Jack van Gelder begon het gesprek met de mededeling dat hij een bericht had gestuurd naar Weghorst, maar dat er nog geen antwoord was gekomen. Dit leidde tot een gesprek over het opmerkelijke boek dat Weghorst vlak voor een wedstrijd aan het lezen was. Noa Vahle suggereerde dat het boek misschien iets weg had van een bijbel, aangezien Weghorst bekend staat om zijn geloof. “Maar het kan net zo goed een nieuwe roman van Heleen van Royen zijn. Je weet nooit wat hij doet ter voorbereiding,” voegde ze speels toe.
Rutger Castricum merkte op dat Weghorst tijdens het lezen voortdurend naar de hemel keek, wat volgens hem vreemd overkwam. “Dan las hij een stukje en keek hij omhoog,” zei Castricum. Deze observatie zette de toon voor een discussie over de verschillende manieren waarop spelers zich voorbereiden op wedstrijden.
Van Gelder’s mening over Weghorst’s voorbereiding
Hélène Hendriks vroeg aan Jack van Gelder wat hij van dit gedrag vond. Van Gelder benadrukte dat iedereen recht heeft op zijn eigen manier van voorbereiden. “Ik erger me al een hele tijd, maar ik mag dat niet, want mensen kunnen gelovig zijn. Het lijkt tegenwoordig wel een epidemie, al dat bidden voordat ze het veld opgaan. Vroeger was dat nooit. Maar waarom mag hij niet lezen? Van hem wordt er nu ophef gemaakt,” betoogde Van Gelder.
Hendriks gaf aan dat het niet om het lezen zelf ging, maar dat Weghorst zich bewust moest zijn van het feit dat hij in een stadion vol mensen zat, met camera’s die hem in de gaten hielden. Jack van Gelder antwoordde hierop dat Weghorst er waarschijnlijk weinig om geeft. “Ik weet niet of het bewust is, maar hij heeft er gewoon schijt aan,” aldus Van Gelder.
Castricum’s kritiek: “Aanstelleritis eerste klas”
Rutger Castricum uitte zijn frustratie met Weghorst’s gedrag. “Het is toch ook gewoon aanstelleritis eerste klas,” zei hij fel. Hij vond dat Weghorst, als hij zijn boekje wilde lezen, dat beter buiten het zicht van de camera’s kon doen. “Ga daar je boekje zitten lezen. Ja, hou toch op. Elke keer dat zeggen: ik had het al in de sterren gezien dat we zouden winnen. Ik word er doodmoe van. Hij heeft ook geen doelpunt gemaakt,” besloot Castricum met kritische toon.
Bijgeloof of bewuste voorbereiding?
Noa Vahle bracht in dat het mogelijk bijgeloof is. Dit suggereerde dat er wellicht meer achter het gedrag van Weghorst schuilging dan alleen een voorkeur voor religieuze of spirituele teksten. In de voetbalwereld zijn rituelen en bijgeloof immers niet ongewoon. Toch blijft de vraag: doet Weghorst dit uit oprecht geloof of is het een bewuste zet om aandacht te trekken?
De meningen aan tafel waren verdeeld. Terwijl Jack van Gelder het gedrag van Weghorst verdedigde als een persoonlijke keuze, vond Rutger Castricum het vooral storend en overdreven. Hendriks bracht nuance aan door te stellen dat Weghorst zich misschien meer bewust moest zijn van de impact van zijn gedrag in het openbaar.
De discussie over Wout Weghorst’s opmerkelijke voorbereiding op wedstrijden illustreert hoe verschillende mensen binnen en buiten de voetbalwereld kijken naar religieuze en rituele gedragingen van spelers. Voor sommigen, zoals Van Gelder, is het een persoonlijke zaak die gerespecteerd moet worden. Voor anderen, zoals Castricum, is het onnodige aanstellerij die afleidt van het spel zelf.