Johan Derksen heeft opnieuw zijn mening gegeven over het overlijden van Leo Beenhakker in de populaire talkshow Vandaag Inside. De legendarische trainer van Feyenoord en andere clubs is vorige week op 82-jarige leeftijd overleden. Derksen, altijd recht voor zijn raap, vindt dat Beenhakker niet altijd eerlijk is behandeld door de club waarmee hij zo nauw verbonden was.
Eerbetoon aan een legende
De beelden van het eerbetoon aan Beenhakker in De Kuip woensdag waren prachtig, vindt Derksen. “Rotterdam heeft hem echt geëerd”, aldus de columnist. Maar onder dat eerbetoon schuilt een verontrustende waarheid. “We moeten niet vergeten dat hij kapot is gegaan aan Feyenoord.”
Als technisch directeur was Leo Beenhakker het boegbeeld van de club. Hij was Feyenoord in hart en nieren. Dat maakte zijn ontslag des te schokkender. “Mark Gudde en de raad van commissarissen waren anonieme mensen. Leo was de club”, legt Derksen uit. Beenhakker zag het werken bij Feyenoord als zijn levenswerk. Hij had het idee dat hij daar oud wilde worden.
Een pijnlijke breuk
Toch kwam er een dag waarop de club besloot om Beenhakker te ontslaan. “Het ging te Popie Jopie voor de heren uit de raad van commissarissen en directie”, stelt Derksen. De breuk was hard en dat was te zien. “Een paar weken later interviewde ik hem in een hotel in Rotterdam. Hij brak daar in tranen. Het was triest om te zien.”
Na zijn ontslag veranderde Beenhakker in wat Derksen noemt een “in zichzelf gekeerde, verbitterde man.” Plots had hij geen plezier meer in het leven. “Niets deugde meer en hij wilde geen contact meer met zijn vrienden”, voegt Derksen erbij. Dit psychologische lijden kan de club niet losgekoppeld worden van Beenhakkers slechte ervaring bij Feyenoord.
De pijn van het ontslag blijft zichtbaar. Het aantal trainers dat zo’n emotionele impact heeft door een ontslag, is gelukkig klein. Maar Beenhakker is een uitzondering. Zijn liefde voor de club veranderde in bitterheid.
De dualiteit van eer en verdriet
“Feyenoord doet nu alsof ze Beenhakker geweldig hebben geëerd. Maar op de achtergrond heeft diezelfde club hem helemaal kapot gemaakt”, zegt Derksen. Het eerbetoon in De Kuip gaat hand in hand met de schaduw van wat er is gebeurd. “Leo heeft daarna niets meer aan plezier beleefd in zijn leven.”
Het is een pijnlijk gesprek dat vraagt om reflectie. Hoe kun je een club zo liefhebben en tegelijkertijd zo beschadigd worden? Het toont de dualiteit van de voetbalwereld aan. In het middelpunt van de aandacht, maar ook eenzaam en verdrietig. Beenhakker was meer dan een trainer voor Feyenoord. Hij was een icoon, maar de manier waarop hij uiteindelijk behandeld werd, laat veel te wensen over.
De eerbetoon zijn prachtig, maar ze komen met een bittere nasmaak. De trieste waarheid is dat de club waar hij zo trots op was, hem niet heeft beschermd tegen de rauwe en onpersoonlijke wendingen van het voetbal. Het laat zien dat er meer schuilgaat achter de schijnbare glans van succes en eer.
Derksen concludeert dat de geschiedenis van Beenhakker bij Feyenoord een waarschuwing is. “Dit mag nooit meer gebeuren”, benadrukt hij. De emotionele schade die Beenhakker heeft opgelopen, is een verhaal dat nooit vergeten mag worden. Het vraagt om eerlijke reflectie binnen de club. Niet alleen voor de nagedachtenis van Leo Beenhakker, maar ook voor de vele anderen die door clubs worden weggegooid als het even niet meer loopt.
Het is tijd voor verandering. Clubs dienen niet alleen te kijken naar sportief succes. Het mentale welzijn van hun medewerkers, vooral de iconen zoals Beenhakker, moet voorop staan. De ereplaatsen zijn voor hen die hun hart en ziel in de club stoppen, niet voor hen die hen op ieder moment kunnen wegzetten. Wat hebben we geleerd van deze geschiedenis? Dat het belangrijkste in het leven, en zeker in de sport, nog altijd de mens is.
Door inzicht in deze situatie te delen, spreekt Johan Derksen niet alleen de waarheid. Hij zet aan tot nadenken. Feyenoord, en andere clubs, moeten de lessen ter harte nemen. Het is tijd om de ongeschreven regels van loyaliteit en zorg voor elkaar opnieuw op te stellen. Want uiteindelijk gaat het niet alleen om het winnen van prijzen, maar ook om de mensen die dat mogelijk maken.
