Johan Derksen heeft het helemaal gehad met het niveau van het Nederlandse voetbal. De bekende voetbalanalist en commentator was allesbehalve onder de indruk van De Klassieker tussen Ajax en Feyenoord. In de uitzending van Vandaag Inside viel hij hard uiteen over de prestaties van zowel de Amsterdammers als de Rotterdammers.
Het leek erop dat twee cola-flessen die voor een paar euro zijn gekocht met elkaar in duel gingen. Dit andere kaliber laat hij weten door te zeggen dat we hebben zitten kijken naar een wedstrijd van een bedroevend niveau. Vooral de buitenlandse trainers van beide teams, Francesco Farioli en Brian Priske, kregen de volle laag.
Waarom buitenlandse trainers een fout zijn
Derksen snapte maar niet waarom de topclubs in Nederland zich laten leiden door buitenlandse trainers. Hij noemde Farioli een “druktemaker uit Italië” en Priske een “saaie Deen”. Dit wijst volgens Derksen dus alleen maar op een gemis aan ambitie en visie. Hij vraagt zich af waarom Pascal Jansen, die gedaan heeft wat nodig was bij AZ, niet in Nederland actief is. Jansen is intussen hoofdtrainer bij New York City FC, wat voor Derksen voelt als een gemiste kans voor de Eredivisie.
De kritiek van Derksen richt zich niet alleen op de keuze voor buitenlandse trainers. Hij stelt met enige verontwaardiging dat zowel Ajax als Feyenoord, met hun rijke geschiedenis en cultuur, eigenlijk geleid zouden moeten worden door ex-spelers die de club begrijpen. De huidige trainers snappen volgens hem helemaal niets van het Nederlandse voetbal en dragen niets bij aan de ontwikkeling ervan. Hij pleit voor meer kansen voor Nederlandse trainers, die hopelijk jong en ambitieus zijn, om zichzelf te bewijzen.
Een degradatieduel beter dan De Klassieker?
Terwijl de Nederlandse voetbalfans hoopvol de Klassieker tegemoet zagen, merkte Derksen op dat de wedstrijd eigenlijk maar 15 minuten spannend was. Hij vond de rest van de wedstrijd een grote lijdensweg voor de kijker. In een bitterdere vergelijking stelde hij dat een degradatieduel in Engeland, Wolverhampton Wanderers tegen Fulham, van een veel hoger niveau was. “Brobbey kan er helemaal niet mee,” zei hij over de Ajax-aanvaller, die hij als “de zwakste schakel” in de vergelijking beschouwde.
Voor Johan Derksen is de vergelijking met de Engelse competitie essentieel. Hij benadrukt dat de Engelse spitsen een niveau hoger zijn dan hun Nederlandse tegenhangers. Met name de strijd en de kwaliteit in de Premier League maken het Nederlandse voetbal in zijn ogen niet alleen minder aantrekkelijk, maar ook minder relevant. Dit roept bij hem de vraag op: waar liggen de kansen voor de Nederlandse spelers? Vallen ze ten prooi aan de mindere prestaties van hun clubs?
De toekomst van het Nederlandse voetbal
Volgens Derksen ligt de toekomst van het Nederlandse voetbal als een grote zorg op de schouders van de clubs en de KNVB. Hij vindt dat er meer aandacht moet zijn voor lokale trainers die de nodige ervaring en kennis hebben. De aandacht voor talentontwikkeling bij jongere generaties schiet in zijn ogen tekort. De instellingen die de normen en waarden van het Nederlandse voetbal zouden moeten beschermen, vermengen zich steeds meer met buitenlandse invloeden.
De naam Erik ten Hag valt bijvoorbeeld als een voorbeeld van een Nederlandse trainer die het vandaag de dag ver heeft geschopt bij Manchester United, maar dat was niet zo toen hij begon bij Ajax. Ten Hag heeft nu in de Premier League de kans gekregen om zijn waarde te bewijzen. Pakt hij de prijzen? Dat is de vraag die veel Nederlandse voetbalsupporters en analisten stellen.
Johan Derksen pleit ervoor dat clubs niet bang moeten zijn om jonge trainers een kans te geven. Door innovatie en nieuwe ideeën te omarmen, kunnen de topclubs in Nederland groeien. De discussie die hij opent is noodzakelijk. Het Nederlandse voetbal heeft talent en ambities; nu is het aan de clubs om op te staan en het vertrouwen in eigen bodem terug te winnen. Want met de huidige staat van het spel kunnen we niet blijven voortkabbelen.
De kritiek van Johan Derksen is hard en recht voor de raap, maar het doel is helder: hij wil de focus terugbrengen op wat écht belangrijk is. En dat is dat het Nederlandse voetbal moet terugkeren naar de basis: passie, strategie én een waardig niveau. Dat begint met geloven in eigen trainers en het geven van kansen.
Het wordt een boeiend seizoen voor het Nederlandse voetbal, dat staat vast. De vraag is of topclubs de lessen van analisten zoals Derksen ter harte nemen. Want met een afbraak van het niveau is de toekomst van Ajax en Feyenoord allesbehalve rooskleurig. Het lijkt erop dat alleen tijd ons zal vertellen of deze clubs de juiste keuzes zullen maken op de weg naar herstel.