Het 2-3 resultaat in Litouwen leverde Oranje drie punten op, maar de manier waarop deed flink wat stof opwaaien. Oud-sportcommentator Jack van Gelder schrok zichtbaar van de uitvoering en betwijfelde openlijk de scherpte en drive bij de internationals. In de studio leidde dat tot felle tegenspraak: volgens Pieter Cobelens is winst simpelweg winst, en is de sombere toon volkomen onterecht. De discussie raakte daarmee aan een oude voetbalvraag: is het resultaat heilig, of moet je vooral naar het spel kijken?
Kritiek van Van Gelder
Van Gelder stak zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken. Hij benadrukte dat Nederland in potentie kan meekomen met de wereldtop, mits iedereen fit en hongerig is. "Als iedereen optimaal gemotiveerd is en fit is, hebben wij met het Nederlands elftal absoluut een elftal dat zich met de wereldtop kan meten," stelde hij. Wat hij in Litouwen zag, strookte daar volgens hem echter niet mee. De winst voelde als een plichtmatige exercitie, zonder de intensiteit die bij een topploeg hoort.
Zijn meest scherpe typering was veelzeggend: de wedstrijd oogde als een klusje, "van: wie heeft het minst bezweten shirt aan?" In die ene zin vatte hij samen wat hem stoorde: te weinig gif, te weinig urgentie, te weinig druk op de bal. Van Gelder miste de automatisme en over-mijn-lijk-mentaliteit die nodig is om wedstrijden vroegtijdig in het slot te gooien en onrustige slotfases te voorkomen. "Ik had het idee dat ze amper wat deden. Het was allemaal zo plichtmatig. We hebben nu een hele goede lichting, daarom is het jammer dat dit nu is gebeurd," klonk het kritisch.
Die teleurstelling komt niet uit de lucht vallen. Met een selectie die bulkt van ervaring en talent is de lat hoog gelegd. Juist tegen tegenstanders waar Oranje kwalitatief de bovenliggende partij behoort te zijn, verwachten analisten en publiek een dominante aanpak: tempo maken, kansen afdwingen, en snel weglopen bij de tegenstander. In Litouwen bleef die stap nadrukkelijk uit, zo was Van Gelders lezing.
De wedstrijd in vogelvlucht
De 2-3 zege in het uitduel leverde de broodnodige punten op, maar het spelverloop liet ruimte voor interpretatie. Nederland had fases waarin het de controle leek te hebben, maar gaf die grip te gemakkelijk weg. In verdedigend opzicht oogde het bij vlagen kwetsbaar, terwijl aanvallend de precisie en voortzetting ontbraken om langdurig druk te houden. Het gevolg: een wedstrijd die onnodig spannend bleef tot het einde, ondanks het kwaliteitsverschil op papier.
Voorstanders van de resultaatsbenadering zullen zeggen dat uitwedstrijden in deze contreien zelden eenvoudig zijn. Een tegenstander die laag blokt, het spel breekt en de duels opzoekt, kan de favoriet altijd ontregelen. Bovendien ligt het ritme van interlandvoetbal vaak lager dan dat van topclubvoetbal, waardoor combinaties stroperig worden. Maar tegenstanders van die redenering wijzen erop dat precies dát het verschil maakt tussen goed en top: de beste teams vinden altijd een manier om de tegenstander te dwingen, met en zonder bal.
Studio-reacties en tegenwicht
In de studio klonken direct verbaasde reacties. Pieter Cobelens vond de harde toon van Van Gelder buiten proportie. "Wat is dit voor crematorium-stemming?" beet hij terug. "Ze hebben toch gewonnen? Wat een belachelijk gedoe. 2-3 is 2-3!" Daarmee sloeg hij de spijker op de kop van een klassiek voetbaldebat: de stand op het bord telt, of het nu sprankelend was of niet. Zijn stelling: je wint uit, je pakt de punten, je gaat door.
Die botsing van perspectieven leverde een herkenbaar spanningsveld op voor elke bondscoach en elke selectie. Enerzijds is er de druk om te leveren in het moment: drie punten, door naar de volgende interland. Anderzijds is er de lange termijn: een herkenbaar spelplan, constante intensiteit en het vermogen om tegen verschillende tegenstanders een eigen stempel te drukken. Waar Van Gelder het tweede benadrukt, onderstreept Cobelens het eerste.
Resultaat of proces?
De discussie raakt aan de kern van waar Oranje nu staat. Het nationale elftal beschikt over een mix van ervaren krachten en talentvolle spelers die bij topclubs acteren. Op papier rechtvaardigt dat hoge ambities. Maar tussen potentie en consistent presteren gaapt vaak een kloof. Wedstrijden als deze laten zien dat de randvoorwaarden – mentaliteit, intensiteit, focus – het verschil maken tussen een nipte ontsnapping en een gecontroleerde overwinning.
Vanuit procesdenken is het logisch dat analisten hameren op de manier waarop de winst tot stand komt. Een overtuigende zege geeft vertrouwen, scherpt patronen aan en zet een toon voor zwaardere affiches. Een slordige winst geeft ruimte voor twijfel en levert voer voor kritiek, zelfs als de ranglijst er keurig uitziet. Tegelijkertijd is het interlandvoetbal ook meedogenloos in zijn pragmatiek: punten tellen, momentum bouwen en blessures vermijden. Tussen die polen moet Oranje zijn balans vinden.
De rol van de technische staf is in dit spanningsveld cruciaal. Die moet het team niet alleen tactisch sturen, maar ook prikkelen op inzet, tempo en concentratie. Na een wedstrijd die verdeeldheid zaait, volgen doorgaans korte, heldere evaluaties: waar ging het mis in de restverdediging, waarom stokte de opbouw onder druk, hoe houden we het tempo hoger en de afstanden korter? Juist die vertaling van kritiek naar concrete werkpunten bepaalt of een discutabele zege een waarschuwing of een blauwdruk voor verbetering wordt.
Wat deze avond onthult
Los van de ophef, legt deze wedstrijd een paar herkenbare thema’s bloot. Ten eerste: scherpte vanaf minuut één. Teams die op intensiteit leunen, smoren weerstand vroeg. Ten tweede: variatie in de opbouw. Wanneer het tempo zakt, zijn loopacties zonder bal, diagonale passes en positiewisselingen onmisbaar om defensies los te trekken. Ten derde: concentratie bij omschakeling. Oranje heeft de spelers om hoog te staan, maar dan moet de restverdediging op orde zijn en moet de eerste reactie bij balverlies collectief en fel zijn.
Het debat over "bezwete shirts" is in die zin geen gratuite sneer, maar een metafoor voor alles wat met intensiteit te maken heeft. Topteams onderscheiden zich niet alleen op techniek en tactiek, maar op herhaalbaarheid: de bereidheid om tien keer dezelfde sprint te trekken, honderd keer dezelfde pressingtrigger te zetten en negentig minuten lang de discipline te bewaren. Als Oranje die ondergrens strak neerzet, volgt het rendement vanzelf.
Gevolgen en vooruitblik
Wat resteert, zijn drie punten en een gezonde portie huiswerk. De overwinning in Litouwen houdt het grotere plaatje op koers, maar de manier waarop zorgt voor interne en externe prikkels. Voor de spelers is het een reminder dat reputatie niets waard is zonder uitvoering. Voor de staf is het een aanleiding om te fine-tunen: tempo omhoog, afstanden verkleinen, keuzes met bal en zonder bal verscherpen. Voor het publiek is het een reality check: de concurrentie slaapt niet, en elk moment van verslapping wordt duur betaald.
De volgende interlands bieden Oranje de kans om het verhaal te kantelen. Een dominantere veldbezetting, snellere balcirculatie en meer durf in de diepte kunnen de kritiek snel laten verstommen. En wie vasthoudt aan de resultaatslogica, zal herhalen wat Cobelens zei: bouwen doe je het beste met winst op zak. Hoe het ook zij, de lat ligt hoog. Als de potentie die Van Gelder terecht benoemt wordt omgezet in constante daden, hoeft niemand nog te vragen wiens shirt het meest bezweet is. Dan spreekt de kwaliteit voor zich.
Kernachtig samengevat: Oranje won, maar overtuigde niet. Die spanning tussen scorebord en speelwijze voedt de discussie nu, en zal de komende interlands richting geven. Het is aan de selectie en de staf om van een rommelige overwinning een springplank te maken naar de volwassen dominantie die bij deze lichting past.