Nederland ontsnapte zondagavond in Kaunas met een 2-3 zege op Litouwen, maar de opluchting maakte razendsnel plaats voor ergernis. De aandacht ging nauwelijks naar de drie punten, maar vrijwel volledig naar één man: bondscoach Ronald Koeman. Tijdens en na de wedstrijd gonsde het op sociale media en in de analistenhoek van kritiek op zijn keuzes en het spelbeeld van Oranje.
Moeizame zege overschaduwd door kritiek
Het scoreverloop leek aanvankelijk geen aanleiding tot zorg. Door doelpunten van Memphis Depay en Quinten Timber kwam Oranje vlot op 0-2. De controle was er, de efficiëntie ook, en Litouwen oogde geklopt. Toch kantelde de wedstrijd onverwacht. In de slotfase van de eerste helft sloeg het thuisland twee keer toe binnen acht minuten en stond het halverwege ineens 2-2. De ruis op de lijn bij Oranje – in de opbouw, de restverdediging en het drukzetten – werd pijnlijk blootgelegd.
Een comfortabele 0-2 verandert in chaos
De vraag was of Koeman tijdens rust zou ingrijpen met een duidelijk plan, zeker omdat de controle volledig wegglipte. Een rigoureuze herschikking bleef uit. Pas in de tweede helft volgden wissels, maar niet met een offensieve impuls. Nathan Aké, Stefan de Vrij en Tijjani Reijnders gingen naar de kant; Micky van de Ven, Jurriën Timber en Sem Steijn kwamen erin. Het doel leek vooral om stabiliteit en loopvermogen terug te brengen, niet om Litouwen onder druk te zetten met extra aanvallende kracht.
Het symbolische moment kwam in de slotfase, toen Matthijs de Ligt het veld betrad voor Donyell Malen. Een verdediger voor een aanvaller, bij een nipte voorsprong tegen Litouwen: het was precies de wissel die het publieke sentiment deed kantelen. Oranje trok de 2-3 wel over de streep, maar de manier waarop leidde tot hoon en frustratie.
Koemans wissels als lont in het kruitvat
Op X (voorheen Twitter) en andere platforms werd de keuze om een extra verdediger te brengen neergesabeld als teken van gebrek aan ambitie en vertrouwen. Volgens de dominante lezing was het een noodgreep zonder plan, het symptoom van een Oranje dat moddert richting het WK en vroeg of laat sneuvelt tegen een topland. Niet het resultaat, maar de weg ernaartoe stond centraal in de verontwaardiging: te weinig controle, te weinig lijn en te veel ad-hocbesluiten.
De kritiek richtte zich niet alleen op de wisselmomenten, maar ook op het patroon dat sommige fans en volgers zeggen te herkennen. Tegen tegenstanders waar Oranje normaliter het initiatief moet nemen, stokt de opbouw geregeld en ontbreekt het aan duidelijke afspraken in de restverdediging. Daardoor worden voorsprongen niet uitgebouwd, maar juist weggegeven. De wissel De Ligt voor Malen werd zo een metafoor voor angst om te verliezen, in plaats van de wil om door te drukken.
Harde woorden uit de media
Ook vanuit de journalistiek klonk het scherp. Maarten Wijffels (Algemeen Dagblad) verwoordde het gevoel dat bij veel kijkers leefde: het leek alsof Nederland tegen Argentinië op een WK speelde, met vijf verdedigers in het veld. Volgens hem was er geen zichtbare progressie in deze interlandperiode en waren de goede duels tegen Spanje in maart al snel vergeten. Zijn conclusie was hard: coach en spelers presteerden samen onder de maat.
Dat oordeel sluit aan bij een terugkerend thema rond Oranje in Koemans tweede ambtstermijn: de balans tussen pragmatiek en initiatief. Waar solide verdedigen en resultaatsvoetbal soms bovendrijven, verlangen publiek en analisten juist dominantie en herkenbaar aanvalsspel – zeker tegen ploegen uit de Europese onderlaag. De wedstrijd in Kaunas bood de tegenstanders van de pragmatische lijn volop munitie.
Sociale media spreken zich uit
Online was de teneur duidelijk. Van scepsis over het plan tot roep om verandering: een groot deel van de reacties stelde dat Koeman zo niet door kan als bondscoach. Opvallend vaak klonk de wens om te zien wat deze generatie internationals – rijk aan creativiteit en snelheid voorin – onder een andere trainer kan brengen. Met het WK in het vizier werd zelfs openlijk geopperd dat de KNVB nu zou moeten ingrijpen als het de ambities echt serieus neemt.
De roep is hard, maar niet nieuw. Bij wisselvallige prestaties loopt de spanning in het Oranje-debat snel op. De moeizame 2-3 in Kaunas fungeerde als katalysator: het resultaat was voldoende, het vertrouwen kreeg een deuk.
Analyse: waar wringt het?
De kern van de kritiek bestaat uit drie elementen. Ten eerste hapert de opbouw. In fases waarin de tegenstander compacter speelt, ontbreekt het Oranje aan snelheid in de passing en aan lef tussen de linies. Daardoor wordt de bal te vaak breed of terug gespeeld en ontstaat er weinig dreiging vanuit het middenveld. Ten tweede is de restverdediging kwetsbaar. Bij balverlies staat de organisatie niet altijd goed, wat tegen Litouwen leidde tot kansen en tegengoals in korte tijd. Ten derde mist het elftal herkenbare pressingtriggers, waardoor het drukzetten niet homogeen is en de afstand tussen linies oploopt.
Koemans wissels lijken te mikken op het herstellen van controle via frisse benen en extra zekerheid achterin. Dat kan werken in lastige uitduels, maar het kost uitstraling en vertrouwen naar voren. Zeker wanneer de aanvallende wissel – Malen – wordt opgeofferd voor nog een verdediger. Het signaal is dan defensief, hoe logisch de keuze in de context van de slotfase ook kan zijn. Tegenstander of niet: het beeld beklijft.
Vragen richting de KNVB en het WK
De discussies na Litouwen-Nederland reiken verder dan één wedstrijd. Ze gaan over koers en identiteit. Wat wil Oranje zijn tegen tegenstanders die het spel aan Nederlanders laten? Een machine die domineert en tegenstanders wegspeelt, of een ploeg die vooral pragmatisch de punten verzamelt? De KNVB zal intern de toon en het plan voor de komende maanden tegen het licht houden, mede gevoed door het publieke debat.
Een bondscoach ontslaan is in de praktijk zelden een korte route naar verbetering. Tegelijk is het sentiment duidelijk: de rekensom van resultaat plus spelplezier slaat nu negatief uit in de perceptie. Koeman en zijn staf zullen met overtuigende prestaties én overtuigend spel moeten reageren om het vertrouwen te herstellen.
Wat betekent dit voor Oranje?
De winst in Kaunas telt, maar het gevoel dat erbij achterbleef is problematisch. Het elftal heeft voldoende kwaliteit om wedstrijden als deze zakelijk te beslissen en daarna door te drukken. Dat lukte niet. De komende interlandperiode wordt daarom net zo belangrijk voor het verhaal als voor de stand. Oranje moet laten zien dat het een herkenbare structuur heeft, met een middenveld dat linies breekt, backs die het verschil maken zonder de restverdediging te verwaarlozen en een voorhoede die niet alleen scoort, maar ook het spel vasthoudt.
Als die stappen zichtbaar worden, ebt de storm rond Koeman vanzelf weg. Gebeurt dat niet, dan zal elke krappe zege of onverwachte tegentreffer weer dezelfde discussie losmaken. In Kaunas werd gewonnen, maar de echte uitslag van de avond stond niet op het scorebord: die werd afgelezen in het vertrouwen van publiek en pers. Dat staat nu op scherp.
Kern van de zaak: Oranje kan en moet beter. De kwaliteit is er, de lat ook. Het is aan Koeman en zijn spelers om te laten zien dat een smalle uitzege de opmaat is naar groei, niet het voorland van een langere periode vol twijfel.