Ronald Koeman zal na het WK van 2026 vermoedelijk plaatsmaken als bondscoach van het Nederlands elftal. Zijn contract loopt aan het einde van dat toernooi af en een verlenging lijkt, zo klinkt het in de voetbalwereld, niet aan de orde. Volgens Valentijn Driessen lonkt voor de KNVB een natuurlijk moment om een nieuwe koers in te slaan, terwijl Nigel de Jong als directeur topvoetbal een delicate communicatie- en wervingsopgave wacht.
Koeman onder toenemende druk
De recente interlandperiode leverde weinig overtuiging op. Oranje speelde 1-1 tegen Polen en kende een moeizame avond tegen Litouwen, waar het duel eindigde in 2-3. De uitslagen voedden opnieuw de discussie over de koers onder Koeman. Driessen stelt dat Koeman, ondanks de aanzwellende kritiek, het wereldkampioenschap nog zal mogen leiden, maar ziet datzelfde WK als het logische slotstuk van zijn tweede termijn. In zijn woorden is het “heel natuurlijk” om daarna een nieuwe weg in te slaan.
Die analyse resoneert met het gevoel dat Oranje onder Koeman wisselvallig presteert: solide fases worden te vaak afgewisseld met stroperige wedstrijden en gemiste kansen om tegenstanders vroeg op de knieën te krijgen. Een dergelijke dynamiek werkt door in de publieke opinie én in de lange termijnplanning van de bond.
Contract loopt af na WK 2026
Dat Koemans verbintenis na 2026 afloopt, biedt de KNVB speelruimte. Het voorkomt een tussentijdse breuk met alle onrust van dien, maar legt de lat wél hoog voor de komende periode. Presteren richting en tijdens het WK wordt leidend, terwijl parallel een degelijk opvolgingsproces moet worden ingericht. Dit is bij uitstek een traject dat vroeg begint en op de achtergrond moet plaatsvinden, zonder het huidige traject te verstoren.
In dat opzicht verschilt de situatie van eerdere bondscoaches die met een doorlopend contract kampten met ruis over hun toekomst. Koeman weet waar hij aan toe is: het WK 2026 als eindpunt. De KNVB kan daarop voorsorteren, mits discretie en timing in balans zijn.
De rol van Nigel de Jong
De cruciale figuur in dat proces is Nigel de Jong, sinds 2023 directeur topvoetbal. Driessen plaatst vraagtekens bij zijn autoriteit in de hiërarchie rond het vlaggenschip van de KNVB. Op eerdere momenten sloeg De Jong, aldus de criticus, een ongelukkige toon aan in zijn communicatie. Zo zou het voortijdig delen van informatie over een naderend vertrek van Andries Jonker een averechts effect hebben gehad op het toernooi dat daarop volgde. Daarnaast wekte een incident rondom Jong Oranje, waarbij De Jong volgens Driessen het woord van toenmalig coach Michael Reiziger zou hebben overgenomen om tot de spelers te spreken, verbazing over rolvastheid en verhoudingen.
Of die incidenten representatief zijn voor De Jongs functioneren als bestuurder valt te bezien, maar ze kleuren wel het debat over hoe hij dit traject – de opvolging van Koeman – aanvliegt. De kern: het gaat om vertrouwen. Vertrouwen in de huidige bondscoach, vertrouwen in het selectieproces van de volgende, en vertrouwen in de interne verhoudingen bij de KNVB.
Zoektocht naar opvolger: discretie geboden
Collega-journalist Mike Verweij wijst op de dunne lijn tussen voorbereiden en verstoren. Volgens hem is het verstandig al voor het WK te verkennen welke kandidaten beschikbaar en geïnteresseerd zijn, maar is het schadelijk als dat zonder medeweten van Koeman op straat komt te liggen. Een dergelijk lek zou niet alleen de huidige staf onnodig onder druk zetten, maar ook het imago van de bond schaden. Het zou, aldus de kritiek, opnieuw duiden op ruis in de top.
Voor de KNVB is discretie dus essentieel. In de praktijk betekent dit: een kleine kring beslissers, heldere scenario’s en vertrouwelijke lijnen naar potentiële kandidaten. Transparantie naar buiten volgt pas wanneer de timing goed is – idealiter na het WK, of eerder als omstandigheden daarom vragen én met volledige afstemming met Koeman.
Peter Bosz springt eruit
In het veld van mogelijke opvolgers valt één naam nadrukkelijk: Peter Bosz. De trainer van PSV heeft in het verleden nooit onder stoelen of banken gestoken dat de functie van bondscoach hem trekt. Volgens Driessen is het bovendien niet ondenkbaar dat er in zijn contract een clausule staat die de stap naar Oranje faciliteert zodra die mogelijkheid zich aandient. Zulke clausules zijn in de voetballerij niet ongebruikelijk, zeker bij nationale elftallen met een magnetische aantrekkingskracht op landgenoten.
Los van de contractuele kant past Bosz inhoudelijk bij het profiel dat vaak wordt gezocht: een coach die dominant, attractief voetbal voorstaat en die in staat is een elftal binnen beperkte werkperiodes tactisch helder en herkenbaar te maken. Zijn recente successen, inclusief het smeden van een aanvallende speelstijl en het ontwikkelen van spelers, maken hem een logische kandidaat om – zodra de tijd rijp is – in elk geval te polsen.
Andere namen zullen onvermijdelijk vallen, variërend van trainers met internationale ervaring tot coaches die de Eredivisie domineren. Maar in het huidige discours is Bosz de meest concrete optie die publiekelijk wordt genoemd. Dat zegt ook iets over de wensenlijst: modern, helder in idee, en bewezen in het ontwikkelen van een herkenbare speelwijze.
Wat betekent dit voor Oranje?
Voor de spelersgroep is duidelijkheid over het tijdpad van belang. Koeman leidt de aanloop naar en deelname aan het WK 2026. Daarmee ligt de focus in de kleedkamer op het hier en nu: kwalificerende of voorbereidende interlands, het inslijpen van automatismen en het consolideren van een basiself die op toernooimomenten overeind blijft. Voor de KNVB loopt daarachter een tweede spoor: scenario-denken over 2026+. Het gaat dan om profiel, beschikbaarheid, en de vraag welke accenten de volgende bondscoach moet leggen om een nieuwe cyclus te starten.
De timing is delicaat. Een goed WK kan het sentiment rond Koeman positiever kleuren, maar verandert niks aan de kalender: het contractmoment blijft. Tegelijk kan een tegenvallend toernooi de roep om vernieuwing versterken. In beide scenario’s is een ordentelijk, respectvol proces richting aftopping van deze cyclus essentieel – ook als signaal naar de buitenwereld dat Oranje een stabiel en professioneel geleide organisatie is.
Vooruitblik
De komende maanden staan in het teken van resultaten en rust bewaren. Koeman zal willen laten zien dat Oranje op weg is naar een herkenbare, stabiele toernooiploeg. De KNVB, met Nigel de Jong als spil, zal intussen in stilte de opvolgingspuzzel leggen: profiel scherpstellen, discreet verkennen, en lekken voorkomen. In dat plaatje lijkt Peter Bosz – gezien ambitie en vermoedelijke contractuele ruimte – een naam die vroeg of laat valt.
Het eindspel is helder: een waardige afsluiting van de Koeman-periode op het WK 2026 en een soepele overdracht naar de volgende bondscoach. Als de bond daarin slaagt, wint Oranje op twee fronten: sportief op het veld en bestuurlijk daarbuiten.