Rayane Bounida dendert bij Jong Ajax vooruit, maar volgens Hans Kraaij jr. dreigt zijn route naar de hoofdmacht te worden afgesneden. De analist wijst in zijn column voor Voetbal International op de komst van de dure Oscar Gloukh, die volgens hem precies de posities bezet waar de 19-jarige smaakmaker uit de jeugdopleiding zijn kansen zou moeten grijpen.
Terugkeer van Dolberg als lichtpunt
Kraaij begint met een pluim voor de opnieuw in Amsterdam neergestreken Kasper Dolberg. De Deense spits, die na een productief seizoen in de Belgische competitie terug is bij Ajax, moet volgens hem voor balans in de aanval zorgen. Hij sprak lovend over de techniek en het spelgevoel van de 27-jarige international en ziet hem als waardevolle tegenhanger van Wout Weghorst.
“Je kunt er echt mee voetballen, hij is pas 27 jaar, en heeft in de Belgische competitie de netten flink laten bollen. Dolberg is een mooie tegenpool van Weghorst en ze zoeken het samen maar lekker uit,” aldus Kraaij.
Met Dolberg beschikt Ajax weer over een spits die dieper kan komen en in de combinatie kan fungeren. Daarmee ontstaat er op papier meer variatie voorin, iets waar de ploeg de afgelopen seizoenen geregeld naar zocht.
Twijfels over transferstrategie
Waar Kraaij positief is over Dolberg, plaatst hij vraagtekens bij de breedte-investeringen voorin. Vooral de optelsom van twee aanwinsten op aanvallende posities vindt hij discutabel. Volgens hem had Ajax niet zowel de aanvaller Moro als Oscar Gloukh hoeven aantrekken, gezien de aanwezige opties op de flanken.
“Volgens mij had je op links Godts en Edvardsen, voor de rechterkant Berghuis en doe dan maar Moro erbij. Maar Ajax wilde een nummer 10, en dat is Gloukh niet, want die speelde bij RB Salzburg grotendeels als linksbuiten. En die heeft Ajax genoeg. Hij staat de ontwikkeling van parel-in-de-dop Bounida flink in de weg,” schrijft Kraaij.
Gloukh, Israëliër en international, staat bekend als een creatieve linkspoot die graag tussen de linies speelt en met schijnbewegingen de halfspaces opzoekt. Bij RB Salzburg was hij vaak vanaf links of als vrij zwevende aanvaller te zien. Juist op die plekken huist bij Ajax een overdaad aan concurrentie, stelt Kraaij, en dat zou de doorstroom vanuit de opleiding beperken.
Wat betekent dit voor Rayane Bounida?
Bounida gold bij zijn overstap naar Amsterdam al als een van de meest veelbelovende talenten van zijn lichting. De creatieve linkspoot, afkomstig uit de jeugd van Anderlecht, schittert vooral als aanvallende middenvelder of vanaf de linkerkant. In Jong Ajax liet hij het afgelopen seizoen geregeld zijn klasse zien met dribbels, steekpasses en dode spelmomenten. Precies de zones en taken waarop Gloukh nu wordt geprojecteerd.
Voor Bounida is het perspectief helder en hard: wil hij doorbreken in de ArenA, dan moet hij minuten maken op posities die door ervaren krachten en dure aankopen worden bezet. De analist vreest daarom dat de stap van beloften naar senioren vertraagd raakt. Niet omdat het talent ontbreekt, maar omdat de hiërarchie en transfersom van nieuwkomers vaak een rol spelen bij de verdeling van speeltijd.
De puzzel op het middenveld
De komst van Gloukh raakt niet alleen Bounida, maar ook de bezetting op tien en in de linkerzone van het middenveld. Eerder merkte Pieter Zwart al op dat de Israëliër “Kenneth Taylor in de weg zal lopen”. Als Gloukh als spelmaker wordt neergezet, drukt hij Taylor en andere middenvelders uit de as; wordt hij op links gebruikt, dan botst hij met Godts, Bounida en andere buitenspelers die vanaf die zijde komen. Ondertussen is Berghuis een logische optie vanaf rechts of als inwaardse spelmaker, terwijl de nieuweling Moro eveneens om speeltijd vraagt.
Die overbezetting kan tactisch voordelen bieden — meer variatie, meer profielen — maar kent ook nadelen. Talentvolle spelers kunnen in de knel komen, een bekend spanningsveld bij clubs die zowel willen doorselecteren op de transfermarkt als willen blijven doorstromen vanuit de opleiding.
Kritiek vanuit meerdere hoeken
Kenneth Perez schaarde zich, net als Kraaij, bij de critici en noemde het onbegrijpelijk dat Ajax Gloukh überhaupt haalde. Niet vanwege zijn kwaliteiten, maar door de overlap met de bestaande selectie en de druk die een dure aankoop met zich meebrengt. Het signaal dat daarmee naar de opleiding uitgaat, is onderwerp van discussie: verzwakt Ajax zo niet het pad naar het eerste elftal voor spelers als Bounida?
Het is een gevoelige kwestie omdat juist de doorstroom van eigen jeugd tot de kern van de Ajax-identiteit behoort. Succesvolle voorbeelden uit het recente verleden onderstrepen de waarde van die route, zowel sportief als financieel. Tegelijkertijd verlangt de achterban na een teleurstellende periode ook direct rendement. Dat verklaart de keuze voor ervaren namen en creatieve impulsen van buitenaf, maar het maakt de balans vinden niet eenvoudiger.
Sportieve en financiële afweging
Strategisch is de redenering achter Gloukh te begrijpen: een jonge, creatieve aanvaller met internationale ervaring en vermoedelijke restwaarde, die meerdere posities kan invullen. Maar sportief is de timing precair. Ajax heeft op de flanken en in de halfspaces al verschillende profielen beschikbaar, terwijl juist de rol van klassieke spelmaker in de huidige voetbaltrend minder eenduidig is. Veel trainers kiezen voor dynamiek met lopers vanuit het middenveld en creatieve kracht vanaf de zijkant of in de halfspaces, in plaats van een vaste nummer 10.
Daarmee wordt de inzet voor de technische staf helder: het vinden van rolzuiverheid. Wordt Gloukh ingezet als naar binnen trekkende linkervleugel, dan moet helder zijn wie ruimte voor hem maakt en waar Bounida minuten kan opdoen. Wordt hij juist gebruikt als vrije speler achter de spits, dan vraagt dat om een middenveld dat de restverdediging afdekt en loopvermogen levert. In beide scenario’s blijft de vraag naar speelminuten voor talenten brandend actueel.
Vooruitblik: kansen creëren, niet blokkeren
Voor Bounida liggen er langs verschillende routes nog steeds kansen, bijvoorbeeld via invalbeurten in de Eredivisie, de beker of in wedstrijden met een iets andere dynamiek, waarin creativiteit tussen de linies doorslaggevend is. Een duidelijke ontwikkelplanning — met concreet gedefinieerde posities, taken en momenten om risico te nemen — kan helpen om de kloof naar het eerste elftal te overbruggen, zelfs in een drukbezette selectie.
Het signaal van Kraaij, en de weerklank bij analisten als Zwart en Perez, is echter niet te negeren: de marges voor opleidingstalenten worden kleiner wanneer dure aankopen dezelfde zones opeisen. De komende weken zal blijken hoe Ajax de puzzel legt en of er binnen de rotatie daadwerkelijk plek is voor Bounida’s creativiteit. Als de jongeling zijn lijn doortrekt bij Jong Ajax en de staf hem gericht prikkelt met minuten op zijn voorkeursposities, hoeft een doorbraak dit seizoen niet uitgesloten te zijn. Maar dan moet de balans tussen aankopen en opleiding precies goed vallen.
Kern van het verhaal: de kwaliteit van Gloukh staat niet ter discussie, wel de consequenties van zijn komst. Ajax wil weer meedoen om de prijzen en kiest voor extra creativiteit. Tegelijk wil het trouw blijven aan de eigen filosofie. Of beide doelen te verenigen zijn, zal blijken uit de keuzes op het wedstrijdformulier — en uit de minuten die Rayane Bounida daadwerkelijk gaat maken.