Het experiment van bondscoach Ronald Koeman om Denzel Dumfries en Jeremie Frimpong samen op de rechterflank te laten spelen tijdens het WK-kwalificatieduel met Finland lijkt, ondanks de 0-2 overwinning, een tactisch misbaksel. De conclusie die tactisch analist Pieter Zwart van Voetbal International trekt is helder: Dumfries en Frimpong vullen elkaar niet aan – ze frustreren elkaar. En dat kan op termijn Oranje in de problemen brengen.
De gedachte achter het experiment
Koeman koos voor het ‘dubbele gevaar’ op rechts: Dumfries als rechtsback, Frimpong daarvoor als rechtsbuiten. Beide spelers staan bekend om hun explosiviteit, loopvermogen en diepgang. Op papier zou je kunnen denken: als één al gevaarlijk is, dan moet het duo verwoestend zijn.
Maar dat bleek een misrekening. Want waar bij bijvoorbeeld Spanje of Frankrijk vleugelspelers elkaar aanvullen met verschillende rollen – de één naar binnen trekkend, de ander diepgaand – willen Dumfries en Frimpong beiden dezelfde ruimte benutten: de buitenkant.
Problemen met positionering
Volgens Zwart is het grote probleem dat Dumfries te vaak in het centrum belandde. Dat is niet zijn natuurlijke habitat. Bij Internazionale floreert hij juist wanneer hij de diepte in wordt gestuurd aan de zijlijn, vaak na een steekpass of een lange crossbal. Maar in Koemans systeem moest hij aan de binnenkant spelen omdat Frimpong de flank bezette. Daardoor veranderde Dumfries noodgedwongen in een soort ‘nummer 10’, een rol waar hij duidelijk onwennig in was.
Cijfers onderstrepen dat: Dumfries verstuurde in de eerste helft van de wedstrijd tegen Finland slechts één geslaagde pass op de helft van de tegenstander. Alleen Memphis Depay deed het slechter. Dat zegt iets over hoe weinig impact Dumfries had in het aanvallende spel, buiten zijn doelpunt om.
Frimpong evenmin in zijn kracht
Frimpong zelf had ook moeite om zijn stempel te drukken. Zijn kenmerkende dribbels, versnellingen en dreiging kwamen nauwelijks tot uiting. Hij leverde wel verdedigend werk, maar zijn gevaar aan de bal viel grotendeels weg.
De oorzaak? Hij kon zijn acties niet starten met ruimte voor zich. Met Dumfries kort achter hem en vaak dezelfde zones bezettend, kwam Frimpong nauwelijks in zijn ritme. Hij werd niet in stelling gebracht zoals bij Bayer Leverkusen, waar hij juist floreert met ruimte voor hem en zonder een overlapper in zijn nek.
“Twee keer hetzelfde is niet altijd beter”
Zwart vat het glashelder samen: Dumfries en Frimpong zijn allebei flankspelers die in de ruimte willen komen. Ze zijn “veel van hetzelfde”, en als je ze naast elkaar zet, ontneem je beiden hun kracht. Het resultaat is dat ze elkaar meer belemmeren dan versterken, zelfs met duidelijke tactische afspraken over wie waar moet lopen.
Zelfs het doelpunt van Dumfries verandert daar weinig aan. Hij stond op de goede plek en werkte binnen, maar het was geen resultaat van een soepel samenspel tussen de twee. Integendeel, het was een zeldzaam moment van ruimte – en opportunisme.
Wat moet Koeman hiermee doen?
Dit experiment lijkt één voor in de prullenbak. Koeman heeft zich de afgelopen tijd gepresenteerd als een coach die stabiliteit en duidelijkheid waardeert. Zijn voorliefde voor een vaste basis en weinig experimenteren is bekend. Dat hij hier van afweek – mogelijk door de afwezigheid van andere opties of vanwege de wens om zowel Dumfries als Frimpong te belonen – pakt in elk geval niet uit zoals gehoopt.
Er lijkt daarom maar één logische conclusie te zijn: kiezen. Als Dumfries start als rechtsback, dan hoort daar een andere vleugelspeler voor te staan – bijvoorbeeld Xavi Simons of zelfs Steven Berghuis als hij fit is. Als Frimpong begint als rechtsbuiten, dan kan Koeman overwegen om Geertruida als rechtsback neer te zetten, zodat de vleugel open blijft voor Frimpongs loopacties.
Een luxeprobleem met risico’s
Het is natuurlijk een luxe om twee zulke dynamische spelers te hebben. Maar het wordt pas een voordeel als ze in de juiste rol worden gebruikt. Frimpong is niet de ideale rechtsbuiten in een systeem met Dumfries erachter – en andersom. Het Nederlandse elftal heeft geen baat bij twee spelers die in elkaars vaarwater opereren.
Als Koeman niet bereid is om een van hen op te offeren, loopt hij het risico dat Oranje belangrijke wedstrijden in de toekomst start met een zwakke rechterflank – één die vastloopt in plaats van versnelt.
Conclusie
De overwinning op Finland maskeert een belangrijk probleem in het spel van Oranje. De combinatie Dumfries–Frimpong werkt niet. Ondanks hun individuele kwaliteiten staan ze elkaar in de weg, en dat maakt het experiment op z’n best overbodig – en op z’n slechtst contraproductief. Koeman zal de komende interlands moeten laten zien dat hij de juiste balans weet te vinden. En daarvoor is, hoe pijnlijk ook, een duidelijke keuze nodig.