Memphis Depay blijft de gesprekstof bepalen rondom Oranje. Met zijn 51e en 52e interlandtreffer tegen Litouwen kroonde de spits zich tot topscorer aller tijden van het Nederlands elftal. Toch klinkt er, naast lof, ook voorzichtig realisme: hoe lang kan Depay nog de eerste spits van Oranje blijven? Analist Valentijn Driessen ziet Depay op dit moment nog altijd leveren, maar vindt dat het tijd wordt om de opvolgingsvraag serieus op tafel te leggen, zeker met het WK in zicht.
Depay scherpt record aan tegen Litouwen
In de overwinning op Litouwen ging Depay opnieuw de geschiedenisboeken in. De aanvaller tilde zijn totaal naar 52 interlanddoelpunten en voegde dat toe aan een indrukwekkende productie van 33 assists. Die cijfers onderstrepen zijn status als Oranje-leider in de voorhoede. In de podcast Kick-Off van De Telegraaf benadrukte journalist Mike Verweij die dubbele waarde: Depay is niet alleen afmaker, maar ook aangever. Volgens hem weerspiegelt dat het vertrouwen dat bondscoach Ronald Koeman de spits al geruime tijd geeft. Dat krediet betaalt Depay de laatste interlands terug, met cijfers die tellen.
Dat Depay dit record juist in deze fase beetpakt, is veelzeggend. De dertiger die zware blessures en clubwissels te boven kwam, staat er telkens wanneer Oranje richting een eindtoernooi beweegt. Zijn rol als dragende kracht – of hij nu als pure spits of in een vrijere rol speelt – is onmiskenbaar. Tegelijkertijd is het een rol die fysiek en mentaal veel vraagt, zeker met de constante druk van presteren op het hoogste niveau.
Kanttekeningen bij de recordstatus
Driessen plaatst ondanks het record een kanttekening. Hij wijst erop dat historische vergelijkingen nuance verdienen. Zo speelde Patrick Kluivert op zijn 23ste al zijn laatste minuten op een eindtoernooi, terwijl Marco van Basten op 27-jarige leeftijd moest stoppen door hardnekkige enkelproblemen. Records zijn dus niet alleen het resultaat van kwaliteit, maar ook van beschikbaarheid, blessurevrij blijven en de hoeveelheid interlands in een bepaalde periode. Door die context krijgt Depays mijlpaal extra kleur: het is een combinatie van klasse en uithoudingsvermogen, in een tijd waarin de interlandkalender voller is dan ooit.
Die relativering neemt niets weg van de prestatie, maar houdt de discussie scherp. Waar staat Depay nu, sportief en fysiek? En vooral: welke keuzes moet de bondscoach de komende maanden maken om zowel het maximale uit Depay te halen als de opvolging klaar te stomen?
Hoe lang kan Depay dit volhouden?
Volgens Driessen oogt Depay soms als iemand die diep in de reserves graaft. Hij wijst op het vele reizen – “hij moet nu ook iedere keer op en neer naar Brazilië” – en vraagt zich hardop af hoe lang dat vol te houden is. Zijn verwachting: zeker tot en met het WK blijft Depay de eerste spits. Daarna is het moment aangebroken om door te selecteren en de concurrentie in de punt van de aanval open te breken. Het is een boodschap die even begrijpelijk als urgent klinkt. Oranje kan het zich niet veroorloven om zonder alternatief te zitten, mocht Depay uitvallen of een vormdip krijgen.
Voor Koeman ligt hier een klassieke selectieopgave: de balans vinden tussen ervaring en vernieuwing. Depay is met zijn scorend vermogen en ervaring van onschatbare waarde, maar juist die waarde kan beter renderen als er een serieuze schaduwspits of mededinger is die minuten maakt, ritme opdoet en klaarstaat op het moment dat het moet.
Wie staan te trappelen?
De namen die meedraaien in de opvolgingsdiscussie zijn bekend: Emanuel Emegha, Mexx Meerdink, Brian Brobbey, Joshua Zirkzee en Thijs Dallinga. Elke kandidaat brengt een eigen profiel mee. Emegha ontwikkelt zich in het buitenland als targetman met diepgang. Brobbey koppelt kracht aan loopacties in de rug van de verdediging. Zirkzee is juist de intelligente aanspeelpunt-spits die meevoetbalt en ruimtes opent voor anderen. Dallinga blinkt uit met looplijnen en afwerking in de zestien.
Specifiek voor Meerdink is het nu een uitgelezen moment, benadrukt Driessen. Bij AZ valt Troy Parrott weg met een blessure, waardoor Meerdink de kans krijgt om zich in de Eredivisie als betrouwbare doelpuntenmaker te bewijzen. Als hij die minuten omzet in rendement, dwingt hij zich nadrukkelijk in beeld bij de bondscoach. Oranje heeft in de voorhoede niet alleen behoefte aan een afmaker, maar vooral aan een spits die aanspeelbaar is, loopacties coördineert en rendement levert tegen verschillende soorten tegenstanders. Meerdink kan – als hij levert – precies zo’n profiel invullen.
Tegelijk is de concurrentie moordend. Brobbey wil zich na wisselvallige periodes definitief manifesteren als topstriker. Zirkzee flirt met de absolute top door zijn techniek en spelinzicht, maar zal dat ook bij Oranje moeten vertalen naar goals en assists. Dallinga is ijverig en efficiënt, maar moet aantonen dat hij het ook tegen de Europese (sub)top kan laten zien. En Emegha brengt fysiek en snelheid mee die een elftal in transitie goed kan gebruiken.
Het plan richting het WK en daarna
Voor Koeman en zijn staf is de route duidelijk: Depay benutten als recordhouder en ervaren spil, terwijl daarachter en daarnaast minuten worden verdeeld onder de beoogde opvolgers. Vriendschappelijke interlands en kwalificatie-duels bieden de ideale speeltuin om profielen te testen en combinaties uit te proberen. Een spits die Depay kan ontlasten of complementair is – bijvoorbeeld door ruimte te maken of diepgang te brengen – vergroot de variatie in aanvalspatronen en maakt Oranje minder voorspelbaar.
De bredere implicatie is evident. Als de opvolging op orde is, kan Depay selectief worden ingezet en blijft zijn rendement langer op peil. Het verkleint bovendien het blessurerisico én zorgt voor gezonde concurrentie. Zonder plan B leunt Oranje te zwaar op één speler, een risico dat op toernooien vaak genadeloos wordt blootgelegd.
Wie moet Depay opvolgen?
De komende maanden zullen antwoorden brengen, maar de vraag kan vandaag al worden gesteld. Welke spits past het beste in het Oranje van Koeman, met oog op het WK en de jaren daarna? Dit zijn de namen die het meest genoemd worden:
- Mexx Meerdink
- Emanuel Emegha
- Brian Brobbey
- Joshua Zirkzee
- Thijs Dallinga
De uiteindelijke keuze zal afhangen van vorm, fitheid en tactische afstemming met het middenveld en de vleugels. Oranje heeft met creatieve spelers achter de spits behoefte aan iemand die zowel als eindstation als schakel kan functioneren. Wie die rol het best pakt, wint tijd en vertrouwen – en misschien wel het spitsschap van de toekomst.
Conclusie: respect voor het record, blik op morgen
Depay staat met zijn 52 interlanddoelpunten op eenzame hoogte en verdient die plek. Zijn bijdrage in goals en assists, in combinatie met de steun van Koeman, maakt hem voorlopig de logische nummer één in de punt. Maar de realiteit van topvoetbal gebiedt vooruit te kijken. Driessen verwoordt die urgentie scherp: Oranje mag zich niet laten verrassen en moet nu al investeren in de opvolging. De komende interlands – en vooral de speelminuten van de nieuwe garde – zullen bepalen of na het WK een natuurlijke wisseling van de wacht mogelijk is. Tot die tijd blijft Depay de standaard waaraan de rest zich moet meten.