Het ging donderdagavond even helemaal mis – of juist goed, ligt eraan wie je het vraagt. In Bilbao werd er flink gelachen in de studio van Ziggo Sport, maar Noa Vahle zat er zichtbaar mee in d’r maag. Theo Janssen? Die werd keihard opgejut om iets te doen wat eigenlijk niet mag. En ja hoor, hij bezweek.
“Daar staat-ie hoor, die beker,” grapt Hélène Hendriks richting de Ziggo-crew bij het stadion. “Noa, laat ‘m even goed zien. Theo, tillen die handel!” Noa sloeg direct op tilt. “Nee, nee, nee! Absoluut niet!” riep ze. Maar zoals je weet: groepsdruk is een bitch.
Theo stond daar dus, met de Europa League-trofee op een halve meter afstand. En naast hem wat norse gasten van de UEFA die elk moment hun oortje konden aanraken en security op ‘m af konden sturen. Maar ja, met Hendriks en Van Halst in je oor, blijf dan maar eens stoïcijns.
“Is Theo bang voor iemand?” roept Van Halst nog even baldadig vanuit de studio. Theo sputtert nog: “Er staan hier een paar mensen bij te kijken, dat gaat écht niet lukken.” Maar Noa probeert ’t netjes te houden: “Als je hem niet gewonnen hebt, mag je hem niet aanraken. Echt niet doen.”
Natuurlijk trekt Hélène zich daar weinig van aan. “Kom op Theo, één handje. Jij laat je toch niet stoppen door een beveiliger met een geel hesje?” En ja hoor, Theo grijnst even, kijkt om zich heen, en… BAM! Hand op de beker.
Noa’s gezicht spreekt boekdelen. Ze slaat haar handen voor haar ogen en begint te smeken: “Er staat hier een man van de UEFA en die wordt echt boos!” Maar Theo is allang om. “Hé, ik had die beker liever vastgehouden als speler natuurlijk. Maar goed, dit is het dichtsbij wat ik nog ga komen.”
Daar raakt hij wel een puntje. Want laten we eerlijk zijn: als speler droom je van Europese prijzen. Kampioen worden is vet, maar die Europese cups… dát is het echte werk. Europa League, Champions League, dat zijn de trofeeën waar je als jochie al van droomt. Theo beaamt dat. “Dit is waar het om draait.”
De actie van Theo zorgt intussen voor hilariteit in de studio, maar de spanning op locatie was echt. De UEFA neemt dat soort fratsen serieus. Voor je het weet heb je zo’n nerveuze official die een rapportje opmaakt alsof je net een grens over bent gesmokkeld met verboden goederen. Maar goed, Theo deed het. En hij kwam er nog mee weg ook.
Het hele tafereel liet vooral zien hoe simpel het soms is om volwassen mensen in kleuters te veranderen. Eén beker. Eén gebbetje van Hendriks. En pats, iedereen weer even 12 jaar oud. Maar het levert wél heerlijke tv op. En eerlijk is eerlijk: Theo met z’n vinger op die beker? Dat blijft toch een beeld.
Noa, die stond erbij als een soort brave schooljuf die haar leerling uit de struiken probeert te trekken voordat de directeur langsloopt. Maar ja, je hebt in het voetbal nou eenmaal mensen die de regels volgen – en mensen die ze een beetje oprekken. En Theo hoort overduidelijk bij die laatste categorie.
Is het dom? Misschien. Is het leuk? Zeker. En het was ook nog eens live op tv, dus de boetes kunnen doorgestreept worden tegen de kijkcijfers. Win-win.
Het mooiste is misschien nog wel dat Theo, ondanks alles, tóch even droomde. Droomde dat-ie die beker écht gewonnen had. En laten we eerlijk zijn: voor die paar seconden met z’n hand op dat zilveren ding, voelde het misschien ook wel zo.
Dus ja, de UEFA was niet blij. Noa schaamde zich kapot. En Theo? Die had gewoon z’n momentje. Lekker boeiend wat de regels zeggen.
Misschien moet de UEFA volgende keer gewoon een bordje ophangen: “Kijken mag. Aankomen? Alleen als je ‘m gewonnen hebt.” Maar of dat Theo zal tegenhouden? Vergeet het maar. 😉
