Bij PSV lijkt de selectie aan het einde van dit seizoen uit elkaar te vallen. Wat begon als een seizoen vol ambitie en een uitgebalanceerde selectie, dreigt uit te monden in een zomer met drastische veranderingen. Volgens journalist Maarten Wijffels van het Algemeen Dagblad staat de club voor een “gigantische leegloop”, waarbij het merendeel van de huidige selectie zijn toekomst elders lijkt te gaan zoeken of simpelweg transfervrij vertrekt.
De harde analyse van Wijffels is niet mals. In zijn column schrijft hij dat wanneer trainer Peter Bosz zaterdag zijn opstelling maakt voor het duel met FC Groningen, hij mogelijk slechts twee basisspelers opstelt die ook volgend seizoen zeker nog in Eindhoven spelen: Ryan Flamingo en Sergiño Dest. De rest van de basiself bestaat uit spelers met aflopende contracten, vertrekwens of interne onrust. Op de bank is de situatie zo mogelijk nog schrijnender.
Technisch directeur Earnest Stewart wacht daardoor een uiterst intensieve zomer. Hij zal met de klok tikkend gesprekken moeten voeren over verlengingen, verkopen, en het versterken van de selectie op liefst meerdere fronten tegelijk. Maar het vertrek van spelers als Walter Benítez, Mauro Júnior, Olivier Boscagli, Ivan Perisic, Luuk de Jong, Rick Karsdorp en Richard Ledezma – allen in bezit van een aflopend contract – hangt als een donkere wolk boven de club. Veel van hen kunnen na het seizoen transfervrij vertrekken als er niet snel actie wordt ondernomen.
En het probleem is niet alleen contractueel. Binnen de selectie zijn er volgens Wijffels ook gedragsproblemen en interne irritaties. Noa Lang, al het hele seizoen onderwerp van gesprek vanwege zijn grillige gedrag en openlijke conflicten met de achterban, is volgens vrijwel iedereen op weg naar de uitgang. De flamboyante aanvaller kwam deze week opnieuw in opspraak na het delen van een foto op Instagram waarop hij een Ajax-shirt over zijn schouder droeg, slechts dagen na het pijnlijke verlies tegen diezelfde club in de kampioenskraker.
Lang had in januari al naar Napoli kunnen vertrekken, maar PSV hield hem toen tegen. Nu lijkt de clubleiding daar komend zomer wél toe bereid. Zijn marktwaarde ligt tussen de twintig en dertig miljoen euro, maar de recente onrust en wisselvallige vorm kunnen die prijs beïnvloeden. Dat PSV het zover heeft laten komen, roept bij critici de vraag op of het technisch beleid voldoende alert is geweest.
Ook andere spelers zorgen voor intern onbehagen. Joey Veerman en Jerdy Schouten worden genoemd als spelers die moeilijk tot hun beste spel komen dit seizoen. Schouten kampt met terugkerende pijntjes en blessures en lijkt daardoor nooit volledig fit. Veerman wisselt briljante momenten af met wedstrijden waarin hij onzichtbaar is. En dan is er nog het geval-Ismael Saibari. De Marokkaanse middenvelder kwam eerder dit seizoen meermaals te laat op afspraken, en kreeg daarvoor een disciplinaire straf opgelegd: hij mocht niet mee naar het Champions League-duel met Arsenal. Toch speelt hij inmiddels weer regelmatig, tot frustratie van teamgenoten die zich afvragen welke normen en waarden er nog gelden in de kleedkamer.
De cultuurproblemen die zich nu manifesteren, zijn volgens Wijffels deels te wijten aan gebrekkig leiderschap. “Het lijkt alsof bijna iedereen constant is afgeleid,” schrijft hij. “Voortdurend zorgen randzaken voor irritatie en gedoe.” Dat signaleert een structureel probleem binnen PSV, waar sportieve prestaties ondergeschikt lijken te raken aan bijzaken.
De komende maanden moeten er daarom knopen worden doorgehakt. Earnest Stewart, en in bredere zin ook Marcel Brands, worden geacht het technisch beleid te bewaken. Maar de realiteit is hard: PSV staat in april op een moment waarop er vrijwel niets zeker is. “Een speler met een aflopend contract denkt primair: géén blessure meer oplopen. Mijn eigen hachje richting volgend seizoen staat voorop,” aldus Wijffels. Het pijnlijkste voorbeeld daarvan is Mauro Júnior. De Braziliaanse alleskunner is al jaren een clubjongen, maar PSV is er tot op heden niet in geslaagd om zijn contract te verlengen.
In de schaduw van deze problematiek staat trainer Peter Bosz. De voormalig Ajax-coach ligt intern nog niet direct onder vuur, maar zijn positie zou wankel kunnen worden als ook de sportieve prestaties verder instorten. PSV verloor onlangs de beslissende topper tegen Ajax en zag de achterstand in de titelstrijd oplopen tot negen punten. Ook in de beker is de ploeg inmiddels uitgeschakeld, en de vorm in de competitie is grillig. De verwachtingen voorafgaand aan dit seizoen waren torenhoog, maar wat overblijft is een doffe nasmaak van gemiste kansen en interne chaos.
Dat Bosz mogelijk slechts twee spelers opstelt die volgend seizoen zeker nog onder zijn hoede staan, spreekt boekdelen. Het laat zien hoe groot het verloop is, maar ook hoe laat PSV is met het aansturen op continuïteit. Voor een club die de afgelopen jaren structureel meedeed om de bovenste plaatsen en zich Europees wilde manifesteren, is deze situatie op z’n zachtst gezegd problematisch.
Toch hoeft de leegloop niet uitsluitend negatief te zijn. Het biedt ook ruimte voor vernieuwing, het herstructureren van de selectie en het doorvoeren van een duidelijker sportieve lijn. Jongere spelers zoals Esmir Bajraktarevic en Couhaib Driouech worden nadrukkelijk genoemd als talenten die volgend seizoen meer minuten moeten maken. Het is aan Bosz en Stewart om hen daar nu al langzaam op voor te bereiden, zodat de nieuwe PSV-generatie straks niet in het diepe wordt gegooid zonder zwemband.
De conclusie is duidelijk: PSV staat aan de vooravond van een cruciale zomer. De leegloop is onvermijdelijk, maar het is aan de club om te zorgen dat daar een strategisch plan tegenover staat. Zo niet, dan dreigt niet alleen sportieve teruggang, maar ook een instorting van het fundament waarop de club jarenlang succesvol bouwde.
