd vorig jaar nog voor circa twaalf miljoen euro overgenomen van Middlesbrough, maar slaagde er nooit in om een vaste plek te veroveren. Een transfer naar Saoedi-Arabië leek mogelijk, maar de speler zou weinig voelen voor een avontuur in het Midden-Oosten. Volgens Verweij speelt mogelijk het negatieve advies van landgenoot Jordan Henderson, die zelf met gemengde gevoelens terugkeek op zijn periode daar, een rol in het afwijzen van die optie.
Ook voor Kaplan en Mannsverk blijft het stil op de markt. Kaplan werd eerder gelinkt aan FC Köln, maar die transfer ketste af vanwege Ajax’ hoge eisen. Mannsverk, ooit binnengehaald als veelbelovend Noors talent, wist door blessures en tegenvallende prestaties geen stempel te drukken in Amsterdam. Clubs uit Scandinavië en Duitsland zouden zijn situatie volgen, maar van serieuze belangstelling is vooralsnog geen sprake.
De situatie rond Brobbey is het meest opvallend. De spits wil vertrekken, wees onlangs nog een aanbieding van Como af, maar ook voor hem blijkt de markt terughoudend. Zijn matige seizoen onder Francesco Farioli en zijn torenhoge salaris vormen voor veel clubs een obstakel. “Hij loopt een beetje wezenloos rond,” zei Verweij daar eerder al over. “Het liefst wil hij zelf weg, maar er is gewoon geen serieuze topclub die hem nu wil hebben.”
Het blokkeert de verdere versterkingen die Ajax voor ogen heeft. Pas als er uitgaande transfers worden gerealiseerd, kan de club werk maken van een nieuwe linksback en een controlerende middenvelder – beide posities waar dringend behoefte aan is. Maar zolang het viertal op de loonlijst blijft staan, is er weinig speelruimte.
Het probleem is symptomatisch voor de situatie waarin Ajax zich bevindt. De club worstelt met een selectie waarin te veel dure spelers niet het gewenste rendement leveren. De beoogde verkoopkandidaten hebben weinig tot geen marktwaarde opgebouwd en blokkeren daarmee niet alleen het salarisplafond, maar ook de sportieve doorselectie.
Toch is er ook een sprankje hoop. Verweij sluit niet uit dat er op korte termijn alsnog beweging komt in het dossier. “Je zult zien, we nemen deze podcast op en morgen wordt er eentje verkocht.” Maar voorlopig blijft de constatering hard: op het moment van spreken is er “gewoon geen of bijna geen interesse” voor de vier spelers die Ajax het liefst vandaag nog van de hand doet.
De komende weken zullen cruciaal zijn. De transfermarkt sluit pas eind augustus, en zoals zo vaak in de voetballerij kunnen deals in een stroomversnelling raken zodra één dominante schakel valt. Maar vooralsnog kijkt Ajax tegen een vastgelopen situatie aan, waarin de eigen ambities botsen met een weerbarstige markt en een erfenis van beleidsfouten.