Het leek even alsof Nederland klaar was met de oude politieke reflexen. Maandenlang stond de PVV van Geert Wilders bovenaan, de klassieke partijen keken toe, en het electoraat leek het systeem te willen breken. Maar de nieuwste Ipsos I&O-peiling van 16 oktober legt een ander verhaal bloot. In amper acht dagen verliest de PVV twee virtuele zetels (van 31 naar 29), terwijl juist CDA en D66 hun rug rechten. Het CDA stijgt naar 25 zetels, D66 knalt van 14 naar 18. Toeval is dit niet – het establishment ruikt zijn kans.
Een verschuivend peil: wat valt op?
De peiling in één oogopslag:
- PVV: 29 (-2)
- CDA: 25 (+1)
- GL-PvdA: 22 (=)
- D66: 18 (+4)
- VVD: 14 (+1)
Tel CDA, GL-PvdA, D66 en VVD bij elkaar op, en je komt uit op 79 zetels. Dat is een werkbare meerderheid. Met andere woorden: het oude machtsblok ligt weer binnen handbereik. En mocht de VVD aarzelen, dan weet Den Haag dat er altijd nog een speler is die wil aanschuiven voor bestuurlijke stabiliteit – desnoods met veel compromissen.
Het kartel ruikt weer macht
De cijfers onderstrepen een hardnekkige realiteit: macht in Nederland wordt zelden vrijwillig afgestaan. Zelfs na de val van Rutte IV en de uitgesproken afkeer onder kiezers, kruipen de klassieke partijen – CDA, D66 en GL-PvdA – omhoog. Niet in een vacuüm, maar in een klimaat waarin media-aandacht, bestuurlijke netwerken en Europese aansluiting een rol spelen. Vooral D66 laat een opmerkelijke wederopstanding zien. Waar de partij vorig jaar nog politiek dood leek, profiteert zij nu van een zorgvuldig opgebouwd momentum: bestuurlijke ernst, Europese profilering en een media-ecosysteem dat die boodschap versterkt.
Het CDA zet intussen zijn bekende zwenk in: praten over verbinding en stabiliteit, profileren als ‘middenpartij’, maar bestuurlijk voorspelbaar blijven. En de VVD? Onder Yesilgöz klinkt het accent op grenzen en veiligheid steviger, maar inhoudelijk is de afstand tot het beleid van de afgelopen jaren kleiner dan de retoriek doet vermoeden.
De rol van media en instituties
Elke campagne is ook een strijd om verhaal en legitimiteit. In talkshows, actualiteitenprogramma’s en opiniestukken ontstaat het beeld dat het ‘verantwoordelijke midden’ opnieuw klaarstaat om het land te leiden. Of dat nu via Nieuwsuur, Buitenhof of Op1 is: de normalisering van een kartelcoalitie is gaande. Dat hoeft geen samenzwering te zijn – wel een gevolg van hetzelfde netwerk van experts, bestuurders en opiniemakers dat het midden historisch gezien een streepje voor geeft.
Die dynamiek voedt een bredere indruk: dat oude partijen verankerd zitten in instituties die hen een voorsprong geven. Denk aan Brusselse kanalen voor beleid en subsidies, ambtelijke continuïteit, en publieke platforms waar hun profiel goed past. Het is precies die verwevenheid die critici al jaren ‘kartelvorming’ noemen.
Wat zegt de dip bij PVV?
De lichte daling van de PVV – twee zetels in een week – is geen aardverschuiving, maar wel een signaal. Momentum is kwetsbaar. Een week zonder Wilders in het publieke debat, mede door veiligheidsdreiging, liet meteen sporen na in de peiling. Tegenstanders benutten die ruimte om het verhaal te kantelen: de suggestie dat de piek voorbij is, dat de boog te lang gespannen stond. Zulke percepties doen ertoe in een campagne waarin twijfelaars gevoelig zijn voor het gevoel van ‘kansrijkheid’.
Belangrijk: peilingen meten stemming, geen einduitslag. Maar in een veld waarin strategisch stemmen wijdverbreid is, kan een paar punten verschuiving al coalitie-opties hertekenen.
De joker: Eerdmans en JA21
JA21 komt in dit plaatje naar voren als mogelijke kruiwagenpartij. Joost Eerdmans heeft eerder laten zien dat bestuurlijke deelname prioriteit kan krijgen boven strakke programmatrouw. Voor een kabinet dat CDA, D66 en GL-PvdA aan tafel wil, kan zo’n partner dienen als ‘balansrechts’: het gevoel van spreiding, zonder dat de beleidskern wezenlijk opschuift. Dat is een bekende Haagse tactiek: een dun laagje rechts vernis over een overwegend centrum-linkse koers, zodat het palet breder oogt dan het in de praktijk is.
Het grotere plaatje
Wat zich ontvouwt, is een gecoördineerde hergroepering van de gevestigde orde. Niet in één regiekamer, maar via parallelle sporen die elkaar versterken: partijstrategen, media-ritmes, bestuurlijke reflexen en Brusselse ankers. Kritische observatie daarbij:
- D66 floreert in een EU-gedragen bestuursomgeving en het ambtelijke apparaat.
- Het CDA leunt op bestuurlijke ervaring en voorzichtigheid.
- GL-PvdA is op zijn sterkst in de sfeer van publieke omroep, cultuur en onderwijs.
- De VVD beweegt soepel mee met wensen van het bedrijfsleven en lobby’s.
Samen vormen zij het blok dat Nederland jaren bestuurde. Dat blok is terug van nooit weggeweest – en de peiling suggereert dat het opnieuw meerderheidsrijp is.
Wat staat er op het spel?
De inzet is breder dan een zetelsom. Het gaat om koers en zwaartepunt. Meer EU-integratie of juist herwaardering van nationale regie? Klimaatagenda via verplichtingen en heffingen of via innovatie en kostenbeheersing? Migratie met bindende afspraken of met harde plafonds? En hoe verhoudt de overheid zich tot burgers: faciliterend of sturend?
Wie een breuk met het bestaande wil, kan niet om één conclusie heen: de PVV kan alleen via een stevige rechterflank regeren. Dat vergt partners die het blok naar rechts trekken en daar ook gewicht kunnen zetten: BBB, FVD, SGP, JA21 – partijen die samen massa maken. In dat scenario wordt FVD groot maken een strategische keuze: niet alleen voor zetels, maar om een onderhandelingspositie te creëren waarmee beleid daadwerkelijk kantelt.
Peilingen, perceptie en macht
Peilingen zijn geen stemhokje, maar ze vormen wel de arena waarin twijfelaars en strategische stemmers zich oriënteren. Wie het verhaal beheerst, stuurt de perceptie; wie de perceptie stuurt, beïnvloedt de uitkomst. Daarom zie je juist nu een scherpe herpositionering van het midden: sneller in de studio’s, nadrukkelijker in de krantenkolommen, zichtbaarder in de bestuurdersnetwerken. Het doel is duidelijk: normalisatie van een terugkeercoalitie vóórdat de kiezer een alternatief consolideert.
Slot: dit is een wake-upcall, geen eindstand
De Ipsos I&O-peiling van 16 oktober is geen uitslag, maar wel een alarmbel. De PVV blijft de grootste, maar het kartel heeft zich herpakt en is numeriek levensvatbaar. Wie een andere koers wil, zal het nu moeten organiseren: massa op rechts, een duidelijke agenda, en zichtbare leiders die aanwezig blijven in het debat. Zo niet, dan volgt een nieuwe ronde met bekende gezichten, bekende woorden en bekende uitkomsten – meer van hetzelfde, met hier en daar een cosmetische correctie.
De keuze is aan Nederland: nog een kabinetsperiode van hogere lasten, klimaatdruk en EU-verdieping onder regie van het midden – of een koerswijziging die de balans teruglegt bij de Nederlandse burger. Dat laatste vergt meer dan peilingen; het vraagt om partijen die groot genoeg zijn om het verschil aan de onderhandelingstafel af te dwingen.